Het vervolg van het bijzondere dubbelproject waar Peter Gabriel zich in 2010 aan waagde! En zoals al blijkt uit het jaar van uitgave en de lijst artiesten een project waar hij iets teveel hooi op zijn vork nam. Of iets te veel van artiesten verlangde.
Het gegeven is welbekend. Gabriel coverde op “Scratch My Back” een cover van een artiest en vroeg in de plaats om een cover van zijn werk te leveren voor “And I’ll Scratch Yours”. Op zich een heel interessant idee. Ware het niet dat wat Gabriel met de covers deed wel iets helemaal anders was dan iedereen had verwacht. Maar meer daarover vertelde collega Math reeds in zijn recensie van “Scratch My Back”.
Ook bij het tweede gedeelte liep het niet altijd even makkelijk. Iedereen overtuigen om deel te nemen was al bij voorbaat schier onmogelijk. Wijlen David Bowie was meteen categoriek en weigerde deel te nemen. “Heroes” co-schrijver Brian Eno was er gelukkig wel voor te vinden. Ook Neil Young liet meteen weten niet mee te doen, terwijl de heren van Radiohead initieel wel besloten deel te nemen. Later veranderden zij van gedacht waardoor ook hun bijdrage geschrapt kon worden. Over de reden daarvoor bestaan enkel geruchten, maar dat maakt wel dat het hele project niet compleet geslaagd was. Met Joseph Arthur en Feist werden overigens wel vervangers uitgenodigd om toch de vereiste twaalf tracks te halen.
Goed, twaalf artiesten zijn gevonden. De hamvraag blijft dan vooral hoe zij het er vanaf gebracht hebben. Het zal vast niemand verbazen dat het een eerder wisselvallig resultaat is en dat niet elke cover even geslaagd is. Peter Gabriel-nummers zijn al zeer gelaagd en het coveren ervan is zeker geen makkelijke zaak. Je hebt dan als artiest twee keuzes: of je volgt trouw het origineel of je doet er compleet je eigen ding mee. Beide benaderingen kunnen goed of slecht uitvallen en beide benaderingen kunnen ook nog eens moeilijk vallen bij de fans van het origineel. Om nog maar te zwijgen over het feit dat een fan van Peter Gabriel niet noodzakelijk een liefhebber is van de artiest die covert.
Op deze plaat vind je voorbeelden van beide benaderingen. Als we even eerste benadering (die van het trouw volgen van het origineel) bekijken, vallen daar onder meer de covers van Bon Iver, Arcade Fire en Elbow onder. Leuke versies maar eigenlijk niet heel creatief met de nummers omgegaan. En zeker bij Elbow wreekt zich dat een beetje omdat Guy Garvey qua zang ook al dicht bij Gabriel zit. Dan heb je wel een goed nummer maar niet origineel. Dan zit je met Bon Iver’s Come Talk To Me al iets beter: het mooie stemgeluid – typisch aan Bon Iver – maakt dit een zeer geslaagde versie.
In de tweede categorie (compleet je eigen ding doen) vinden we onder meer Brian Eno, David Byrne en Lou Reed terug. Dat Brian Eno iets compleet anders zou doen met Mother Of Violence kan echt geen verrassing genoemd worden; een bijzonder experimentele versie die je eigenlijk vooral naar meer doet snakken. Eno’s werk is voor mij altijd zeer wisselvallig geweest: zijn ambient-albums trek ik bijvoorbeeld niet. Maar creatief en origineel is hij altijd geweest. Ook hier dus.
David Byrne’s versie van I Don’t Remember brengt de luisteraar dan weer terug naar zijn tijd met Talking Heads. Voor de liefhebber is dit eigenlijk stiekem wel genieten, maar ik kan me wel voorstellen dat zij die niet hoog oplopen met Byrne of met Talking Heads hier een eerder onaangename flashback naar de jaren ‘80 krijgen, en hier dan weinig mee kunnen. Dat geldt overigens nog veel meer voor Lou Reed’s versie van Gabriel’s bekendste nummer Solsbury Hill. Dit lijkt haast een terugkeer naar Reed’s bejubelde album “Magic And Loss” uit 1992, of met vlagen zelfs naar The Velvet Underground. “Magic And Loss” was een zwaar album, volgeladen met gitaar en typische Reed-vocals. Datzelfde vind je hier terug, alleen was dit op het einde van Reed’s carrière (en zijn leven) waar zijn stem voor velen nog onaangenamer werd (denk aan wat hij deed op “Lulu” samen met Metallica). Ikzelf vind het geweldig maar vermoed dat velen hierop afknappen.
Als je nu de hele tracklist bekijkt, valt het vooral op dat er op enkele uitzonderingen na er vooral gekozen is voor de grotere Gabriel-hits, de bekendere nummers. Ergens is het wel jammer dat er weer eens naar de meest voor de hand liggende opties is gekozen, maar tegelijkertijd is het wel net leuk dat je nieuwe versies van die o zo bekende liedjes hoort. Ook daar weer wat dubbel.
Een wisselvallig album dus, maar wel een heel interessant album. Een zeer mooi sluikstuk van Gabriel’s concept.