Het verrast natuurlijk niemand dat deze review begint met de opmerking dat ook dit derde album van Presto Ballet gevuld is met muziek die zijn oorsprong vindt in de jaren ’70. De gloriejaren van ons genre, de jaren waarin Kansas, Yes, Uriah Heep en noem ze allemaal maar op furore maakten. De jaren waar Metal Church gitarist Kurdt Vanderhoof maar geen genoeg van krijgt. En neem het hem eens kwalijk.
Kijk, het is binnen het progressieve genre natuurlijk geen enkel probleem terug te grijpen naar tijden van weleer, mits je dit met respect en overtuiging doet. Presto Ballet is typisch zo’n band (hoewel, eerder eenmansproject) die louter lof oogst met – eerlijk is eerlijk – schaamteloos kopiëren van thema’s en riffs. Dat was zo op “The Lost Art Of Time Travel” en zo ook nu. Maar je kunt met de beste wil van de wereld niet ontkennen dat de uitvoering erg weinig te wensen overlaat. Vanderhoof bewijst dat hij de authentieke progsound in zijn genen heeft zitten waardoor ook nu de aanbeveling: ‘van liefhebber, voor liefhebber’ opgeld doet.
Op “Invisible Places” zijn eigenlijk vooral wijzigingen in aanpak te benoemen. Zo heeft Vanderhoof nieuwe muzikanten ingehuurd die hem bijstaan op zang, Hammond, piano, basgitaar en drums. Voor de zang doet hij een beroep op de strot van Metal Church-collega Ronny Munroe. Dit pakt heel behoorlijk uit want zijn rocksound geeft meer karakter aan het – hoewel analoge – toch wel erg gepolijste geluid van Presto Ballet. De toetsen staan uiteraard weer centraal, maar de gitaar staat vandaag ook wat steviger in zijn schoenen. De voorspelbare drums van Henry Ellwood vind ik echter niet om over naar huis te schrijven. Hij drumt lekker mee hoor, daar niet van maar er zit geen enkele verrassing in zijn spel. Hij volgt meer dan dat hij de toon zet en dat is extra pijnlijk daar zijn output prominent in de mix zit. Mij vervelen de drumpartijen behoorlijk en voor een volgende plaat moet hier echt meer aandacht aan besteed worden. Tenslotte valt nog op dat de overall sound op “Invisible Places” wat transparanter is en minder leunt op de overdreven zware bas van “The Lost Art Of Time Travel”.
En de muziek dan? Ja, wederom om door een ringetje te halen natuurlijk. Net iets steviger en nog wat sterker dan zijn voorganger. Bijzonder treffende composities, waarbinnen een perfecte symbiose van classic, progressive rock met een symfonisch jasje. Ik kan niet anders dan stellen dat ik met heel veel plezier heb geluisterd naar “Invisible Places” en aansluitend met veel enthousiasme weer flink wat oud werk uit de kast heb getrokken. Precies zoals Vanderhoof het graag ziet en dus is hij wederom geslaagd in zijn opzet.
Govert Krul