Peter Irock bleef tot op heden op de burelen van Progwereld onopgemerkt, maar daar kwam verandering in toen wij enige albums uit zijn oeuvre kregen toegestuurd. Irock, van huis uit Italiaans, resideert tegenwoordig in Ticino, Zwitserland. In 1975 start hij als autodidact zijn muzikale loopbaan en laat zich beïnvloeden door bekende namen als Tangerine Dream, Vangelis, Jean-Michel Jarre, Klaus Schulze en Tomita. In zijn beginjaren legt hij zich toe op zijn solo-optredens en componeert hij muziek voor commercials en documentaires. Het zou tot 2010 duren, alvorens “The Return”, zijn eerste album, verschijnt. Het eerste werk, dat uw recensent beluisterde is “Boreal” (zijn derde album) dat dateert uit 2014.
“Boreal” klokt 51 minuten en bevat vier tracks van rond de dertien minuten, waarbinnen Irock zich de ruimte gunt binnen een goed verzorgde productie. De composities zijn niet baanbrekend en dat is ook niet zo verwonderlijk omdat Irock zich uitsluitend van elektronica bedient. In dat opzicht is hij te laat om zich met de Berlijnse school te profileren en is er doorgaans hetzij een uitgebreidere partituur, hetzij een uitzonderlijke compositie nodig om werkelijk op te vallen.
Irock zal het dus in een dergelijke setting echt van zijn composities moeten hebben. Deze zijn beslist niet slecht, maar ook niet uitzonderlijk. Boreal, de titeltrack waarmee het album start zal voor de gemiddelde elektroprog liefhebber beslist aantrekkelijk klinken en The Saurus zal op laag volume beslist niet misstaan op een ambient playlist tijdens een bezoek van goede vrienden.
Voornoemde referenties lopen als een rode draad door het album en worden het meest manifest op Orion 333, dat sterk doet denken aan een combinatie van Klaus Schulze en Tangerine Dream. Dat geldt ook voor Speed Sequence, dat de luisteraar herinnert aan Tangerine Dream geluiden die variëren van “Phaedra” tot aan de Melrose years periode, waarbij ook Vangelis en Jean-Michel Jarre om de hoek komen kijken. Hierbij wordt die (op zich aantrekkelijke) combinatie wel enigszins teniet gedaan door de inmiddels door Jan en alleman te veel gebruikte lancering-countdown, die voor enigszins gekromde tenen zorgt.
Clemens Leunisse