Osyron is een symfonische metalband uit Alberta, Canada. De groep bestaat uit zanger Reed Alton, gitaristen Krzysztof Stalmach en Bobby Harley, bassist Tyler Corbett en drummer Cody Anstey. Volgens eigen zeggen overbrugt Osyron de kloof tussen traditionele Europese hardrock en metal met de metal uit hun eigen tijdperk. Daardoor ontstaat er een nieuw, fris geluid.
De oorsprong van de band is terug te voeren tot Ontario, waar de formatie begon onder de naam Morbid Theory. Na het uitbrengen van twee demo’s “Chaos Breed” in 2006 en “Harbinger” in 2010, onderging de band enkele veranderingen maar ook op het gebied van visie en identiteit. In 2012 verhuisde de groep naar Alberta en ging verder onder de naam Osyron. “Harbringer” werd in 2013 opnieuw opgenomen en in 2017 kwam de cd “Kingsbane” op de markt.
Dat nieuwe, frisse geluid is wat mij betreft te overmoedig gekozen, maar de songs zijn wel degelijk fraai. Waarom geen nieuw geluid? De linkjes met bands als Symphony X, Dream Theater en Kamelot liggen namelijk op de loer. De kwaliteit van deze band zit hem wat mij betreft volledig in de details en per definitie niet in het gekozen genre.
Veruit het beste nummer op “Foundations” is The Cross, laten we daar mee beginnen. Sterker, de track verdient wat mij betreft een uitgebreide alinea, het is een geweldig nummer! Bombastisch tot en met en hiermee begint het album gelijk groots. Zware, dominerende riffs banen een weg binnen een ingenieuze track waar verschillende tempowisselingen zijn verwerkt. Orkestratie zorgt voor een groots effect maar dan hebben we het nog niet eens gehad over de harmonieuze zang. De geweldige solozang van Reed Alton in combinatie met het achtergrondkoor is van ongekende kwaliteit. Voor sommigen valt die combinatie van vocalen misschien wat cheesy uit, maar wat mij betreft is dit één van de beste nummers die ik de laatste tijd heb gehoord.
Met Reed Alton wil ik deze recensie vervolgen, want de absolute klasse van dit album zit voor een groot gedeelte in de kwaliteit van deze zanger. Eerlijk is eerlijk, de songs op instrumentaal gebied vervelen geen minuut en scoren ver boven het gemiddelde, maar Alton pusht de cd door zijn vocale kwaliteiten naar een hoger niveau. Zijn stemgeluid klinkt gevarieerd, elke octaaf is perfect geplaatst en nergens is er een moment van zwakte te vinden. Soms krijg je het gevoel dat hij de hardrockfans van de jaren tachtig probeert te plezieren, maar net zo goed kan concurreert hij met zangers als Bruce Dickinson, Mikael Åkerfeldt, Russel Allen, Tommy Karavik of Roy Khan.
Instrumentaal kan je stevige progmetal verwachten waarin zo nu en dan driftig met djent structuren wordt gestrooid (Ignite), maar net zo goed wordt het genre hardrock bedient. De liefhebbers van melancholische folkrock kunnen zich wellicht vinden in Battle Of The Thames. De Slag om de “Theems” (ook bekend als de Slag om Moraviantown), was een Amerikaanse overwinning in de oorlog van 1812 tegen Tecumseh’s (een Inheemse Amerikaan en leider van het Shawnee volk) Confederatie en hun Britse bondgenoten. De slag vond plaats op 5 oktober 1813 in Upper Canada, nabij Chatham.
Minpunten aan de cd zijn er nauwelijks te noemen, buiten dat het plezier van korte duur is. Je kan een half uur genieten van dit album, daarna is het echt over. Jammer, twee nummers erbij en je hebt een topalbum in de dop dat mee kan doen in de hoogste regionen van het muzikale jaar.