Naar eigen zeggen is de reden voor Devin Townsend aan 蘇醒 ”II:Frailty”, het tweede album van de Chinese band OU, mee te werken, het unieke karakter van deze Chinese band. En het moet gezegd worden: ik ken niets dat hier op lijkt.
De titeltrack 蘇醒 Frailty geeft al direct het wat schizofrene karakter van deze band weer. Aan de ene kant heb je de hoge, vaak lieflijke zang van Lynn Wu, de moderne synthriedels en het evenzo lichte pianowerk. Aan de andere kant hebben we de zeer complexe ritmes, de rijkelijk aanwezige bombastische uitspattingen, de snelle riffs en het complexe drumwerk. Soms doet het geheel zelfs wat avantgardistisch aan, bijvoorbeeld tijdens de passage waarin de zangeres met kinderstem heel repetitief wordt ingezet over een dreigende ondergrond.
Hoewel ook de opener echo’s van Devin Townsend’s “Epicloud” herbergt, komen deze nog iets sterker naar voren op 淨化 Purge, niet in de laatste plaats Townsends geschreeuw, dat als een nauwelijks hoorbare vocale onderlaag fungeert. Over die laag komen verschillende lagen, gezongen door Wu, sommige flink hoog, andere wat minder. Op deze manier wordt haar zang door de muziek heen gevlochten, zoals ook Peter Hammill vaak doet op zijn latere soloalbums.
Na drie nummers van relatieve drukte is 血液 Redemption een mooi rustpunt: kalm en bespiegelend, heel mooi eigenlijk. Het navolgende 衍生 Capture and Elongate (Serenity) is een mix van beide, maar dan met een elektrojazz vibe: de zang is een beetje lijzig en digitaal bewerkt, maar soms schiet de band uit zijn slof. Zo hoor ik ze het liefst: wat meer emotie, wat minder steriel.
破魂 Spirit Broken laat een combinatie horen van een paar mooie zanglijnen en zware ritmegitaren, terwijl het wat merkwaardig getitelde 歪歪地愛 yyds een meeslepend brok instrumentale progmetal vormt, met daarin behoorlijk wat tegendraadse ritmes en stevig gitaarwerk. Wu mag hier overheen woordeloos galmen. Zou de titel een verwijzing zijn naar YYZ van Rush?
Na al dit muzikale geweld is het lieflijke 輪迴 Reborn een rustgevend slaapliedje. 念 Recall is tenslotte een intrigerende combinatie van repetitieve marimbapatronen, vergelijkbaar met de minimal music van Steve Reich. Het doet zijn naam ook eer aan door een reprise te vormen op het album.
De complexe progmetal van OU zal niet iedereen direct aanspreken, daarvoor is het misschien net iets te apart. Maar de band heeft wel degelijk zijn kwaliteiten en een behoorlijk uniek geluid: de ritmesectie biedt een complexe ondergrond waarover de vele lagen (Chineestalige) zang worden gelegd. Die zang is aan de hoge kant, en gecombineerd met de aan synthipop herinnerende toetsen klinkt het meestal licht en helder, maar ook wel wat synthetisch en steriel. Meest apart zijn de invloeden van minimalisten zoals Steve Reich, die het repetitieve karakter van sommige nummers versterken. Grootste invloed op het geheel blijft toch echter Devin Townsend en dan met name diens “Epicloud”.