Al bijna veertig jaar is Ozric Tentacles de vaandeldrager van de Britse neo-spacerock. Na de eerste cassettes die het in het ‘crusty-circuit’ goed deden volgde een reeks albums die gaandeweg steeds minder verrassingen bood. Dan weer ietsje meer psychedelica (“Become The Other”), dan weer ietsje meer rock (“Arborescence”), dan weer iets meer elektronica met zelfs een tikkeltje drum&bass (“Spirals In Hyperspace”), maar altijd op en top herkenbaar en hevig onder de hypnotiserende invloed van Gong en diens kapitein Steve Hillage. In feite een soort BZN in z’n genre – en dat is positief bedoeld.
De schare fans van de band is in elk geval nooit teleurgesteld en andersom ook niet. Toen een jaar of tien geleden de groep bij een brand in hun hoofdkwartier alles verloor, bood zijn trouwe publiek uitkomst, zodat leider Ed Wynne sindsdien niet met lege handen staat. Voor het vijftiende album, “Space For The Earth”, nodigden Wynne, zijn zoon Simon Neptune en drummer Balázs Szende een keur aan oud-leden uit voor bijdragen. Zoals Joie Hinton die in de jaren negentig de Ozrics verliet om de elektronische off-shoot Eat Static te starten. Of Nick Van Gelder, drummer uit de begintijd die zelfs nog korte tijd deel uitmaakte van Jamiroquai.
Leuk allemaal, maar “Space For The Earth” – waar de groep zo’n twee jaar over deed – kan niet de boeken in als een hoogtepunt in het bestaan van Ozric Tentacles. Tuurlijk, alle ingrediënten zijn ruimschoots aanwezig, van vurige gitaarsolo’s en bubbelende synthesizers tot complexe drumritmes en dromerige baslijnen, maar niets beklijft of blijft na een paar minuten nog overeind staan. Dit is zo’n album waarbij je onbewust je concentratie verliest en je met andere dingen gaat bezighouden. Ongemerkt zit je dan plots in het derde stuk Humboldt Currant en realiseer je je dat deze cd eigenlijk prima achtergrondmuziek biedt.
Ook qua mix is het geen hoogvlieger. Gitaar en toetsen domineren gedurende de drie kwartier durende plaat, terwijl drums en bas dof en redelijk muf uit de verf komen. Gevalletje ‘deken erover’. Datzelfde euvel hebben we de laatste jaren vaker bij de Ozrics gehoord, maar nu gaat die gekozen klank samen met een gebrek aan goede ideeën en dat levert een teleurstellende plaat op. Ergens ontkom je niet aan de gedachte dat Wynne en consorten van deze plaat teveel een haastklus hebben gemaakt. Sommige tracks (Popscape, Climbing Plants) komen bijna opgefokt over. En waar blijft dat volledige ritmeloze, Ambient-album nou? Bij Ozrics Tentacles is een koerswijziging uitgesloten, maar de pittige kruiden ontbreken ditmaal en dat resulteert in een uiterst flauwe plaat.