In de kamer, uit de kamer!
Het gaat hier niet over de duiventil die ook wel Tweede Kamer heet, maar over iemands (boven)kamer. En van wie dan wel? Welnu, dat zal verderop in dit relaas allemaal duidelijk worden. Alvorens dat pad te bewandelen lijkt een introductie van de band in kwestie, inclusief de uitgebreide armada aan internationale hulptroepen, geen overbodige luxe.
De harde kern van het Libanese Ostura wordt gevormd door toetsenist Danny Bou-Maroun en zanger Elia Monsef. Dit duo is gezamenlijk verantwoordelijk voor zowel muziek, teksten, arrangementen als de productie van het filmische progmetal spektakelstuk “The Room”. Zij waren, samen met zangeres Youmna Jreissati, ook al van de partij op de band’s meer power metal georienteerde debuutplaat “Ashes Of The Reborn” (2012). Nieuwkomers zijn gitarist Alain Ibrahim en drummer Alexander Abi Chaker, die op dit album overigens alleen op percussie te horen is. De drumpartijen zijn namelijk ingespeeld door de gerenommeerde Oostenrijker Thomas Lang, die ook prog grootheden als Robert Fripp, Peter Gabriel en John Wetton tot zijn klantenkring mag rekenen. Met Lang hebben we gelijk de eerste bekende naam te pakken. Tel daar nog blikvangers als Arjen Lucassen, Marco Sfogli (James LaBrie) en Michael Mills (Toehider en Ayreon) bij op, en de aandacht is direct getrokken. Als smaakvolle kersen op de rijkgevulde progtaart gooit Ostura ook nog een Tsjechisch orkest, Libanees koor en strijkkwartet in de strijd. Kortom, de spannende toon is gezet.
Het conceptverhaal van “The Room” kent met The Girl (Youmna Jreissati), Erosion (Elia Monsef) en Utopia (Michael Mills) drie hoofdrolspelers. The Girl leidt een teruggetrokken kluizenaarsbestaan en verschanst zich in een kamer, die feitelijk symbool staat voor haar bovenkamer. Opgesloten in haar eigen gedachten, vol angsten en ambities creëert zij in haar verbeelding een oneindig universum waarin zij als schepper de macht heeft. Al snel neemt het geschapene het heft in handen en volgt een verwoede innerlijke strijd tussen The Girl en haar eigen creatie. Hier wordt andermaal bewezen dat de complexe menselijke geest een onuitputtelijke inspiratiebron blijft.
Tussen de overweldigende opener The Room en de verstilde melancholie van afsluiter Exit The Room spelen zich binnenskamers heftige muzikale taferelen af. Gelukkig heeft meestermixer Jens Bogren alles in goed banen weten te leiden, want er komt wel heel veel op je af als argeloze luisteraar. Soms kom je oren te kort en had het wellicht een tandje minder gekund. Maar eigenlijk is alles wat je van een overtuigend progmetal epos mag verwachten in ruime mate aanwezig.
Aan afwisseling is in elk geval geen gebrek. Fraai zijn de talrijke gitaarsolo’s die Marco Sfogli uit de gitaarmouw weet te schudden, Youmna Jreissati weet je te betoveren met haar stem als een nachtegaal en ook Michael Mills levert hier weer, het van hem inmiddels gekende, vakwerk af. Wat een strot heeft die man toch. Ostura-zanger Elia Monsef houdt zich met zijn veelzijdige stem overigens knap staande tussen deze zangtalenten. En bovendien is de wisselwerking tussen de drie een bron van luistergenot.
Als je naast Michael Mills ook nog iemand als Arjen Lucassen binnenhaalt, dan weet je dat de vergelijking met Ayreon al snel gemaakt zal worden. Maar eerlijk gezegd vallen de muzikale overeenkomsten best wel mee. Qua opzet zijn er natuurlijk genoeg parallellen te trekken, maar Ostura’s “The Room” heeft voldoende eigen smoel om de toets der kritiek te kunnen doorstaan. Een vleugje Therion kan echter niet over het hoofd worden gezien, met name door de orkestrale aanpak en de massale koorzang die geregeld de kop op steekt.
Ostura maakt op zijn tweede plaat een hele grote sprong voorwaarts. Vanwege de uitgekiende, spannende opbouw, waarbij het zwaartepunt in het tweede gedeelte ligt, verdient het zeker de aanbeveling om dit vijf kwartier durende album in zijn geheel te consumeren. Of beter nog, te beluisteren.
Joost Boley