Pendragon bestaat al 35 jaar. Ter promotie van hun nieuwe cd “Men Who Climb Mountains” is een nieuwe Europese tour van start gegaan. Het optreden op 11 oktober 2014 in De Boerderij bewijst dat deze oudgedienden in de prog nog springlevend zijn en nog jaren meekunnen.
Het was een eeuwigheid geleden sinds ik Pendragon voor het laatst zag. Ik maakte een van de eerste concerten van deze Britten in Paradiso mee. Heel benieuwd was ik, of deze progrockers zich nog staande zouden kunnen houden. Laat aangekomen bij De Boerderij werd al duidelijk dat Pendragon onverminderd populair is in ons land: geen parkeerplek meer te vinden.
Gary Chandler
Maar eerst was het de beurt aan Gary Chandler die leeftijdgenoten van mij ongetwijfeld nog kennen van Jadis. Om 20.15 uur betrad Gary in zijn eentje het podium, om wat oude nummers (van Jadis) en nieuw werk te vertolken, zichzelf begeleidend op akoestische gitaar. Al snel zwelt het geroezemoes in de zaal aan om de singer songwriterklanken bijna te overstemmen.
Halverwege pakte hij zijn elektrische gitaar en uit een kastje toverde hij wat ritmes en toetsenklanken. Iets (heel ver weg) van de oude glorie van Jadis kwam terug. Met heimwee denk ik terug aan begin jaren ’90 toen hij de prachtige cd “More Than Meets The Eye” in Paradiso (met Martin Orford magnifiek op toetsen) ten gehore bracht. Ik vind het een beetje sneu. Chandler ‘mag’ nu in zijn uppie het publiek proberen op te warmen voor de hoofdact van de avond. Maar misschien ben ik iets te somber.
Pendragon
De zaal is afgeladen als Pendragon het podium opkomt. Nick Barrett maakt direct contact met het publiek, iets dat hij de hele avond zal blijven doen. Hij grapt en grolt, maar van hem kun je het hebben, hij is sympathiek.
De band gaat voluit. Barrett is goed bij stem, al zijn de meningen over zijn keeltje verdeeld, en zijn gitaarspel is uitstekend. Subtiel tokkelend, emotioneel jankend, keihard rockend, hij laat het hele spectrum horen. Het spelplezier spat er bij hem zichtbaar af. Dat kan niet gezegd worden van Clive Nolan, die als vanouds geen spier vertrekt tijdens het beroeren van zijn klavieren. Het geluid is goed, alleen jammer dat de zang en de gitaar de toetsen regelmatige overstemmen. Ik hoor zo graag die meerlaagse toetsendekens van Nolan die zo bij de muziek van Pendragon horen. Los daarvan was het genieten geblazen. Er werd geput uit oud en nieuw werk, al bleven de allereerste cd’s in de kast. Paintbox was een van de klassiekers die goed uit de verf kwamen. Natuurlijk passeerde ook werk van “Men Who Climb Mountains” de revue. Dit werk lijkt iets minder stevig dan dat van de paar vorige werkstukken van Pendragon.
Album “Pure” was met vier nummers het best vertegenwoordigd. Over het algemeen wat steviger werk. Meer melodie was te horen op de drie nummers van “Not Of This World”.
Met Dance Of The Seven Veils en King Of The Castle word teen mooi akoestisch blokje neergezet. Oerlid (en volgens Barrett de lijm van de band) Peter Gee hanteert bij dit laatste nummer de akoestische gitaar. Hij plukt gedreven zijn bas, zingt mee en speelt toetsen. Een aardige toevoeging was de aanwezigheid van twee achtergrondzangeressen. Hoewel ze niet altijd helemaal goed door kwamen, zorgden deze vocalen toch voor een extra accentje.
Oh, wat heb ik toch een hekel aan drumsolo’s. Zo overbodig! En ja hoor, nieuwe drummer Craig Blundell mocht er eentje doen. Duidelijk werd wel, zeker ook tijdens de apotheose van de laatste toegift, dat Blundell een heel beste, energieke powerdrummer is.
Meeslepend gitaarspel, dat is toch wel een van de handelsmerken van Pendragon. Mooie voorbeelden liet de onbetwiste bandleider hiervan horen op onder meer op Breaking The Spell, en Nostradamus.
Omstandig bedankt Barrett bij de tweede toegift, het prachtige Masters Of Illusion, waarin hij nog een keer helemaal los gaat, de Nederlandse fans die de band al die jaren trouw zijn gebleven. Hij raakt zichtbaar geëmotioneerd. Het tekent de bevlogen vakman, die zijn publiek waar voor zijn geld wil geven. Het weerzien met Pendragon is me uitstekend bevallen.
Verslag en foto Gary Chandler: Fred Nieuwesteeg
Foto’s: Ron Kraaijkamp