Het uit 1994 stammende “Roaring Forties” van Peter Hammill telt vijf nummers die onderverdeeld zijn in dertien tracks. Enkele daarvan behoren tot de meest toegankelijke die Hammill ooit gemaakt heeft en ik kan het weten. Ik heb namelijk keihard bewijs daarvoor.
Een aantal van u weet dat ik val in de categorie ‘lichamelijk gehandicapte medemens’, niet dat dit op enige wijze iets van doen heeft met mijn muzieksmaak overigens. Maar goed. Zo heb ik voor de dagelijkse zorg een team van dertien verzorgenden om me heen die me om beurten komen helpen, lucky bastard I am. Onlangs moest ik met de billen bloot. De redactie van Progwereld had mij gevraagd enkele albums van Hammill te recenseren en ik wist dat ik mijn harem daar geen plezier mee ging doen. Ze moesten maar door de zure appel heen bijten. Ik kreeg dan ook de nodige kritiek op de albums te horen. Totdat ik “Roaring Forties” in de cd-speler draaide. “Hé”, zei de hulp, “hij kan het dus wel, lekker basje trouwens.” Met plezier luisterden we naar de zwierige opener Sharply Unclear, een nummer dat strak gehouden wordt door een eenvoudige drumbeat en stuwend basspel van Nic Potter. Het ging erin als koek. Het tweede deel van The Gift of Fire (Talk Turkey) kon zelfs rekenen op een enthousiast door de hulp in de lucht gestoken duim, iets dat niet zo vreemd was gezien het wulpse orgelspel en de staccato sax. Het verwonderde me dat You Can’t Want What You Always Get het nog zo goed deed, want ondanks een smeuïge ritmesectie wordt het nummer overheerst door weerbarstige viool en sax.
Over de uit zeven delen bestaande suite A Headlong Stretch waren de meningen nogal verdeeld, logisch aangezien het bijna twintig minuten durende werkstuk nergens iets vlammends heeft en dan is het maar net wat je oppikt. Ik hoorde iemand zeggen (en ik citeer): “er zitten mooie stukken bij”. Het zal dan vast wel gegaan zijn over het orkestrale Backwards Man of het akoestische As You Were. Het zal in elk geval niet gegaan zijn om het rauw gezongen The Twelve. Ik ken m’n pappenheimers.
Het mooiste voorval vond plaats toen op een ochtend een hulp nietsvermoedend het afsluitende Your Tall Ship aanhoorde en na afloop de cd-speler open deed. “Is dit Peter Hammill” vroeg ze verbaasd, “ik vond het prachtig!”
Nou beste mensen, als drie van mijn hulpen zich positief uitlaten over een aantal nummers op dit Hammill- album, mag je ervan uit gaan dat het plaatje daadwerkelijk toegankelijk is. Het is opmerkelijk dat de zang van Hammill nergens bekritiseerd werd, aangezien Hammill met eenzelfde soort vocalen komt als op zijn andere albums. Hij heeft vaak een tweede stem die een octaaf hoger ligt en ritmisch niet precies gelijk is aan de eerste stem.
Persoonlijk vind ik “Roaring Forties” een aardig album dat me op bepaalde momenten best aan weet te spreken. Laat ik deze nummers nu net hebben aangestipt. Ik mag dan wel gehandicapt zijn, voor een potje toegankelijkheid draai ik m’n hand niet om.
Dick van der Heijde