Wanneer de jaren zeventig zo’n beetje ten einde lopen, kennen de Verenigde Staten voor de komst van disco en punk een buitengewoon levendig progressief wereldje dat, naast de gangbare groepen, ook uit onbekende bands als Atlantis Philharmonic, Babylon, Cathedral, Fireballet, Lift, Mirthrandir, Starcastle of Yezda Urfa bestaat. Dit zijn stuk voor stuk aanzienlijk minder toonaangevende bands die grotendeels geïnspireerd zijn door hun beroemde voorgangers van het Europese continent. Met zijn titelloos debuut nestelt ook Pentwater zich tussen deze ‘mindere goden’.
Door het omslaan van het heersende muzikale klimaat ziet de band zich genoodzaakt zijn eersteling op zijn eigen label uit te brengen. Het album ontvangt enkele positieve reacties, maar kan evenwel niet verhinderen dat Pentwater het zoveelste slachtoffer wordt van de groeiende populariteit van de twee eerder genoemde muziekstijlen. Het is dan ook niet verrassend dat het kwintet in de zomer van 1978 uiteen valt. De band heeft op dat ogenblik maar liefst 59 composities op zijn naam staan, variërend in lengte van één tot ruim twintig minuten.
Deze muziekstukken zouden zo goed als allemaal spoorloos zijn verdwenen, ware het niet dat Greg Walker van Syn-Phonic Records, specialist in het opnieuw uitbrengen van oude obscure albums van Amerikaanse progbands, de band in 1990 benadert met het voorstel om onuitgebracht materiaal van Pentwater uit te brengen op zijn label. De bandleden gaan akkoord, waarna Mike Konopka op zoek gaat naar de oude opnametapes. Vervolgens selecteert de band nauwelijks negen onuitgebrachte muziekstukken, die hij in zijn eigen opnamestudio samen met Ron LeSaar digitaal opkalefatert en opnieuw mixt.
Dit zeer minutieuze proces neemt vanzelfsprekend enige maanden in beslag, zodat het resultaat van de hele onderneming pas in 1992 op Walker’s platenlabel verschijnt. De negen muziekstukken op dit zeer toepasselijk getitelde “Out Of The Abyss” zijn opgenomen van 1973 tot en met 1976. Dit houdt dus in dat deze verzamelaar een onbekende hoeveelheid composities met Phil Goldman (gitarist van 1970-1975) en met Ron Fox (gitarist van 1976-1978) bevat.
Evenals “Pentwater” biedt ook “Out Of The Abyss” karakteristieke jaren zeventig progressieve rock. Om deze bewering kracht bij te zetten hoef ik maar een vluchtige blik te werpen op de opsomming van het bijzonder indrukwekkende instrumentarium van de band. Hier staan een paar van de meest gebruikte en dientengevolge legendarische merknamen uit die bewuste periode vermeld, waaronder Elka, EML, Gibson, Hammond, Martin, Mellotron, Moog, Rhodes, Rickenbacker en Theremin. Naast nogal wat slaginstrumenten horen we akoestische gitaar, basgitaar, drums, dwarsfluit, elektrische gitaar, elektrische piano, fluit, gong, hobo, klavecimbel, orgel, piano, synthesizer en viool.
Door een verbluffende instrumentenbeheersing tovert het kwintet moeiteloos allerlei maatsoorten, diverse ritmes en verschillende melodieën uit de hoed. De doorgaans intelligente instrumentaties, levendige arrangementen en abrupte wendingen, doen mij herhaaldelijk denken aan Emerson, Lake & Palmer, Genesis, Gentle Giant of Yes. Toch haalt Pentwater nergens het hoge niveau van deze beroemde Engelse voorgangers, maar kan de band makkelijk mee met de reeds hierboven genoemde land- en tijdgenoten.
Ondanks deze referenties, waarbij ik soms ook nog een vleugje Finch of Focus kan bespeuren, blijft de muziek evenwel vandaag de dag nog bijzonder fris en levendig klinken. Dat “Out Of The Abyss” is samengesteld uit nummers van de periode 1973-1976, gaat gelukkig niet of nauwelijks ten koste van de continuïteit van deze verzamelaar. Alleen Gwen’s Madrigal en Kill The Bunny vallen enigszins uit de boot. De laatste is een live-nummer en de eerste staat, weliswaar in een andere versie, ook op de debuutplaat.
Dankzij de helaas veel te vroeg ter ziele gegane webpagina http://www.prog.net/ was “Out Of The Abyss” halverwege de jaren negentig mijn allereerste kennismaking met Pentwater en ik moet bekennen dat deze mij meer dan uitstekend bevallen is. Daar onlangs het titelloze debuut voor het eerst op cd is verschenen, heb ik nu eindelijk de mogelijkheid beide albums langs elkaar te leggen. De twee albums ontlopen elkaar niet veel, maar toch heb ik een lichte voorkeur voor de verzamelaar. Dat komt voornamelijk omdat de band voor het samenstellen de keuze had uit bijna zestig composities, zodat het neusje van de zalm daadwerkelijk terecht is gekomen op “Out Of The Abyss”. Ik kan dan ook met een gerust geweten deze plaat bij de fans van het debuut aanbevelen.
Frans Schmidt