Hoewel ik van jongs af aan al een hekel aan Kerst heb en ik het Christelijk geloof reeds jaren geleden vaarwel heb gezegd, leek het me een goed idee juist deze verzamel-cd van Peter Gee op tweede kerstdag neer te pennen. Waarom? Ach, misschien toch een beetje uit weemoed naar vroeger, uit respect voor mijn verleden en ook wel een beetje uit een wrang gevoel van heimwee naar toen alles nog goed was. En ook natuurlijk omdat deze bassist van Pendragon bekend staat om zijn overtuiging, als zoon van een dominee zijnde. En inderdaad, (om schaamteloos in het jargon te blijven) Oh mijn God, wat biedt Peter Gee een zalige onschuld op dit overzicht van zijn oeuvre.
Ik was ook getroffen door Dick’s recensie van de laatste studioplaat van Peter Gee, “Paris”, waarin hij de recente aanslag in Parijs noemt, welke overigens nog niet had plaatsgevonden toen deze cd – en ook deze verzamelaar – was verschenen. Dat zorgt er allemaal voor dat het materiaal op deze twee cd’s buitengewoon gedateerd klinkt, misschien nog meer dan vorig jaar.
Doordat het materiaal op beide cd’s een periode bestrijkt van 1993 tot 2013, klinkt veel materiaal alsof het demo’s betreft van opnamen van “Kowtow” van Gee’s broodheer Pendragon. Fans bekend met dit werk zullen dan begrijpen: de productie is helder, simpel, goedkoop klinkend, maar precies wat de muziek nodig heeft. Niet zelden moest ik qua sfeer ook denken aan “Ministry Of The Interior” van de legendarische Geoff Mann, niet geheel toevallig ook een overtuigd Christen, en een man die ik tot op de dag van vandaag nog node mis in dit leven.
Hoewel de sterke Kashmir-achtige openingstrack Arabia wordt gezongen door Damian Wilson, worden heel veel liedjes in de carrière van Peter Gee gezongen door Steve Thorne. Dat is geen straf, want hij kan ervoor zorgen dat sommige middelmatige songs het aanhoren waard zijn, en in de echt sterkere songs geeft hij dat extra randje dat goede muziek onderscheidt van de grauwe middenmoot.
Maar goed, daarmee hebben we dan toch een belangrijk kritiekpunt: erg boeiend is het allemaal niet, het is bij tijd en wijle zelfs wat gezapig, en zeker de liedjes met een sterk Christelijk karakter zijn zo zoet als Israëlische baklava. En ik eet al jaren geen suiker meer, dus voor mij is deze beeldspraak heel treffend.
Echter, juist bij dat soort momenten is de heimwee het hevigst. Misschien is het de tijd van het jaar. Wat een zalige onschuld. Doch ik raad een ieder aan deze muziek alleen te beluisteren op Christelijke feestdagen.
Markwin Meeuws