“Wat ik de beste plaat vind, die ooit gemaakt is? Wat mij betreft de eerste elpee van NEU!, Tangerine Dream’s “Zeit” en Slayer’s “Reign In Blood”.” Ik hoor het Steven WIlson nog steeds in een interview tegen mij zeggen, vlak na het verschijnen van “Signify”. Een – in de ontwikkeling van de muziek van Porcupine Tree gezien – nu bijna overkoepelende uitspraak. De pulserende, atmosferische krautrock van NEU! en de rockelektronica van Tangerine Dream is van grote invloed op de eerste ‘Delerium’ jaren, terwijl vanaf 2002 het geluid van de groep steviger wordt en de gitaartapijten en dubbele bassdrums in de muziek van Wilson en co. almaar toenemen.
In dat opzicht is “Signify” -ruim tien jaar na dato- een verademing. Niet alleen is het een plaat, waarop de groep voor het eerst als volledige band een album opneemt, maar ook een album waarop WIlson als onbetwiste leider nog steeds strak de touwtjes in handen houdt. Naast de herkenbare psychedelische en symfonische invloeden sijpelen ook al de eerste echte voorbeelden van popliedjes op deze plaat door, evenals flarden bandimprovisaties en elektronische passages. En dus het NEU!-geluid, dat meteen in het titelnummer opvalt: een knipoog naar Hallogallo van de eerste NEU!-elpee uit 1971, inclusief de ‘motorik’-beat (bijna als een metronoom gespeeld door Chris Maitland) en het staccato gitaargeluid van Wilson. Daarna komt de luisteraar op adem met The Sleep Of No Dreaming en Waiting, waarvan vooral het eerstgenoemde stuk uitgroeit tot een ware favoriet onder liefhebbers van de band. De vorm en het geluid van het stuk is op latere platen duidelijk herkenbaar (zoals in Gravity Eyelids van “In Absentia”).
Echt verrassend wordt de plaat pas vanaf Sever. Een dynamisch en gedragen stuk met sfeervolle piano- en synthesizerpartijen, manische stemmen van tv-dominees (een terugkerend onderwerp op de plaat, zoals ook in het beukende instrumentale Idiot Prayer) en een baslijn van Edwin waar je u tegen zegt. Ook Every Home Is Wired is een juweel en gaat over de toenemende invloed en afhankelijkheid van internet in de samenleving (we schrijven 1996, het jaar van de doorbraak van dit medium!). De slidegitaar van Wilson bezorgt mij nog steeds kippenvel, evenals de meerstemmige zang, waarin zowel Crosby, Stills, Nash & Young, The Byrds en XTC doorklinken. Na drie minuten verzandt het nummer in een stuurloze improvisatie, die overgaat in Intermediate Jesus, met andermaal het soepele drumwerk van Maitland en het melodieuze gitaarspel van Wilson in de hoofdrol. De drummer verzorgt met “Light Mass Prayers” een adempauze voor het slotstuk Dark Matter. Over klassiekers gesproken! Het nummer is niet een persoonlijke favoriet van mij (alhoewel het tijdens concerten soms nog zeer sterk uit de hoek kan komen!), maar vat wel de ‘Delerium’ jaren van de band goed samen in acht minuten.
Daarmee komt aan het vierde Porcupine Tree album een einde. Een plaat, waarop het collectief belangrijker is dan het individu en die de toon zet voor de jaren daarna. Anderzijds ontbreekt op het album een duidelijke lijn: de variatie aan stijlen is enorm, zodat een ietwat versnipperd geheel overblijft na beluistering. Niettemin is “Signify” een prima opstap voor de beginnende luisteraar van de groep, die zich ook aan het oude werk wil wagen.
“Signify” werd in 2003 op dubbel-cd heruitgebracht door Delerium, om een paar maanden later als digipak van Snapper Music op te duiken. Daarin zit ook “Insignificance”, een collectie outtakes en demoversies uit 1995 en 1996, die ook zeker het beluisteren waard is. Zo is Smiling Not Smiling een stuk in de stijl van Every Home Is Wired en vormt de akoestische versie van Nine Cats (dat op zich niets te maken heeft met het album) een waardige afsluiter. “Insignificance” werd in 1997 als cassette gestuurd aan leden van de Transmission newsletter en is op een kleine uitzondering na te vinden op de tweede cd van de reissue van “Signify”.
Ook het vermelden waard is de heruitgave van het album (inclusief de bonustracks The Sound Of No One Listening, Colourflow In Mind en Signify II) als dubbel-lp op het Nederlandse Clear Spot label, gestoken in een prachtige klaphoes met teksten.
Wouter Bessels