Als je het over Peter Hammill hebt, heb je het over Van der Graaf Generator en andersom. Maar voor Hammill is er nadrukkelijk ook een leven zonder VdGG. Als de stekker (tijdelijk zou later blijken) uit die band is getrokken ging hij onverdroten door met uitbrengen van solowerk. Met “Silent Corners And The Empty Stage” levert hij zijn derde soloproject af, naar verluidt een van de beste platen uit zijn omvangrijke oeuvre. Helemaal zonder de band waarvan hij de frontman is kan hij kennelijk toch niet, want drie leden spelen gezellig mee. Silent Corners kan gekenschetst worden als verwant aan het werk van VdGG. In latere producties zou hij steeds meer afstand nemen van deze progrockers. Nummers van deze cd zouden later ook door VdGG worden uitgevoerd. Maar het vooral toch een echt een Hammill product.
De piano speel een belangrijke rol, aangevuld met elektronische elementen, die niet zelden voor een verstoord geluid zorgen. Maar altijd is daar ook de zang van Hammill, die graag de extremen opzoekt. Hij weet te ontroeren, subtiel en gevoelig kan hij klinken, de vergelijking met Ray Davis van The Kinks dringt zicht op, maar ook rauw en intens lijkt hij het diepste uit zijn ziel te willen blootleggen.
Modern is de eerste epic, geheel door Hammill gespeeld, zonder drums. We horen vervreemdende bas- en elektrische gitaargeluiden en andere bijzondere effecten, met toetsenwerk dat voor een gelaagd arrangement en een dreigende en spacey sfeer zorgt. Hammill zou dit intrigerende nummer vaak live vertolken. Even bijkomen met het bitterzoete Wilhelmina, waar piano en zang de hoofdmoot vormen, ondersteund door subtiele mellotronklanken. In het verlengde daarvan past Rubicon, dat met de nadruk op bas- en vooral akoestisch gitaarwerk voor een pastoraal momentje zorgt. Deze klanken komen in de buurt van David Bowie ten tijde van Space Oddity.
Piano en de zang van Hammill, inmiddels bekende kost, voorzien van vogelgeluiden, maar de ritmesectie gaat goed los in het middenstuk van Forsaken Gardens, met veel bombast, ingevuld door toetsen en blaasinstrumenten.
Een meer jazzy kant laat Hammill horen in Red Shift. Veelvuldig zingt Hammill met lange halen de titel van dit nummer met saxofoon van David Jackson erachter. Dit uit de jaren ’60 daterende nummer roept met zijn georganiseerde chaos beelden op van King Crimson. Randy California laat hierin een tamelijk ongrijpbare gitaarsolo horen.
A Louse Is Not A Home is een echte prog-epic met melodramatische teksten over onder andere een zoektocht naar identiteit. Het heeft een behoorlijk Van der Graaf Generator gehalte, alle leden zijn present, het was geschreven voor een VdGG album, dat niet zou uitkomen. David Jackson blaast op zijn bekende wijze schurende saxofoonstoten de ruimte in, Guy Evans drumt pittig, Hugh Banton vult subtiel toetsenwerk in en Hammill perst alles uit zijn stem. Afwisselend in een hoog tempo rockend om even later bijna in de slaapstand te komen, met weer de piano in de hoofdrol.
Peter Hammill neemt ons op indrukkende wijze mee in zijn gedachtewereld, waarbij hij vooral de donkere kanten van het bestaan laat zien, en verpakt dit in zeer bijpassende muziek, die nadrukkelijk beklijft. Zeker geen muziek voor alle progliefhebbers, maar The Silent Corner And The Empty Stage kan wel een interessante keuze zijn om eens kennis te maken met diens werk.