Zou het niet machtig zijn om alles te kunnen zien? Het zou ons in staat stellen om verbanden te leggen die nu vaak in onze geest ontbreken! Dat alziende oog is één van de betekenissen van de naam Panopticum, verbonden aan de Belgische band die deze overdenking aan het publiek voorlegt.
Dit gezegd hebbende, kunnen we de smidse binnengaan. Hier wordt (licht) metaal bewerkt op een ambachtelijke manier, maar gedurende het proces wordt er ook iets eigens aan toegevoegd. De inspiratie is als een pas afgeschoten lichtkogel aanwezig. Dream Theater verlicht de lucht en noem al de varianten maar op.
De appel valt dan wel niet ver van de boom, maar als ik mijn tanden in de vrucht zet, merk ik dat ik geen pure Progmetal proef! Verwacht bijvoorbeeld ook geen gitaristische trapeze hoogstaandheid van Dieter Cailliau en Tim Coulembier. Zij brengen gitaarspel en puntige solo’s met een ‘doe maar gewoon dan doe je al gek genoeg’ filosofie en dat valt bij mij in de smaak. Hun uitspattingen zouden ook in een strakke neoprogressieve setting niet misstaan.
Stuurt men het publiek dan niet met een kluitje in het riet? Och, de band zou door het hinken op twee benen heel gemakkelijk tussen wal en schip kunnen vallen, maar het zou zeer zeker onterecht zijn om aan de muzikale boodschap van het vijftal voorbij te trekken. Ze is onderhoudend en bepaald geen straf om aan te moeten horen. De elementen van waaruit gewerkt wordt zijn aansprekende melodieën en sfeer. Dat levert een sterke toren op die al het zwakkere dient te verdedigen. In de bek (mond?) van dit gegeven paard tref je namelijk een rotte kies aan, veroorzaakt door de bacterie verveling. Zo moet zangeres Shari Platteeuw duidelijk nog groeien in haar performance. Nu klinkt ze nog erg onzeker bij vlagen. Verder heeft ze best een aangename stem. Ik mis ook de afwisseling in de klankkleur van instrumenten. De toetsen worden vooral gebruikt om als ’tapijt’ te dienen, mogen nu en dan soleren maar kunnen in mijn ogen best (nog) vaker naar de voorgrond treden. Dat wil niet zeggen dat de noten je om de oren dienen te vliegen, maar nu klinkt het op momenten allemaal te verlegen. Ook krijg ik het gevoel dat de individuele nummers veel verschillende ideeën bevatten die als een onregelmatig geregen ketting aan elkaar zitten. Het mag wat vloeiender zogezegd. De lat ligt hoog voor een beginnende band, maar het geloof in eigen kunnen zal het collectief brengen waar het zijn wil en dat kunnen ze wat mij betreft bereiken door, zoals eerder aangehaald, de sterke troef sfeer.
Het sterkste nummer is The Angel And It’s Drawing, dat ook het meeste refereert aan Dream Theater. Het toetsenspel is ook meer extravert dan op andere songs. Afwisselend en daardoor boeiend om naar te luisteren. In dit nummer wordt ook zonder schroom uit de melodieuze rockvijver gevist. Dit spiegelplaatje is rijkelijk bedeeld met instrumentaaltjes, vier maar liefst. Eén ervan is openingstrack Backstage, die wel een bepaalde spanning opwekt, wat ook weer afgebroken wordt door zijn (ruime) lengte. Misschien had iets pittigers aan het begin beter de toon gezet. The Chaos In Between bijvoorbeeld waarbij beide gitaristen hun krachten bundelen en flitsende solo’s laten horen. Dat het ook te druk kan, bewijst Restless (waaarschijnlijk voer voor hardcore progmetal liefhebbers) maar op mij komt het erg rommelig over. Sterk punt van “Reflection” is dat er gelaveerd wordt tussen landschappen van rock en oases van rust. Goodbye is er een goed voorbeeld van. Een heel zwoel windje dat op den duur aanzwelt naar tyfoonwaarden. Dit nummer bevat ook erg sterke zang!
Toch is het een bitterzoete smaak die ik overhoud aan “Reflection”, gemaakt door een groep mensen die aan het begin van hun carrière staat. Panopticum heeft kwaliteiten en gaat zeker groeien, maar echt spectaculair is het nog niet op alle fronten. Wat peper in de kont zou het al de goede richting op helpen. Where Does It All Lead To? De toekomst zal het uitwijzen!
Ton Veldhuis