Pallas

The Dreams Of Men

Info
Uitgekomen in: 2005
Label:  InsideOut
Website: Pallas Website
MySpace: -
Tracklist
Bringer Of Dreams (9:50)
Warriors (7:15)
Ghostdancers (7:30)
Too Close To The Sun (11:34)
Messiah (4:57)
Northern Star (4:01)
Mr. Wolfe (5:48)
Invincible (10:45)
The Last Angel (11:28)
Ronnie Brown: toetsen
Colin Frazer: drums, percussie
Niall Mathewson: gitaren
Graeme Murray: bas, zang, achtergrondzang
Alan Reed: zang
The Dreams Of Men (2005)
The Blinding Darkness cd /dvd (2003)
Mythopoeia (2002)
The Cross And The Crucible (2001)
Live Our Lives (2000)
Beat The Drum (1998)
The Wedge (1986)
Knight Moves EP (1986)
The Sentinel (1984)
Arrive Alive (1981)

Ruim vier jaar na het verschijnen van het prettige en samenhangende “The Cross And The Crucible” brengt Pallas “The Dreams Of Men” uit. Ondanks dat het Schotse gezelschap al sinds 1981 platen uitbrengt, is “The Dreams Of Men” uit 2005 pas hun vijfde volwaardige studioalbum. Als thema voor deze plaat hebben de heren de vele gedaantes en gedachten van de man in het algemeen gekozen. Als je de hoes erbij pakt zie je hierop een bronzen driegezicht staan. Het driegezicht geeft drie verschillende expressies van de man weer. Namelijk lachen, huilen en agressiviteit. Het driegezicht wordt aan beide kanten geflankeerd door de beeltenis van de duivel die als geen ander kan inspelen op de behoeften en zwakheden van de man.

‘Beter goed gejat dan slecht zelf verzonnen’ moeten de mannen uit het natte maar o zo fraaie Aberdeen gedacht hebben. Liefhebbers van de muziek van Arena en dan in het bijzonder van de albums “Contagion” en “Pepper’s Ghost” hebben genoeg redenen om dit stuk met bovenmatige interesse verder te lezen. Warriors, Mr. Wolfe en albumopener Bringer Of Dreams lijken zo uit het penseel van Arenabaas Clive Nolan te zijn gevloeid. Gezien het leeftijdsverschil van beide bands zou het logischer lijken dat Arena beïnvloed zou zijn door Pallas, maar het tegendeel is waar. Het gitaarspel van Niall Mathewson en het bombastische toetsengeluid van Ronnie Brown schurkt nu toch wel heel nadrukkelijk tegen dat van de Arenatandem John Mitchell en de eerder genoemde Clive Nolan aan.

De Arena look-a-like Bringer Of Dreams heeft alles in zich om uit te groeien tot een live favoriet. Na een lang klassiek aandoend intro, verandert de toon van rustig en ontspannend naar heftig en agressief. Met zijn karakteristieke stem heet zanger Alan Reed je letterlijk ‘welcome’. Na deze welgemeende welkomstgroet gaan de heren helemaal los. Om pas tegen het einde van dit nummer weer tot rust te komen. Terwijl Graeme Muray zijn bas kaal plukt en drummer Colin Frazer de garantie van z’n drumstel test, schittert Mathewson met zowel gevoelig snaarspel alsmede met het betere hak- en zaag werk. Misschien dus niet helemaal origineel maar wel tien minuten Neoprog van de bovenste plank. Wat mij betreft een prima starter. Eentje die een duidelijke toon zet voor de rest van dit album.

Prijsnummer van deze blinkende schijf is Too Close To The Sun. Het langste nummer van de cd staat garant voor ruim elf en halve minuut puur symfogenot. Toetsenist Ronnie Brown laat de ene na de andere prachtige combinatie op de mensheid los. Alles wat Pallas halverwege jaren ’80 groot maakte komt in Too Close To The Sun tot volle wasdom. Bombastisch op de juiste momenten, rustige passages als het nodig is en een pakkend refrein. Het perfecte samenspel tussen de oerleden Mathewson, Brown en Murray zorgt voor de ideale omstandigheden om Alan Reed te laten excelleren. Ook bandleider Graeme Murray mag nog een riedeltje op dit prachtnummer meezingen. Jemig, dit komt toch verdacht veel in de buurt van de perfecte neoprogsong.

Groot is het contrast bij het opvolgende Messiah. Ondanks dat het te prijzen is dat Pallas eens de paden van de neoprog verlaat om wat meer te experimenteren, pakt dat hier helaas wat verkeerd uit. Waar het begin nog hoopvol is gaat het toch nog fout. Halverwege het nummer wordt er op de wijs van de oud Engelse kraker “Land Of Hope And Glory” een volledig misplaatste preek gehouden. Eentje waar zelfs reliprogger Neal Morse nog de hik van zou krijgen. De normaliter goed spelende gitarist Mathewson laat hier een gitaarsolo los die eerder bij elkaar getokkeld lijkt door de duivel zelf. Het geheel doet mij een beetje denken aan een mislukte kruising tussen Spock’s Beard en King’s X.

Voor de neoprogfan in het algemeen en Pallasfan in het bijzonder valt er weer genoeg te genieten op “The Dream Of Men”. Al heb ik zelden een hoogtepunt zo snel zien opvolgen door een dieptepunt. Toch is dit album nog alleszins de moeite waard. Al zal ik deze schijf bij de volgende draaibeurten programmeren zodat er een zeer goede plaat overblijft met hierop acht aangename tot zeer goede nummers.

Sander Kok

Koop bij bol.com

Send this to a friend