Zes jaar na het verschijnen van het uitstekende “Enjoy It While It Lasts” ligt de hier besproken opvolger “Perpetual Immobile” in de schappen. Het is dan voorjaar 2018 en er moet in de tussenliggende periode toch regelmatig een weldadige creativiteitsuitbarsting hebben plaatsgevonden bij muzikant Henk Bol aangezien dit derde Philhelmon-album gedurende 13 nummers, bijna 80 minuten lang weet te boeien tot op het bot. Het is echt abnormaal goed hoe vindingrijk alles hier is neergezet. Is variatie al het stokpaardje van de voorganger, op “Perpetual Immobile” rekt Bol de grenzen van zijn muzikale universum wat dat betreft tot het maximale uit.
Het album is een snoepwinkel met bijdragen van wel vijftig nationale en internationale gastmuzikanten en ook zijn er twee koren aanwezig. Voor de liefhebbers van het vorige Philhelmon-album valt er in dit kader trouwens iets leuks te melden. De in Oregon wonende zanger Ky Fifer heeft ditmaal ook weer het leeuwendeel van de vocalen ingezongen, zij het dat hij inmiddels tot vast bandlid is gepromoveerd. Met zijn mooie melodieuze stem die wat weg heeft van die van PHIL Griffiths (Beggards Opera) weet hij elk nummer te voorzien van een smakelijke laag toegankelijkheid. Daar komt bij dat het album vol zit met achtergrondzang die perfect bij hem aansluit. Dat het begrip breedvoerigheid hier tot de hoogste macht wordt verheven moge duidelijk zijn. Je zou met zoveel instrumentalisten en vocalisten kunnen verwachten dat het productioneel een volgepropte worst is. Echter Bol en Fifer komen niet van Lillo en ook de mastering van Steve Kitch (The Pineapple Thief) laat niets te wensen over.
Hoewel het album wederom een mengeling laat horen van rock, prog en pop zijn de verhoudingen toch anders dan voorheen. Alles klinkt meer expliciet hetgeen een van de redenen is voor de vele variatie. Zo is er hier plaats voor het klassiek aandoende The Silent Green een zinderend nummer dat met de sopraanstem van Nathalie Mees het nodige bloed zal doen stollen. Enkele nummers verder is het dan de beurt aan Mark Bogert van Knigt Area die met z’n shreddende gitaarspel in The Viral Savage het album z’n heftigste moment bezorgt. Over contrasten gesproken…
Een ander exquis staaltje componeerwerk horen we in A Hard Road. Het is een aaneenschakeling van melodieuze hardrock, jaren 70 pop en bronstige sax in de lijn van Van Der Graaf Generator. Het openingsnummer That Bright and Shiny Future zet met z’n prachtige vleugel, z’n orkestrale vervolg en z’n zwierige zangdeel al gelijk de toon voor de rest van het album en je wilt daarna geen moment meer missen. Man wat een machtige wisselingen komen voorbij, Ik noem nog even dat aanstekelijke refrein in Intensive Share, dat ELP stuk in Le Vol des Papillons en die magnifieke gitaarsolo van Greg Den Hartog in Oblivion. Wat te denken trouwens van dat complexe drumwerk van Magnus Brandell in Ostinato. Aan weelde geen gebrek.
Wat opvalt is dat ondanks de enorme waslijst aan gastmuzikanten slechts een handjevol lieden enige naamsbekendheid binnen ons bereik heeft. Naast Mark Bogert en Nathalie Mees die haar medewerking verleende aan het “1000 Wishes”-album van PBII zijn dat Joris Bol de drummer van The Aurora Project, toetsenist Cleem Determeijer van Finch en Ayreon, drummer Ron Hurst van Steppenwolf en violist Jacopo Bigi van Armonite. Het heeft beslist z’n charme dat Bol niet is gegaan voor namedropping maar gewoon lekker z’n agenda met bevriende muzikanten heeft geraadpleegd. Vooral Determeijer maakt dit album tot een juweeltje. In dit kader moet ook de naam van John Havermans genoemd worden. Havermans was een hele goede vriend van Bol en bovendien zijn zakenpartner. Helaas is de man in 2017 overleden. De toetsenpartijen die hij nog ingespeeld heeft mogen dan ook als bijzonder beschouwd worden. Het hele album heeft een sympathieke uitstraling, een ambachtelijk product dat met de nodige bloed, zweet en tranen tot stand is gekomen.
Je kan veel over het album zeggen en dat is ook wel mijn stijl. Toch wil ik volstaan met de opmerking dat “Perpetual Immobile” in de hoogste regionen van menig jaarlijstje zal belanden. Van eentje weet ik het al zeker.
Dick v/d Heijde