Pentwater

Pentwater

Info
Uitgekomen in: 1977 (2003)
Label:  Beef Records
Website: http://www.pentwatermusic.com
MySpace: -
Tracklist
Frustration Mass (3:37)
Living Room Displays (5:01)
Memo (4:13)
Orphan Girl (8:36)
AM (2:49)
Palendrode (4:00)
Prelude To War (1:11)
War (5:05)
Death (2:49)
Gwen's Madrigal (4:03)
Wave (3:05)
Radioactive (5:49)
Ron Fox: gitaar, hobo
Ken Kappel: toetsen, zang
Mike Konopka: gitaar, fluit, viool, zang
Ron LeSaar: basgitaar, zang
Thomas Orsi: drums, percussie, zang
Met medewerking van:
Phil Goldman: gitaar, zang
Sandy Kappel: altviool op Prelude To War
Pentwater cd (2003)
Out Of The Abyss compilatie 1973-1976 (1992)
Pentwater lp (1977)

De geschiedenis van Pentwater begint in 1970 wanneer gitarist Phil Goldman, toetsenist Ken Kappel, gitarist Mike Konopka, drummer Thomas Orsi en bassist Marty Sachs de band oprichten. De laatste staat in het nieuwe jaar noodgedwongen zijn plek af aan Ron LeSaar. Vanaf dit ogenblik begint het kwintet zich meer en meer toe te leggen tot het componeren van eigen materiaal, waarbij het zich overduidelijk laat inspireren door groepen als Emerson, Lake & Palmer, Genesis, Gentle Giant, King Crimson en Yes.

Deze bezetting bezwijkt in 1975 wanneer Phil Goldman besluit zijn gitaar tijdelijk aan de wilgen te hangen. Met zijn vervanger, Ron Fox, neemt de band vervolgens het debuut op dat pas in december 1977 op het eigen label Beef Records verschijnt. Ondanks enkele, meestentijds positieve, recensies van het titelloze album kan het stel evenwel niet voorkomen dat het ten prooi valt aan de opkomst van disco en punk in de Verenigde Staten. In de zomer van 1978 gooit Pentwater dan ook volgens de verwachtingen de handdoek in de ring om vervolgens niets meer van zich te laten horen.

Dat verandert in 1990 wanneer Greg Walker van Syn-Phonic Records de band benadert met het plan om onuitgebracht materiaal van Pentwater op cd uit te brengen. De bandleden gaan akkoord en na een intensieve zoektocht naar oude mastertapes, resulteert dit hele project uiteindelijk in “Out Of The Abyss” dat in 1992 verschijnt. Door deze verzamelaar komt de groep weer in de belangstelling van een nieuwe generatie muziekliefhebbers. Deze hernieuwde interesse gaat ook aan de band zelf niet ongemerkt voorbij en na wat speldenprikjes eind vorige eeuw komt Pentwater in 2002 weer bij elkaar.

Naar aanleiding van deze geslaagde hereniging zijn de bandleden van plan hun debuutalbum, samen met een paar nooit eerder uitgebrachte bonusnummers, voor het eerst op cd uit te brengen. Daarbij maken ze van de gelegenheid gebruik om de oorspronkelijke trackvolgorde te veranderen. Wanneer de plaat in augustus 2003 op cd verschijnt, blijkt dan ook dat de originele volgorde AM, Living Room Displays, Memo, Orphan Girl, Frustration Mass, Palendrode, War en Gwen’s Madrigal vervangen is door een nieuwe, waaraan Prelude To War, Death, Wave en Radioactive zijn toegevoegd.

Deze twaalf muziekstukken op “Pentwater” bieden karakteristieke jaren zeventig progressieve rock waarvoor het vijftal gebruik maakt van een bijzonder uitgebreid instrumentarium waaronder, naast gitaar, toetsen, basgitaar en drums, ook instrumenten als hobo, fluit, viool en altviool (bespeelt door Sandy Kappel). De composities pakken in de regel uit met intelligente instrumentaties en doordachte arrangementen, waarbij het sublieme samenspel tussen het kwintet ervoor zorgt dat het nergens werkelijk uit de hand loopt.

Het feit dat alle bandleden stuk voor stuk vocaal hun steentje bijdragen doet mij haast onbewust denken aan het bijzonder ondergewaardeerde, maar desalniettemin legendarische Gentle Giant. Al luisterend naar composities als Orphan Girl of War doet mij nochtans erkennen dat ik niet helemaal onwillekeurig met deze referentie op de proppen ben gekomen. Uiteraard opereert Pentwater niet op hetzelfde hoge niveau als zijn Engelse vakbroeders, maar het peil van een tijdgenoot als Yezda Urfa wordt wel degelijk geëvenaard en soms zelfs overtroffen. Verder denk ik dat de liefhebbers van bands als Emerson, Lake & Palmer, Focus, Genesis en Yes zeer zeker op dit album iets voor hun gading zullen aantreffen.

Dit soort antieke progressieve rock loopt heden ten dage natuurlijk het grote gevaar om als oubollig bestempeld te worden. Mede vanwege een fantastisch en wispelturig mengsel van geestigheid en technische vakbekwaamheid klinken de composities niettemin zelfs nu nog verbazingwekkend kwiek en monter. Natuurlijk is het te merken dat de plaat uit de jaren zeventig komt, maar het gehalte aan typische geitenwollensokken-muziek valt mij alleszins mee. Dat komt ook omdat Mike Konopka met Ron Fox de oude analoge mastertapes opnieuw heeft gemixed en gemastered, zodat de muziek kraak- en kristalhelder klinkt. Deze digitale ingreep is wat mij betreft dan ook zeer zeker geslaagd.

Tegen het einde van de jaren zeventig kent de Verenigde Staten voor de intrede van disco en later ook punk een bijzonder levendig progwereldje die, naast de onmiskenbaar bekendere namen, vooral bestaat uit onbekende bands als Babylon, Cathedral, Mirthrandir, Starcastle of Yezda Urfa. Dit zijn allemaal minder toonaangevende bands die grotendeels geïnspireerd zijn door hun wereldberoemde voorgangers van het Europese continent.

Wat mij betreft behoort ook Pentwater tot deze categorie. Dit Amerikaanse gezelschap bevindt zich immers duidelijk onder het hoge niveau van zijn illustere Britse tegenhangers. Dat maakt de muziek voor mij over de hele linie niet extreem essentieel, maar wel bij tijd en wijle bijzonder aangenaam!

Frans Schmidt

Send this to a friend