In een carrière zo vol uitzonderlijke albums als die van Peter Hammill kun je eigenlijk niet spreken van ‘gewone’ platen, maar “None Of The Above” uit 2000 komt aardig in de buurt. Het album wordt wel eens gezien als de deel van een drieluik met “This” en “What Now”, maar zelf zie ik dat niet zo. Er wordt ook beweerd dat Hammill, die in die tijd bezig was met de geremasterde Van Der Graaf Generator compilatie “The Box”, een nevenprojectje nodig had als tegenhanger van al die progressieve gekte. Zelf schrijft de meester op zijn website dat hij zonder bijbedoelingen gewoon begonnen was aan het schrijven van een kluitje stukken die pas toen het werk grotendeels gedaan was op hun plek vielen als deel van een nieuw album. Mij maakt het niks uit, ik vind het gewoon een heel mooie plaat.
Zonder enige twijfel is dit sobere muziek, de instrumentatie leunt veel op Hammills gitaren en (vooral) zang, de meeste stukken zijn aan de trage kant en de toon is contemplatief of somber. De nummers gaan over eindes, mensen in hun nadagen, dingen die stoppen, huiselijk geweld. Met de titel en het artwork verwijst Hammill naar ons aardse bestaantje, niets van hierboven, niets hemels, maar ons getob en laag bij de gronds gedoe. Alleen slotnummer Astart verwijst naar een soort nieuw begin, een voor Hammill redelijk ongebruikelijk positivisme. Je kunt je verleden en heden niet veranderen, maar als je dat accepteert kun je de toekomst met meer vertrouwen tegemoet treden. Of zo.
Het sterkste nummer is zonder enige twijfel opener Touch And Go, vanwege de geweldige zanglijn, maar er zit eigenlijk geen zwakke broeder tussen. Like Veronica, het enige nummer dat een rock arrangement kreeg met een compleet drumstel, en In A Bottle komen het dichtst bij progressieve rock, maar eigenlijk vind ik de eerste drie stukken van de plaat avontuurlijker, bedachtzaam experimenteel. Afsluiter Astart is een beetje te zoetsappig en melig, vooral door de koorzang van zijn dochters Beatrice en Holly.
Hammill speeltdus vooral gitaar, zoals een belichter in een theater een aantal lampen gebruikt om vegen kleur toe te voegen, niet gefocust en direct, maar omfloerst, met veel effecten en e-bow. De toevoeging van synthesizergeluiden versterkt dat effect, waarbij me opvalt dat de plaat, inmiddels 15 jaar oud, helemaal niet gedateerd klinkt. Knap gedaan. Hammill heeft geen moeite gedaan om de klankkleur te stileren, elk nummer is van begin tot einde opgenomen en afgemixed zonder rekening te houden met de andere nummers op de plaat. Het is dus vooral aan zijn goede smaak te danken dat alles zo perfect verzorgd en geproduceerd klinkt.
“None Of The Above” is geen opvallende plaat, maar ik vind hem in al zijn eenvoud wel erg sterk en eigenlijk wat ondergewaardeerd. De meer uitgesproken albums uit zijn oeuvre zijn meestal geliefd om een paar geniale composities maar zijn naar mijn smaak vaak wat wisselvallig. Daarvan is in dit geval geen sprake. Misschien daarom is dit een mooie plaat voor wie nog met Hammill kennis moet maken. Voorzichtig beginnen en pas als je ‘door’ bent het diepe in.
Erik Groeneweg