“Only Passing Through”, het is een bijzondere titel voor je derde album. Je zou zeggen dat een band tegen die tijd zijn bestaansrecht al ruim heeft bewezen. Een titel “Only Passing Through” klinkt dan toch alsof je nederig tussen de menigte door probeert te glippen. Alsof je hier wel bent, maar niet blijft hangen. Gaat dat ook op voor de muziek?
De gemiddelde liefhebber zal inmiddels wel kennis hebben gemaakt met Pattern-Seeking Animals, als is het maar door de sterke connectie met Spock’s Beard. De band is voornamelijk ontstaan doordat toetsenist en liedjesboer Boegehold nog wat nummers op de plank had liggen waar hij binnen zijn andere projecten geen raad mee wist. Dit leidde tot hun in 2019 uitgebrachte opus eponymous.
Nog geen jaar later bracht de formatie de opvolger, “Prehensile Tales” uit, een album dat specifiek voor en door de band is geschreven (met wederom met name Boegehold als drijvende kracht). Dit album voelde al wat meer gefocust en uniform, maar wist ondanks zijn vakkundige en ongedwongen symfonische rock nog steeds niet echt te beklijven.
Ongeveer twee jaar later worden we getrakteerd op het derde hoofdstuk in de reis van onze patroonzoekende dieren. Direct wordt duidelijk dat de heren overtuigd zijn van de weg die ze bewandelen, want muzikaal borduurt dit album voort op zijn voorgangers. Het album staat bol van de speels klinkende symfonische rock en progressieve pop waar weinig nieuws over kan worden gezegd. En ditmaal is het nog zelfverzekerder dan op zijn voorganger.
Bij tijd en wijlen lijken de nummers hun inspiratie uit folklore te halen en hebben de nummers een mythisch laagje over zich heen, op andere momenten voelt de muziek wat aan als de schemering op een frisse voorjaarsdag. Ook worden invloeden uit de symfonische rock en popmuziek uit de jaren ‘70 niet geschuwd. Het is een combinatie die werkt en die garant staat voor een zeer ontspannen luisterervaring, maar ook een formule die we inmiddels al een paar albums kennen. Er hadden heus wat meer creatieve risico’s mogen worden genomen.
Het idee was om elk jaar met een nieuw album te komen, maar door welbekende redenen is een release in 2021 uitgebleven. Boegehold heeft aangegeven dat ze hierdoor een half jaar langer aan het album hebben kunnen werken en dat er daardoor aardig wat extra materiaal is geschreven waar de bandleden uit moesten kiezen. Ongetwijfeld horen we de tracks die de plaat niet hebben gehaald ooit terug op een volgend album. Laten we dan maar hopen dat ze het beste voor het laatst hebben bewaard, want een echte klapper blijft vooralsnog steeds uit.
Liefhebbers van fijne symfo kunnen het album met gemak in huis halen. De luisteraar wordt getrakteerd op een redelijk afwisselend en ontspannen uurtje aan muziek waar je jezelf met gemak in kan verliezen. Het is alleen zo jammer dat de muziek wederom niet weet te beklijven. Het is jammer, maar hoe lekker de muziek ook is: het gaat het ene oor in, en het andere oor uit, only passing through…