De naar Australië geëmigreerde Nederlandse geluidstechnicus Peter van Breukelen is actief in de progscene aldaar. Niet alleen is hij mede-eigenaar van het op prog- en jazzrock gefocuste Anvil Records, tevens bezit hij de daarbijbehorende studio, een opnamefaciliteit die gespecialiseerd is in Vintage toetsen en het authentieke geluid ervan. Daarnaast laat hij zich sinds 2003 ook horen als uitvoerend muzikant met de cd “Go Figure”. Hierop noemt hij zichzelf Peter The Great, want ja… Pieter ven Broikelen klinkt niet echt jofel. Aan de instrumentale muziek op deze veertien nummers tellende schijf, die bestaat uit analoge toetsen, een beetje bas en geprogrammeerde drums, ligt een thematiek ten grondslag die nogal Greenpeace-achtig is. In het hoesje spreekt Peter The Great zijn zorgen uit over de gezondheid van onze aardbol. Alle ingrediënten voor een gezapig potje blurpse new age lijken aanwezig, maar dat is hier niet aan de orde. Peter The Great is beïnvloed door de grote progbands uit de jaren ’70 zoals Genesis, King Crimson, UK en Yes. Gefascineerd door hun creatieve albums klinkt vooral die sfeer, dat gevoel, door op “Go Figure”. Ook hoor ik Happy The Man, echter het geheel is bij lange na niet zo virtuoos. Dat geldt trouwens ook ten aanzien van bovengenoemde groepen en eigenlijk vind ik dat niet eens zo’n probleem.
Globaal vallen de nummers op deze cd in drie categorieën in te delen. De eerste bevat de mooie, innemende composities. Deze weerspiegelen de prachtige natuur op aard. Zo is daar de Strangers On A Train-achtige opener Battle Of The Dead Leopards waar synthesizertonen op zoek zijn naar een melodie en waar mellotronklanken een overweldigende sfeer scheppen. Zo klinkt de fluit in Nautilus zeer organisch en neemt de luisteraar mee naar het rijk van Gandalf en Kitaro. Zo zijn er de gedragen nummers Edge Of Forever en The More I Know The Closer I Get met euforische, triomfantelijke synths en zo is er ook de slepende, ietwat saaie afsluiter Pike. Een gitaarsolo had hier wellicht niet misstaan, vooral omdat dit nummer zichzelf niet zo ontwikkelt. Dat geldt overigens voor het meeste materiaal.
De tweede categorie contrasteert flink met de eerste en herbergt de meer intrigerende stukken. Deze zijn behoorlijk ritmisch van aard. Ze reflecteren zaken als luchtverontreiniging en het verdwijnen van tropische regenwouden. Alles liep op rolletjes totdat de mens de boel ging verstieren met z’n zucht naar macht. Een beangstigend toekomstperspectief komt in nummers Bully, Cyclops’s Binoculars en Compromise With An Idiot naar voren. Met name Cyclops’s Binoculars heeft een onstuimig ritme en een gejaagd karakter. Niet echt m’n favoriete nummer. In Compromise With An Idiot echter wordt de irritatiegrens zelfs overschreden. Met dissonante akkoorden uit de oscillatoren. Stalen zenuwen zijn hier vereist. Wel moet ik Van Breukelen meegeven dat het allemaal knap en creatief gedaan is, vooral die dynamische basgitaar. Ook knap vind ik het Zappa-achtige vibrafoonspel in Garlic Man. Een fraai nummer, zo niet het hoogtepunt van “Go Figure” is Lotus Eater en niet alleen omdat het doorspekt is met mellotronklanken. Vooral het veelvuldig gezwiep met de joystick levert verwoestend grote klanken op. Moddervet. Deze grillige categorie maakt “Go Figure” tot een bijzondere cd.
Daarnaast is er de derde categorie met korte filmische nummers zoals Jupiter’s Havana Cow. Hier heeft zoonlief de Super Jupiter van paps te pakken gekregen en er donder- en bliksemgeluiden uitgetoverd.
Over de volgorde van de nummers heeft Peter The Great goed nagedacht. “Go Figure” is als geheel dan ook sterker dan dat de nummers dat apart zijn. Daarom ontwikkelen sommige stukken zichzelf waarschijnlijk amper. De 68 minuten vormen niet echt een lange zit. Op je eentje is deze cd prima te beluisteren, maar draai hem alsjeblieft niet in een kamer vol visite.
Dick van der Heijde