Ik haat maandagen. Of ik nu moet werken, of ik ben vrij, ik vind het de naarste dag van de week. De winkels zijn vaak ’s ochtends gesloten, iedereen lijkt te werken en zodra de winkels wel open zijn, is er geen ruk te doen. Ook als ik werk, heeft geen collega zin, geen baas is in goeden doen en is de arbeid niet vooruit te branden. Niemand houdt een maandagmiddagborrel, veel restaurants en cafés zijn simpelweg gesloten ’s avonds en zelfs de bioscopen hebben een lager aanbod films op de maandag. Het weekend lijkt eindeloos ver weg. Waarom wij de maandag hebben gebombardeerd tot de meest saaie dag van de week begrijp ik niet echt, maar we doen er allemaal aan mee. Vooral de maandagmiddag is verschrikkelijk. Ik begrijp Garfield in zijn haat voor maandagen.
Dus ik moest deze recensie wel op maandagmiddag schrijven. Het kon haast niet anders. Het is ook de perfecte plaat voor de maandagmiddag.
“Four Letter Monday Afternoon” is de derde plaat van de Duitse formatie Out Of Focus, en deze kwam als dubbel lp uit in 1972. De volgorde op de remaster en heruitgave van Esoteric Recordings is wat veranderd ten opzichte van de lp-versie. Men heeft de volgorde van de eerste cd-uitgave (Kuckuck, 1992) gelukkig aangehouden. Where Have You Been is van het begin van de tweede lp naar het einde van de eerste plaat gegooid. Terecht, want hij was daar een beetje een vreemde eend in de bijt. Want door deze terechte wijziging is nu de hele tweede cd gewijd aan Huchen A, B & C. Daarnaast heeft men als tweede track de oorspronkelijke b-kant When I’m Sleeping toegevoegd.
Tot zover de geschiedenisles, want misschien mede hierdoor is “Four Letter Monday Afternoon” bij verre de beste van de drie (officiële) verrichtingen van Out Of Focus. Temeer nog, het is een onvermoed meesterwerk, volkomen genreoverschrijdend, en staat op gelijke hoogte met het beste van Soft Machine, als dat het niet zelfs overtreft, en daarmee heb ik gelijk de voornaamste invloed aangestipt.
Ten aanzien van de eerste twee platen, het fantastische debuut “Wake Up” uit 1970 en het niet geheel geslaagde “Out Of Focus” uit 1971, is de nadruk veel meer komen te liggen op de jazz/fusion. Dat blijkt al direct uit de ruim 17 minuten durende opener L.S.B., dat buitengewoon heftig de kamer binnenmarcheert. De band is enorm uitgebreid met allerlei blazers, wat het Soft Machinesfeertje verklaart. Pas na 13 minuten wordt de zang ingezet, alsof de band alle tijd neemt. Ook Tsajama is een jam met daarin fantastisch gitaar- en Hammondspel, en waar de blazers het extra element vormen. Horen is geloven. Tenslotte laat Black Cards de psychedelische kant van Out Of Focus, zo aanwezig op de vorige twee platen, nog eens in volle glorie horen. De zang is nog steeds verschrikkelijk, maar dat versterkt slechts de sfeer van deze wonderlijke dubbelaar.
Zoals gezegd is de tweede cd nu dus geheel toebedeeld aan Huchen, voor het gemak onderverdeeld in A, B & C, hoewel de scheiding tamelijk arbitrair is. Hoe het ook zij, het is een volledig instrumentale sessie, gescheiden door het hypnotiserende, haast Philip Glass-achtige fluitspel aan het begin, dat af en toe terugkomt. Men heeft voor deze track waarschijnlijk een urenlange jamsessie op de band gezet, waarschijnlijk op maandagmiddag, en heeft daaruit als een mozaïek deze drie prachtige delen gesneden. Het blijft daardoor wel een pure improvisatie, maar wel eentje om in te lijsten. En te beluisteren onder het genot van een waterpijp.
Van de drie platen heruitgegeven door Esoteric Recordings is “Four Letter Monday Afternoon” niet alleen bij verre de beste, het is niets minder dat een ‘vergeten’ klassieker. Mocht je niet vies zijn van een beetje jazz/fusion in je progrockcollectie, en spreken de Youtube’s je aan, klik dan vooral op de onderstaande link. Tenminste, als je komende maandagmiddagen wat leuks te doen wilt hebben…
Markwin Meeuws