Een van de grootste genoegens van een recensent is het met geïnteresseerde lezers delen van zijn liefde voor onbekende platen van onbekende bands. In dat kader wil ik deze recensie wijden aan een onbekend en alweer enige tijd ter ziele zijnd Brits bandje, genaamd Pink Floyd en een van hun meest obscure albums (in de Nederlandse winkels kom je hem zelden nog tegen, maar met enig geluk is hij via het Internet wel ergens te bestellen), namelijk “Wish You Were Here”.
Misschien moet ik die inleiding maar voor een andere plaat bewaren. “Wish You Were Here” behoort, tezamen met onder andere “In The Court Of The Crimson King” (King Crimson, 1969), “Thick As A Brick” (Jethro Tull, 1972), “Close To The Edge” (Yes, 1972) en “Selling England By The Pound” (Genesis, 1973) tot de canon van de klassieke Britse prog: niet slechts een rijtje ‘klassiekers’, maar eerder een randvoorwaarde om überhaupt een kléin beetje mee te kunnen praten. In bovenstaand rijtje hoort eigenlijk ook “The Dark Side Of The Moon” thuis, de voorganger van deze plaat. Ja, dat is toch nogal wiedes, dat is toch ook een klassieker? Punt is echter vooral dat de maan ook op een minder positieve manier de heren Waters, Gilmour, Wright en Mason in de schaduwzijde zette en dat het uiteindelijk met een wél positief eindresultaat op de proppen komen waarlijk het uiterste gevergd heeft. Maar daarover later meer.
Eerst nog even de observatie dat beide platen regelmatig bovenaan allerlei toplijstjes van zowel groot publiek als critici komen. Welke van de twee nou écht de beste is, is natuurlijk allereerst een kwestie van smaak, maar daarnaast kennen beide platen elk zoveel verschillende individuele kwaliteiten dat beide keuzes ook gewoon zeer verdedigbaar zijn en elkaar in redelijk evenwicht houden. Zo is “The Dark Side Of The Moon” niet alleen de eerste van de twee, maar ook degene die het als conceptalbum net beter doet: het geheel is daar toch méér meer dan de som der delen dan het op “Wish You Were Here” is. Dat komt niet in de laatste plaats doordat dit een meer tekstueel georiënteerd album is, met evenwel als consequentie dat liefhebbers van een meer instrumentaal georiënteerd geluid nogal eens voor “Wish You Were Here” zullen kiezen. Verder wordt de kwaliteit van de afzonderlijke liedjes op “Wish You Were Here” ook regelmatig wat hoger aangeslagen. “Dark Side Of The Moon” bevat immers onder andere het op classic rock stations tamelijk grijsgedraaide Money en daarnaast is The Great Gig In The Sky ook een liedje waar de meningen danig over verdeeld zijn. De sound en de aard van de composities op “Wish You Were Here” zijn bovendien een stuk symfonischer van aard, waardoor relatief veel progliefhebbers ook hiervoor zullen kiezen. Stappen we uit ons progwereldje en kijken we rock-breed, dan zal de voorganger toch echt meer als de grote klassieker gezien worden.
Is het eigenlijk maar zinloos gewauwel, al die lijstjes? Wellicht. Maar ook in en kort na 1973 was “The Dark Side Of The Moon” al het grootste succes dat de band tot dan toe gehaald had en tja, dat legt hoe dan ook een last op de schouders van de band voor de opvolger. Die last is intrinsiek aanwezig bij een beetje integere artiest, het publiek helpt mee, maar ook de platenmaatschappij doet een duit in het zakje. Geproducéérd zal er worden en Géld zal er in het laatje komen! Niettemin had Pink Floyd inmiddels natuurlijk wel de credits opgebouwd om er enigszins de tijd voor te kunnen nemen en derhalve werd er eindeloos gecomponeerd, de nummers werden in concerten uitgeprobeerd, er werd opnieuw gecomponeerd, de nummers werden in een iets andere vorm in concerten uitgeprobeerd, er werd geschrapt, toegevoegd, weer geschrapt, weer toegevoegd en het resultaat is uiteindelijk een kleine drie kwartier muziek, verdeeld over vier songs waarvan er één in tweeën gedeeld is. Drie van die vier songs, waaronder het titelnummer, zijn bovendien min of meer rechtstreeks geadresseerd aan Syd Barrett, waaruit de populaire opvatting ontstaan is dat “Wish You Were Here” niks meer of minder is dan een conceptalbum over Barrett. Blijkbaar mogen we dit toch iets meer metaforisch interpreteren: de verwoestende uitwerking die de muziekindustrie op artiesten kan hebben gold op het moment van schrijven bijna evenzeer de overgebleven leden van Pink Floyd zelf en kan evenzeer als een algehele aanklacht beluisterd worden.
Op een plaat als deze zijn zwakke momenten niet aan de orde. Hooguit kunnen we een onderscheid maken tussen legendarisch en iets minder legendarisch. In de eerste categorie vallen in elk geval de eerste delen van Shine On You Crazy Diamond. Nog meerdere keren per maand komt er een plaat uit die zonder succes probeert het momentum van de atmosferische keyboardklanken en Gilmours trage invallende gitaarklanken te reproduceren (het is heus niet alleen Pendragon dat deze drang voelt). Hoewel in dit geval de muziek zwaarder weegt dan de tekst, kan de eerste regel “Remember when you were young, you shone like the sun” ook tot de meest memorabele momenten in de (prog)rockhistorie gerekend worden.
Omdat we na deel V nog een halve plaat op deel VI van Shine On… moeten wachten, krijgt de plaat de kans om naadloos over te gaan in Welcome To The Machine. Dit is dan ook het nummer dat muzikaal het dichtst bij het magnum opus staat. Een betrekkelijk vreemde eend in de bijt is Have A Cigar, wat versterkt wordt doordat de zang verzorgd worden door folkzanger Roy Harper. Deze song is niet direct aan Barrett gerelateerd, maar is veeleer een protestsong tegen de wereld in en rond platenmaatschappijen in het algemeen. Een tekst als “The band is just fantastic, that is really what I think. Oh by the way, which one’s Pink?” reflecteert Waters’ minachting perfect. Muzikaal is het meer de basisriff dan de gitaarsolo (ho, weer zo’n Gilmoursolo!) die het nummer onsterfelijk maakt. Over het voornamelijk akoestische titelliedje is al zoveel geschreven dat ik er verder geen woorden aan vuil zal maken.
Ten slotte dus nog vier delen Shine On You Crazy Diamond. Deel VI gaat perfect verder waar deel V ophield, met dien verstande dat de waanzin waar het nummer betrekking op heeft nu nog sterker in de muziek verweven zit. Deel VII, met tekst, laat zich beluisteren als een reprise en het is niet echt verwonderlijk dat onder meer voor de compilatie “Echoes – The Best Of” delen I t/m VII aaneengemixt werden.
Maar deel VIII en IX dan? O ja, ik was begonnen met op te merken dat zwakke momenten op deze plaat niet aan de orde zijn. Als ik toch iets aan zou moeten wijzen, zouden het deze laatste twee delen zijn. Niet omdat er iets mis mee is, maar het meer jazzgeoriënteerde gedeelte past niet echt bij de rest van het nummer (evenmin als bij de rest van het album) en voelt daarmee een beetje als mosterd na de maaltijd. Meer dan dertig jaar na dato hoort het er natuurlijk gewoon bij, maar zoals ik al zei: als ik tóch iets aan zou moeten wijzen en even terugga naar de basis…
Terwijl met de laatste toetsenklanken de muziek wegsterft, sluit ik hier mijn verhaal ook af. Voor de zoveelste keer drie kwartier puur muzikaal geluk beleefd. Het moge duidelijk zijn: onder druk komt sóms het mooiste voort.
Casper Middelkamp