Attentie attentie!
“Plastic Soup” is het digitale geboortekaartje van de tot PB ll omgedoopte Plackband. Het album verdient meer dan alle aandacht. Bij Progwereld houden we de verrichtingen van deze Haagse band dan ook goed in de gaten met een hoofdrol daarin voor collega Hans Ravensbergen als meesterspion. In de aanloop van dit ambitieuze werkstuk verschenen bij ons op de site al diverse nieuwsberichten, een wedstrijd, een interview en een concertverslag. Nu is het dan aan mij om het “Plastic Soup” album te voorzien van een gedegen oordeel.
Nadat ik ben afgekoeld van de eerste overweldigende luisterbeurten kan ik de zaken wat beter relativeren en al gauw kom ik tot het besef dat de lichte koerswijziging ten opzichte van vroeger centraal moet staan in deze recensie. PB ll klinkt moderner, minder jaren ’70 en heeft veel meer een eigen identiteit. Een nieuwe band, een nieuw geluid en toch ook weer niet. Voor hen die onze eerdere publicaties niet gelezen hebben; PB II bestaat uit de Plackband-leden Michel van Wassem, Ronald Brautigam en Tom van der Meulen aangevuld met de fenomenale Harry den Hartog op basgitaar. Het is de wisselwerking van dit kwartet waardoor het eigen gezicht van de band zo naar voren kan komen. Enerzijds klinkt de zeer virtuoze basgitaar ongekend ritmisch en dynamisch, anderzijds draagt en sleept de muziek zich als vanouds voort. De productie is fris en de melodieën zijn pakkend, vooral die van de zang. Toetsenist van Wassem heeft de leadzang zelf voor zijn rekening genomen en dat is een goede zet. Hiermee krijgt de band een heel prettig aanzien, melancholisch en ver weg van het verleden. Als het eerste nummer zich aandient zou je trouwens zweren dat Patrik Lundstrom van Ritual achter de microfoon heeft gestaan. Van Wassem heeft hetzelfde bijtende nasale geluid en dat geeft de muziek z’n juiste glans.
Met dit album vraagt de band aandacht voor de problematiek van de zo geheten plastic soep. Het schijnt dat in ondermeer de Atlantische Oceaan velden met plastic afval zijn ter grootte van de Verenigde Staten. Het is vooral erg origineel om deze thematiek in een aantal nummers te verwerken. PB ll klinkt er geenszins bedillerig door, eerder integer en sympathiek. “Plastic Soup” is zo’n album waar alles aan klopt. De cd en de meegeleverde dvd zitten verpakt in een fraaie digipack van kringlooppapier. Samen met schrijfsels van onder meer milieu minister Jacqueline Cramer en de ontdekker van de plastic soep Charles Moore levert dat een boeiend geheel op.
Echter ook zonder dat interessante onderwerp komt de muziek erg goed over. Het album is zeer rijk aan variatie. De vijftien stukken die op hun beurt zijn ondergebracht in tien nummers verschillen dan ook elk behoorlijk van elkaar. Globaal gezien kan je stellen dat het eerste gedeelte van de ruim een uur durende schijf zich met nummers als You Know, My work Is Done, In the Arms of a Gemini en Loneliness focust op kracht en bombast richting Spock’s Beard en Porcupine Tree, terwijl het andere gedeelte zich kenmerkt door toegankelijkheid en sfeer. Uitzonderingen daargelaten natuurlijk. In het midden staat het epische The Great Pacific Garbage Patch, een compositie met een extreem mooie gitaarsolo van Brautigam. Het nummer is, vooral tijdens de volle stukken, het meest Plackbandachtig maar wel beter. Het eind is mooi ingetogen met z’n tokkelende gitaar en de fluitende synthesizer.
Een ieder heeft op de plaat volop de ruimte gekregen om te excelleren en alhoewel het in Ladrillo dik genieten is van de Uri Gellerachtige capriolen van bassist den Hartog, is de band toch op z’n best in het samenspel. Neem wat dat betreft Book Of Changes of neem het zeer Marrilion-achtige Criticize The Critics. Afijn, noem alle tracks maar op. Daarnaast heeft PB ll ruimte gecreëerd voor een drietal gastmuziekanten en die laten zich dan ook niet onbetuigd. De vooralsnog onbekende Heidi Jo Hines zingt het prachtige It’s Your Life, een door haarzelf geschreven ballade die fraai door van Wassem gearrangeerd is. HInes heeft een mooi, strak stemgeluid. In de hoogte klinkt ze wel een beetje wankel en dat maakt het nu juist zo aantrekkelijk. In het Oosters aandoende Fata Morgana is IQ-bassist John Jowit van de partij. Hij zorgt met zijn karakteristieke spel voor de omlijsting van de V-bas van den Hartog. Het resultaat is een zinderend instrumentaaltje met nooit gehoorde klanktapijten. In het grandioze slotnummer Gradle To Gradle lijkt het of John Mitchell alle plastic uit de zee speelt. Hij shredt er lustig op los als een ware Satriani en de finale valt alleen maar te omschrijven als euforische rock. Deze gastrollen leveren een constructieve bijdrage aan het geheel en zo hoort het.
Dat “Plastic Soup” een geslaagd product is moge duidelijk zijn. De koerswijziging die PBll heeft ondergaan is het enige juiste dat de muzikanten konden doen. Plackband was teveel vergroeid met het verleden, maar PBll kan de toekomst met open armen omhelzen. Ik doe mee.
Dick van der Heijde