Met enige regelmatig dient zich een artiest aan die bij voorkeur alles zelf doet. Nummers schrijven, alle instrumenten bespelen, zelf de productie verzorgen en de cd in eigen beheer uitgeven. Met Benjamin Bell – zeg maar Ben – hebben we weer zo iemand in huis. Na wat muzikale avontuurtjes vond Ben het tijd worden helemaal voor zichzelf te beginnen. Onder de naam Patchwork Cacophony brengt hij in 2014 tamelijk geruisloos zijn gelijknamige debuut uit. Op diens opvolger, “Fire Of Cups”, zetten we in elk geval voor even de schijnwerpers.
Ben Bell heeft een voorliefde voor de klassieke symfonische prog. Bij zijn debuut werden de klanken van zijn muziek wel vergeleken met Yes, Camel en Genesis. Toe maar, dan moet je wel wat in huis hebben! Dat is wel wat overdreven, maar Bell maakt zeker geen slechte muziek. Als je alles zelf doet, betekent dit niet dat je ook alles goed kunt. De invulling van basgitaar en drums komt wat plichtmatig over en het gitaarspel spreekt ook niet tot de verbeelding. Gelukkig laat Bell zich op twee nummers bijstaan door een gastgitarist. Dat zorgt meteen voor een aangename schwung in de muziek, die danig gedomineerd wordt door de klavieren, waar op zich helemaal niks mis mee is. Want daar ligt de kracht van Bell, hij is van origine duidelijk een toetsenist. En een hele beste, gelukkig. Daarom kan aan het rijtje van grote voorbeelden de naam van Rick Wakeman worden toegevoegd. De Hammond is zijn grote vriend. Hij laat dit klassieke orgel doorlopend grommen, spint daar omheen webben van synthesizer en vult de gaatjes van de uitgekiende composities met de Mellotron. Verschillende verstilde pianopassages zijn een lust voor het oor en maken het plaatje compleet. Bijna. Want Ben zingt ook en dat is geen onverdeeld genoegen. Zijn enigszins schelle stem is bepaald geen zalving voor het o zo gevoelige oor. Hoe mensen zang ervaren is altijd iets persoonlijks, maar ik noteer dit deel van Ben’s inspanningen toch als een minpunt.
Gelukkig valt er ook genoeg te genieten. Het ruim zestien minuten klokkende vierluik Fairytale bijvoorbeeld laat horen waar Bell goed in is. Veel tempo- en sfeerwisselingen, diverse muziekstijlen door elkaar gebruikt, met gevarieerd toetsenwerk leveren een melodieus en harmonieus geheel op. In Maybe ligt de nadruk meer op rock, met een aardige gitaarsolo, terwijl in Every Day melancholie de boventoon voert met een prachtig duet van Hammond en synthesizer. From A Spark is een pianostuk waarin Bell zijn klassieke achtergrond op dit instrument etaleert, waarna een weer wat meer proggy finale volgt waarbij het fijn is dat de tweede gastgitarist zijn opwachting maakt.
Patchwork Cacophony levert met “Fire Of Cups” een prima tweede cd af, waarin vooral het afwisselde toetsenspel respect afdwingt. Het is een ‘band’ met groeipotentie, al verdient het aanbeveling eens zelfkritisch naar de zang te kijken en een extra li(c)k gitaar kan zeker ook geen kwaad.
Fred Nieuwesteeg