Collins, Phil

Not Dead Yet

Info
Uitgegeven in: 2016
Uitgever: London Century
Land van herkomst: Verenigd Koninkrijk
ISBN: 978-1-780-89513-0

Tragisch. Dat is het woord dat je te binnen schiet wanneer je de autobiografie van Phil Collins uit hebt. Wie kent hem niet? Zeker voor lezers van Progwereld behoeft de man geen introductie. En zelf merkt hij gevat op dat hij in de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw niet van de beeldbuis was weg te slaan. Dus ook voor het brede publiek was Phil Collins lang een van de grote wereldsterren. Waarom dan tragisch?

Ik geef toe, als Genesis-liefhebber van het eerste uur was ik de heren na de afscheidstournee van 2007 een beetje uit het oog verloren (of was dat al gebeurd na Duke?). Daardoor was ik niet echt op de hoogte van de bezigheden, laat staan van het welbevinden van de voormalige leden van de legendarische symfo-band. Het was dan ook een schok om te lezen hoe Collins er na het afscheid met When In Rome aardig onderdoor was gegaan. In zijn autobiografie blikt hij namelijk niet alleen als pensionado terug op een geslaagde loopbaan. Het boek sluit ook het verwerkingsproces af van een levensbedreigende crisis nadat de pensioengerechtigde leeftijd in zijn geval uitliep op een totale ineenstorting. En inderdaad, toen ik na het uitlezen van het boek op You tube enkele interviews bekeek zag ik een wrak. Phil ziet er niet uit, loopt met een stok en komt maar moeilijk uit zijn woorden.

Collins windt er geen doekjes om: hij heeft het aan zichzelf te wijten. Not Dead Yet is een eerlijk verhaal en bij vlagen schrijnend. Zoals zo vaak is zijn loopbaan in de rockmuziek niet zonder offers tot stand gekomen, bij Collins drie echtscheidingen en vijf kinderen bij drie vrouwen op drie continenten. Om van de lichamelijke gebreken niet te spreken: Collins kan nog geen drumstokje meer vasthouden. In alle openheid vertelt hij er tegelijk over met de humor die we van hem kennen: met veel zelfspot en relativering van gewichtigdoenerij haalt hij vierhonderd bladzijden aan kleurrijke herinneringen op. Bepaald geen zelfingenomen heerschap.

Collins zat als kind achter een drumstelletje en sloeg op alles wat los en vast zat. School afmaken zag hij niet zitten en na een periode op een toneelschool deed hij als tiener al gauw nog maar een ding: in bandjes spelen. Het is interessant hoe Collins in de jaren zestig al kind aan huis was bij de rockmuzikanten die grote meneren zijn geworden: George Harrison, Eric Clapton, Pete Townsend, Bill Bruford, Robert Plant, noem maar op —allemaal contacten die dateren van voor hun successen. Ook is het achteraf gezien boeiend dat Collins nog maar negentien jaar jong is als hij bij Genesis komt spelen. Negentien!

Als eenvoudige, ongeschoolde jongen uit de buitenwijken van London was Collins een welkome aanvulling op het veeleisende gezelschap van kostschooljongens. Met name Peter Gabriel en Tony Banks bepalen de gespannen discussies over de koers en de voorwaarden voor de koers. In deze pikorde toont zich al in de kern waar het later mis zal gaan met Collins: hij is onzeker. Het hele boek door is het refrein dat hij bezig is het anderen naar de zin te maken en kansen te grijpen omdat het anders misschien te laat is. Is het niet met Genesis, dan is het later wel met Disney of met maandenlange reeksen optredens om dit of dat album te promoten.

In feite is Collins het zich er zelf al steeds van bewust dat hij zo steeds voorrang geeft aan zijn werk (“je kunt de fans toch niet laten zitten!”), wat dus ten koste gaat van zijn gezin (of gezinnen). En dan gebeurt vanzelf wat nu zo tragisch is: wanneer hij eindelijk zover komt dat hij zich niet meer door zijn werk wil laten leven, is het te laat voor lichaam en geest. Door de druk van zijn laatste klus voor Disney gaat zijn laatste huwelijk er aan, houdt hij zich groot met veel te veel drank, en is er fysieke schade ontstaan door jarenlang toeren en drummen. Hij moet verschillende malen geopereerd worden en laat bijna het leven. In het belang van zijn kinderen lijkt hij tot inkeer te zijn gekomen (kinderen overigens waarvan er twee drummen en een acteert). Ongewild is een muzikale carrière piepend en krakend tot stilstand gekomen.

Hoewel we zo veel te weten komen over Phil Collins en zijn vrienden, familie en relaties, wat op zich de moeite van het lezen waard is, komen we niet veel te weten over zijn benadering van muziek. Voor iemand die opgroeide in de jaren zestig ging hij met Genesis goed beschouwd maar rare muziek maken. Een typering van deze muziek, of van zijn bijdrage, of van de invloeden waaruit die ontstond of die Genesis uitoefende, daarover lees je niet veel. Het woord ‘prog’ valt voor het eerst op pagina 178 en verder worden er geen woorden aan vuil gemaakt. De wisselende en oneven maatsoorten die je om de oren vliegen, de typische fills van de maestro, het besef aan de wieg te staan van een nieuwe muziekstroming… ik was daar graag meer over te weten gekomen. Na de autobiografie van Mike Rutherford en Phil Collins is het daarvoor wachten op de autobiografieën van de heren Tony Banks, Steve Hackett en, vooral, Peter Gabriel.

Bart Cusveller

Koop bij bol.com

Send this to a friend