Space Cowboys
Nadat dit jaar al nieuw werk het levenslicht zag van achtereenvolgens Mike Oldfield, Kansas, Procol Harum, Eloy en aankondigingen van onder andere The Strawbs is er nu dan eindelijk het nieuwe album van generatiegenoten Premiata Forneria Marconi, beter bekend als PFM. Na een pauze van zeven jaar is er dan nu het negentiende studio album met de titel “Emotional Tatoos”.
Het schrijven aan het nieuwe werkstuk begon al in 2016, de opnames vonden plaats tussen mei en juli in de Metropolis Recording Studio in Milaan met Alessandro Marcantoni achter de knoppen. Het album wordt uitgebracht bij het befaamde prog label Inside Out Music. Van de oorspronkelijke muzikanten is alleen drummer/zanger Franz di Cioccio nog aanwezig hoewel bassist Patrick Djivas, sinds 1974 bij de band, zeker tot de harde kern mag worden gerekend. De bijzonder kleurrijke hoes van de nieuwe cd laat dan ook beide heren zien aan het stuur van een fantastisch ruimteschip wat op het punt staat te landen op een nieuwe, onbekende planeet waar alles en iedereen in goede harmonie met elkaar leeft. Dat is ook waar “Emotional Tattoos” voor staat, volgens de band is het een album ‘dat emoties op de huid achterlaat, precies zoals een ruimteschip dat landt in een fantastische wereld waarin vegetatie en dieren in harmonie met elkaar leven’. De oude hippies zijn geen spat veranderd.
Afgezien van het uit 2013 daterende “PFM In Classic – Da Mozart a Celebration”, waarin klassieke muziek en oude stukken van de band samen met een symfonieorkest op de plaat werden gezet, is eigenlijk “A.D. 2010 – La Buona Novella” uit 2010 het laatste studioalbum. Het is dus ruim zeven jaar geleden dat er nieuw werk van de Italianen uitkwam, een forse periode. Dat wil niet zeggen dat de band stil heeft gezeten de laatste jaren, integendeel, er wordt nog geregeld opgetreden. Getuige een uitstekend concert wat de band in september 2016 gaf in de Boerderij in Zoetermeer, het eerste optreden in Nederland in drieënveertig jaar. De band gaf toen al aan dat er een nieuw album zat aan te komen hetgeen met veel enthousiasme door het aanwezige publiek werd ontvangen. Gitarist en lid van het eerste uur, Franco Mussida, was er vorig jaar al niet meer bij, hij koos voor de voortzetting van zijn carrière als beeldend kunstenaar. De huidige bezetting rondom oudgedienden Di Cioccio en Djivas bestaat dan ook overwegend jonge talentvolle musici die maar wat graag met de levende legendes het podium en de studio willen delen. Violist Lucio Fabbri is een uitzondering, hij speelt al sinds 1979, zij het met enig hiaat, bij de prijswinnende bakkerij Marconi.
We zijn inmiddels ruim vijfenveertig jaar verder als het moment waarop Emerson Lake & Palmer de band ontdekten en tekenden voor hun eigen platenlabel Manticore Records voor het uitbrengen van hun eerste Engelstalige elpees “Photos Of Ghosts” en “The World Became The World”. Hoewel de band bekend staat om het feit dat ze enig experiment niet uit de weg gaan en geregeld van koers wijzigen, is het interessant om te zien welke richting ze nu weer uit zouden gaan. Zelf hadden ze het over melodieuze progrock, een redelijk accurate beschrijving.
Openingsnummer We’re Not An Island geeft al direct een indicatie wat ons te wachten staat. Het langste nummer (ruim zeven minuten) start met een spannende intro waarna de ietwat hese, afgeleefde stem van zanger Di Cioccio verhaalt over het belang van een harmonieuze planeet. Krachtige toetsen met flarden elektrische gitaar en de melodieuze basgitaar van Djivas completeren het geheel, met als toetje een pakkend refrein. Verzoenende positieve teksten in een modern prog jasje. ‘We are the planet today, nothing can stand in our way’. Uitstekende opener. Belletjes en een klassiek aandoende intro vormen de aanvangstonen van Morning Freedom. Daarna ontwikkelt zich een poppy aandoend nummer, ondanks de glijdende bastonen en Marco Sfogli’s gierende gitaarsolo, vooral het refrein is debet aan het AOR karakter. The Lesson sluit muzikaal gezien aan bij het vorige nummer, hoewel een ander tempo en iets steviger van geluid. In tekstueel opzicht een hoog gehalte lief zijn voor elkaar ‘love will be the lesson’, Sfogli’s gitaar biedt het noodzakelijke scherpe randje.
Het volgende nummer, So Long, doet mij in de verte denken aan Kansas, en dan niet alleen door de aanwezigheid van de viool. Makkelijk meezingbaar, gaat ongetwijfeld hoge ogen gooien tijdens live optredens. Ook A Day We Share heeft een hoog Kansas-gehalte, de afwijkende ritmes, meerstemmige vocalen en meer complexe structuur zorgen voor enige vergelijking met de Amerikanen. En wat te denken van de toetsen, prima nummer wat dichter bij de roots van de band lijkt te liggen. Voor There’s A Fire In Me wordt een tandje lager geschakeld, deze wederom door Di Cioccio gezongen rockballad kent een hoofdrol voor de viool, halverwege in duet met gitaar. ‘Break down the wall’ is de belangrijkste boodschap die Franz ons wil meegeven. Central District is een scherpe muzikale aanklacht tegen de medische industrie die ons aan de botox, pillen en poeders wil hebben, ook bankiers (zucht) krijgen een veeg uit de pan. De muziek past bij de teksten, scherp, kort, rockend en enigszins Arabisch getint.
Het enige volledig instrumentale nummer op de nieuwe cd is Freedom Square. Een heerlijk nummer, een kruising tussen prog, jazz en folk, overgoten door een traditioneel Italiaans sausje. Waar hebben we dat meer gehoord? Prima opvolger voor het aloude Celebration, de viool speelt hier voor het eerst een prominente rol als solo-instrument, Fabbri levert een prima prestatie. Dat geldt ook voor de rest van de band. Bis! Na al dat geweld is de pianointro van I’m Just A Sound als een oase in een verstikkend hete woestijn. Totdat gitarist Sfogli losbarst, ondersteund door een Hammond orgeltje en zang. Prima drums ook, waarna een ouderwets duet tussen synthesizers en gitaar ons weer terugleidt naar de oase van rust uit het begin, voor heel even maar. Sterke Yes invloeden hier, prima song. De melodieuze ballad Hannah is een relatief pretentieloos liefdesliedje, ingeleid door een fretloze bas, toetsen en zang. Had van pakweg elke AOR band kunnen zijn ondanks de prima elektrische gitaarsolo van de onverstoorbare Marco Sfogli. Slotnummer It’s My Road is weer van een heel ander gehalte, meer PFM, maar dan met een lichte Toto twist. De jazzy pianosolo van de klassiek geschoolde Alessandro Scaglione tegen een stampend en swingend ritme is hier ongetwijfeld debet aan. And the piano plays… Lekkere afsluiter van het album.
Alle nummers klokken zo rond de vijf minuten met een enkele uitzondering, de totale speelduur is net iets over de zestig minuten. Een kleinere rol voor de viool ditmaal, maar dat wordt weer ruimschoots goed gemaakt door een groter aandeel voor de elektrische gitaar, petje af voor gitaarbeul Sfogli die Mussida doet vergeten. En last but not least het melodieuze basspel van Djivas, de Fransman speelt als in zijn beste tijd. Vanaf het prille begin is PFM een band geweest die balanceerde tussen (door Pete Sinfield geschreven) Engelse en originele Italiaanse teksten. Ook nu is weer gekozen voor zowel een Engelse als een Italiaanse versie. Overigens is de geluidsmix op beide albums exact gelijk. De Special Edition 2cd digi-pack bevat zowel de Engelse als Italiaanse versie van het album, dat ook verkrijgbaar is als een dubbele 180gm vinyl lp + 2cd pakket.
Uitstekende strakke productie, heldere klanken, soms wat gladjes en AOR gericht. Geen jubelende mix van prog, jazz, folk en Italiaanse traditionele muziek meer zoals op “Photos of Ghosts” of “Storia Di Un Minuto”. Meer neo prog, hoezeer ik ook een hekel heb aan dit soort kwalificaties. De scherpe kantjes/randjes zijn er een beetje van af, dat is dan weer het nadeel van een strakke productie. Een aantal songs op het album zou van pakweg elke goede prog band in het hogere segment afkomstig kunnen zijn, dat houdt zowel een compliment als kritiek in, besef ik. Een uitstekend album maar somtijds onvoldoende herkenbaar als PFM, misschien is dat een betere formulering. Desondanks kunnen we gelukkig constateren dat de oudjes het nog goed doen. Bravo ragazzi!