Het Yes album “Tales Of Topographic Oceans” was in 1973 een baanbrekend album. Een dubbel lp met op elke zijde één epic. Het groeide uit tot een van de meest spraakmakende albums in de progressieve rock. Er zijn niet veel bands die zoiets dergelijks daarna nog gemaakt hebben. Tot nu. Met het album “Vier”, het derde album van deze Amerikaanse band, heeft Perfect Beings het aangedurfd om een album te maken dat uit vier nummers bestaat die elk een zijde van een lp beslaan. Dat getuigt nog eens van lef en ambitie.
Zowel in 2014 als in 2015 bracht Perfect Beings een geweldig album uit. Bij het eerste noemde ik hun muziek ‘Songgerichte symfonische rock met een dun 80’s laagje’ en die stijl is altijd wel gebleven. De vergelijkingen met Yes waren nooit ver weg en zijn ook op dit nieuwe album te vinden. Maar door alleen die band te noemen zou ik Perfect Beings te kort doen. Ze hebben echt een eigen stijl, die op de eerste twee albums steeds bijgeschaafd werd en op dit nieuwe album geperfectioneerd is. Ik durf “Vier” te bestempelen als een mijlpaal in de symfonische rock.
Het album bestaat dus uit vier suites. Zanger Ryan Hurtgen legde de basis voor Guedra, Johannes Luley deed dit voor The Golden Arc en toetsenist Jesse Nason legde zich toe op Vibrational. Anunnaki werd een gezamenlijk project. In de tijd van schrijven was de band gereduceerd tot een trio. Drummer Dicki Fliszar en bassist Chris Tristram hadden de band verlaten. Voor de opnames werd drummer Ben Levin ingehuurd. Zijn plaats werd daarna door Sean Reinert ingenomen. De fenomenale baspartijen zijn door Johannes Luley ingespeeld (regelmatig denk je dat Chris Squire meespeelt!). Na de opnames werd bassist Jason Lobell in de band opgenomen.
Na de eerste luisterbeurt van dit album kon ik er nog niet zoveel mee. Het deed net zo complex aan als de hoes doet vermoeden. Maar gaandeweg lijken de nummers zich steeds meer te ontvouwen en ga je steeds beter het geheel ontdekken. Dit is een album waar je echt in moet investeren. Elke suite bestaat uit 4-5 delen. Deze zijn op zichzelf staand al geweldig, maar hoe vaker je ze hoort, hoe meer lijn je gaat ontdekken. Ze versmelten steeds meer tot één geheel. En elke suite heeft zijn eigen gezicht. De complexiteit valt ook stukje bij beetje weg. Ik vind het album een stuk toegankelijker dan ik aanvankelijk dacht.
Guedra laat je al meteen alle hoeken van de kamer zien. Het opent met een indrukwekkend staaltje zang en het eindigt achttien minuten later met een heerlijk stukje jazzrock. Er tussenin krijg je van alles voorgeschoteld. Rustige stukken of juist tegendraads, het komt allemaal voorbij. Het eerste gedeelte Guedra – Patience doet sterk aan Spock’s Beard denken. De zwevende toetsensolo smaakt naar meer, maar toetsenist Jesse Nason is koning in het doseren. Zijn toetsen zitten overal doorheen verweven, maar steeds met de juiste intensiteit. Ik mag trouwens ook de productie niet ongenoemd laten. Die is verzorgd door Johannes Luley (hij bezit een eigen studio) en is het schoolvoorbeeld van hoe een productie behoort te zijn.
The Golden Arc is een suite over Amerika. Het eerste deel, genaamd The Persimmon Tree, doet prachtig filmisch aan. Het lijkt wel of je in een zwart-wit film uit de jaren ’50 terecht bent gekomen, De toetsen en diverse blaasinstrumenten leveren hier geweldig werk af. Het loopt over in Turn The World Off met prachtig tegendraads spel met een grote rol voor de saxofoon. Het stuk America bevat heerlijk gitaarspel van Johannes Luley die ook op dit album weer zijn enorme veelzijdigheid etaleert. De achtergrondzang wordt overigens door zijn vrouw Robin Hathaway verzorgd. Het laatste deel, For A Pound Of Flesh is zo’n typisch Perfect Beings stuk; gelaagd, pakkend en met sterkte zanglijnen.
Vibrational kent weer andere accenten. Het is meer ingetogen en bevat een mooie warme sfeer. Het gebruik van meer vintage toetsen is erg gaaf en de jaren ’80 invloeden zijn subtiel aanwezig. In het laatste stuk van The System And Beyond lijkt het wel of Jean Michel Jarre meespeelt. Het opvolgende stuk Mysteries, Not Answers bevat een wonderschone melodie. En wat is zanger Ryan Hurtgen gegroeid in zijn rol! Zijn zangstem is mooi warm en als hij alle registers moet opentrekken doet hij dat met verve. In de volgende stukken van deze epic herken ik invloeden van Tears For Fears, Neal Morse en Steven Wilson maar ook Genesis.
Het slotstuk heeft de naam Anunnaki gekregen. Het gaat zalig in de hoogste versnelling van start waarin ook van dat zwevende toetsenspel opduikt. Het gitaarspel is hier bijzonder mooi. Patterns Of Light heeft een fijne beat die overgaat in inventief drumspel en de blaasinstrumenten vormen de kers op de taart. Het deel A Compromise vormt een prachtig rustpunt in het geheel. De lome jazzy gitaarsolo smaakt ook naar meer. In de laatste minuten mag Jesse Nason nog even losgaan op zijn Moog System 32. Wat een vet geluid! En daarmee komt er een einde aan een album van ongekende kwaliteit.
Soms, eens in de zoveel tijd, komt er een album uit waarin alles klopt. “Vier” is in eerste instantie als een foto die nog niet helemaal scherp is. Je ziet wel contouren en mooie stukken, maar het totaalplaatje is nog niet te zien. En dan is het net of bij elke luisterbeurt de lens steeds een beetje scherper wordt gesteld. En zo krijgt je langzaam een totaalbeeld met een ongekende schoonheid te zien.
Lees vooral ook het interview dat ik had met Johannes Luley en Ryan Hurtgen.
Maarten Goossensen