Elke keus die je in je leven maakt, elke weg die je inslaat, maakt je tot wie je bent. Dat is de boodschap die bandbrein Daniel Gildenlöw je meegeeft op het nieuwe album van Pain of Salvation. Maar wie is hij dan? Een metalhead, zoals je kunt horen op debuutalbum “Entropia”? Een gevoelige Romeo, die ’s nachts de rustige, akoestische tokkelliedjes van de cd “12:5” onder je balkon zingt? Een Disco King (“Scarsick”), Mister Money of misschien zelfs God (“BE”)? Nee, Daniël is een rusteloze kameleon, die telkens weer voor een ander avontuurlijk weggetje kiest.
Toen de ep “Linoleum” uitkwam, leek het erop dat Gildenlöw was teruggekropen naar de jaren zeventig. Rocknummers als Linoleum en Mortar Grind zijn rechttoe rechtaan. Niet ingewikkeld fröbelen op je gitaar, maar gewoon lekker raggen. Opener No Way is ook zo’n rauw rocklied. Pain of Salvation klinkt hier een beetje als Soundgarden of als een moderne versie van Led Zeppelin. Maar op het moment dat je denkt de nieuwe richting te vatten, brengt She Likes To Hide je op een dwaalspoor.
In het tweede nummer hoor je namelijk wat bluesinvloeden en bij Tell Me You Don’t Know lijkt het of Eric Clapton aan de snaren plukt. Sleeping Under The Stars is een beetje een zeemanslied, dat uitmondt in een dronkenmanwalsje. Het gospelachtige Of Dust lijkt nog op het orkestrale album “BE” te horen en dan is er nog het titelnummer. Met de minimalistische ballade Road Salt nam Pain of Salvation deel aan het ‘Melodifestivalen’, de Zweedse variant van het songfestival. Helaas (of gelukkig?) kwam de band niet verder dan de halve finale. De nieuwe plaat is weer even wennen, maar dat is iedere fan inmiddels wel gewend.
Het lijkt soms of Gildenlöw je in de maling wil nemen. Op het vorige album “Scarsick” verraste hij met discodeuntjes en countryriedels, nu met hitparaderock, blues en gospel. Pain of Salvation kun je niet meer serieus nemen. Of toch wel? Onder de vrolijke deuntjes en gekke grollen vind je na een aantal luisterbeurten een diepere betekenis. Het maakt immers niet uit welke weg Gildenlöw kiest, hij blijft van binnen die piekerende filosoof. De teksten zijn dan ook weer zwaar en cynisch. Een titel als Sleeping Under The Stars krijgt een heel andere betekenis als je weet dat het over groupies gaat. Ook zit er veel emotie in elk nummer verstopt. ‘You damage me…’, mijmert Gildenlöw in het onheilspellende Darkness Of Mine. In Sisters, voor mij het hoogtepunt van het album, streelt hij met een lief stemmetje je oor, terwijl de tekst over overspel je rillingen geeft.
Pas op het laatst hoor wat vertrouwds. De band neemt altijd de tijd om een album af te sluiten en het nummer Innocence is geen uitzondering op die regel. Het nummer ontvouwt zich langzaam en heeft daardoor een enorme spanningsboog. Alle zangkwaliteiten van Gildenlöw, wat toch wel het handelsmerk van de band is, komen naar voren. Hoge gillen, lage grommen en lieflijk gemijmer. Alsof de band even terugkijkt op albums als “Remedy Lane” en “The Perfect Element”.
“Road Salt One” is een toegankelijk album. De liedjes zijn een stuk korter dan op de vorige cd’s en ook het tempo ligt een stukje lager. Er komen weinig gekke wendingen in de nummers voor en er wordt nauwelijks gefreakt op instrumenten. Kun je dit nog progressieve metal noemen? Of alleen nog progressief? “Road Salt One” lijkt een wegluisterwerkje, maar stiekem is het toch een groeiplaat. Pop, rock, blues, gospel en ga zo maar door, dat lijkt een bijeengeraapt zooitje, maar na vele luisterbeurten blijkt alles toch samen te hangen. Niet alleen tekstueel, maar ook op muzikaal gebied. Darkness of Mine lijkt namelijk een voortvloeisel uit Sisters en tegen het einde keren steeds meer elementen uit voorgaande liedjes terug. “Road Salt One” is niet zomaar een plezierritje, maar een reis met bestemming. Op naar deel twee!
Shireen Bekker