Ook het nieuwe album van het Amerikaanse gezelschap Planet X is weer een instant meezinger. Op de immer stabiele vierkwartsmaat van drummer Virgil Donati hebben bandleider Derek Sherinian en gitarist Brett Garsed, bijgestaan door een aantal gastmuzikanten, een negental fijne popliedjes ingespeeld, die geheid weer één voor één zullen binnenvaren op de eerste plaats in de Nederlandse top-40 en andersoortige verkoopaantallenregisters. Als de band uit de voormalige Sovjetunie afkomstig was geweest hadden Sherinian c.s. ongetwijfeld hoge ogen gegooid op de meest recente editie van het Eurovisie Songfestival, want zoals eenieder weet komt kwaliteitsmuziek áltijd op een gerechtigde plaats terecht! Enfin. Wereldwijd doorbreken zal Planet X nooit doen, maar baanbrekend is de band zonder meer. Met zijn derde studioalbum demonstreert de groep van toetsenist Derek Sherinian (en eigenlijk ook van Virgil Donati) dat er nog steeds overduidelijke kwalitatieve gradaties bestaan in het metalfusion-genre, dat de afgelopen jaren steeds meer exponenten is gaan tellen (zoals bijvoorbeeld het gros van de bands op het Canadese Unicorn-label), maar dat volgens de overlevering uitgevonden is door Planet X, het genootschap dat Derek Sherinian enige tijd na zijn flirt met Dream Theater oprichtte. Bij het publiekelijk aankondigen van zijn ideeën omtrent zijn nieuwe band formuleerde Sherinian een doelstelling die zoveel om het lijf hield als “wij worden de meest verbluffende instrumentale band ter wereld”, en ondanks dat een dergelijk statement overduidelijk getuigt van hybris, zijn Sherinian en zijn medemuzikanten er tot drie keer toe wonderwel in geslaagd de suggestie te wekken dat deze stelling inderdaad op waarheid berust.
De overweldigende aard van de muziek van Planet X ligt vooral in het feit dat de band bepaalde fusion-kenmerken heeft genomen en die niet alleen uitvergroot heeft, maar ook nog eens naar een metalcontext heeft vertaald. Zo zal een persoon zonder academische graad in de wiskunde hoogstwaarschijnlijk nimmer de ritmes van Virgil Donati doorgronden, en is het überhaupt vrijwel onmogelijk om het aantal noten per seconde te tellen. De geboden nummers blinken dan ook stuk voor stuk uit in complexiteit en drukheid, maar dit verzandt niet in de amper te verhapstukken brij die veel andere bands binnen dit genre weten te produceren: “Quantum” is een verschrikkelijk gecontroleerde plaat die naast het eindeloze gefiedel ook de nodige rustpunten biedt (met bijvoorbeeld een “normale” 7/8 maat), en bovendien dusdanig helder is opgenomen dat de productie niet de muziek in de weg staat. Tel daarbij op dat fusion-grootheid Allan Holdsworth op een aantal nummers mee soleert, en dat Brett Garsed met verve Tony MacAlpine vervangt op gitaar, en het album behoort al automatisch tot de top van de hedendaagse (metal)fusion, waar het voornamelijk concurrentie te verduren zal hebben van zijn voorgangers, “Universe” en “Moonbabies”.
Ondanks dat “Quantum” een indrukwekkende prestatie mag heten, is de plaat onderhevig aan het euvel dat alle fusion kenmerkt: het album ’tureluriseert’. Het oneindige spervuur van bizarre maatsoorten, solo’s en toonladders maakt dat de muziek vrijwel uitsluitend aantrekkelijk is voor mensen die de moeite kunnen nemen vijftig minuten geconcentreerd te luisteren en dat niet een enkele keer maar herhaaldelijk. Het gevaar is dan ook al gauw dat de muziek verandert in muzak als de luisteraar even de aandacht verliest. Niet voor niets wordt dit soort muziek dan ook wel ‘muzikantenmuziek’ genoemd: schijnbaar weten voornamelijk mensen die zich zelf ook actief bezighouden met het maken van Moeilijke Muziek fusion op waarde te schatten. Dit is echter iets wat een mankement van de muzieksoort is, en aangezien Planet X onbetwist tot de top van de soort behoort, is dit euvel niet het hier besproken album zelf aan te rekenen.
Al met al is “Quantum” een uiting van een band die al ruimschoots de sporen heeft verdiend binnen de fusion, en deze plaat is van hetzelfde hoge niveau van de voorgaande albums. Ondanks dat voor veel mensen de nadruk op vingervlugheid en maffe maatsoorten de muziek te klinisch of te weinig gevarieerd maakt, is het nieuwste plaatwerk van Planet X zonder meer de moeite waard voor mensen die raad weten met fusion. En bovendien toont het album weer aan dat Planet X binnen de metal-georiënteerde kant van de fusion nog steeds regeert als de absolute uitblinker.
Christopher Cusack