Gee, Peter

East Of Eden

Info
Uitgekomen in: 2011
Land van herkomst: Verenigd Koninkrijk
Label: -
Website: www.petergee.net
Tracklist
Radio (0:58)
Arabia (4:43)
Falling Star (5:25)
I Want Out (4:22)
Sundays At Woodside (2:27)
Why? (2:55)
Hear Our Cry (2:25)
Spread Your Wings (3:02)
One Day We'll Meet Again (4:25)
Emma (4:03)
Gone (2:29)
Hendrix (2:14)
Blue Skies (4:50)
Eyes Of A Child (3:50)
The Wonder Of You (3:12)
Stradivarius (2:27)
Andrea (4:27)
Beautiful To Me (3:53)
The Ends Of The Earth (5:29)
Belinda (4:06)
Peter Gee: basgitaar en elektrische gitaar, toetsen, programmering en percussie

Met medewerking van:
Steve Christey: drums
Hayley Oliver: achtergrondzang
Steve Thorne: zang
Damian Wilson: zang
East Of Eden (2011)
The Spiritual World (2008)
Vision Of Angels (1997)
Heart Of David (1993)

Bij de meeste progliefhebbers is Peter Gee bekend omdat hij de bassist is van de neo-prog formatie Pendragon. Toch heeft hij naast zijn voornaamste broodheer een aantal soloprojecten gelanceerd die waarschijnlijk geen torenhoge verkoopresultaten hebben opgeleverd, maar vaak wel goed werden ontvangen in de muziekpers. Die projecten zijn vooral spiritueel getint, wat niet zo vreemd is als je weet dat Gee de zoon is van een dominee en zijn leven bol staat van het diepe geloof in God.

Evenals als op de andere albums zoekt Gee de muzikanten voor dit album in zijn eigen muzikale kringetje en die zeker niet de slechtste muzikanten in het spectrum zijn. Net als op voorgaand album “The Spiritual World”, maakt de bassist weer gebruik van de uitstekende zangkunsten van Steve Thorne, (Jadis en solo) en de drumtechnieken van Steve Christey (Jadis). Daarnaast heeft hij dit keer Damian Wilson (Threshold, Ayreon en solo) weten te strikken voor een aantal songs waarmee Gee vooral met laatstgenoemde zorgt voor een paar bijzondere mooie nummers. Met Wilson’s  gevarieerde zang weet hij mij in positieve zin te verrassen. Waar de zang in de eerste twee soloalbums van Peter Gee regelmatig benedenmaats is, heeft hij het in de laatste twee cd’s dubbel en dwars goedgemaakt. Alle andere instrumenten, zoals de gitaar, toetsen en percussie verzorgt Gee zelf en dat doet hij, als vertrouwd, meer dan uitstekend.

Hoewel Gee op deze cd wat minder nadrukkelijk zijn heil zoekt in diepgelovige teksten, zijn ook dit keer de knipoogjes naar het spirituele gevoelsleven duidelijk aanwezig. De liedjes gaan over verloren liefdes (Belinda), dochters, (de tekst van Emma lijkt vooral in het begin wel heel erg op die van “No One Can” van Marillion), verdriet en onrecht. Dat neigt regelmatig naar zoetsappige teksten die mij soms irriteren, maar toch ook weer aanzetten tot nadenken. Zijn ode aan het geloof brengen realistische en interessante vraagstukken naar boven over hoe krom de wereld in elkaar steekt. Waarom hebben sommige mensen het veel slechter dan ik (Why)? Wat is de reden waarom ik ben geboren in welvaart en een kind in Afrika blij is als het een kopje schoon water per dag mag drinken? Sta ik vaak genoeg stil bij het feit dat ik dolgelukkig mag zijn met mijn drie kerngezonde kinderen en een fijne, geborgen relatie? Vraagstukken in onze drukke leventjes waar we wellicht te weinig stil bij staan.

Muzikaal staan de composities als een huis, hoewel er niet één echt uitschiet. Er staan maar liefst twintig tracks op het album, waarvan een kwart instrumentaal gebracht wordt. De muziek die Gee brengt, zit vooral in het hoekje van Jadis, Marillion, Pendragon en jawel… Steve Thorne. Des te opmerkelijker is dat beide artiesten in dezelfde vijver vissen, want qua muziek zijn er bijzonder veel overeenkomsten tussen Thorne en Gee. Beide muzikanten schrijven liedjes die meer de poppy kant van de progressieve neo-prog bestrijken en die zelden de vier minuten overschrijden. Gelukkig zien de heren elkaar blijkbaar meer als collega’s dan als concurrenten. Enkele opvallende tracks op het album zijn Sundays At Woodside, waarin uitsluitend een kerkorgel te horen is en Stradivarius, dat een strijkersarrangement laat horen. Helaas is de laatste verre van overtuigend, want de productie verraadt duidelijk dat de klanken uit een doosje komen.

Het uiteindelijke eindresultaat is een dikke voldoende. Toegegeven, er staan een paar ‘net niet’ gevalletjes op dit album, maar aan de andere kant staan er een paar wonderschone liedjes op die mijn ziel diep raken. En daar gaat het uiteindelijk om; muziek moet je veroeren. Laat Peter Gee geholpen door Steve Thorne en Damian Wilson juist die techniek in de vingers hebben.

Ruard Veltmaat

Send this to a friend