Na het majestueuze “Grand Hotel” besloot Procol Harum dat het wel weer even gedaan moest zijn met alle grootsheid. Hierop besloot de Britse formatie het orkestrale van eerdere albums weer wat terug te draaien en in de woorden van Brooker “weer eens als rockband te spelen”. Het resultaat van deze omslag werd “Exotic Birds And Fruit”, een album dat ondanks een frisse inslag niet al te veel van het kenmerkende geluid heeft ingeboet.
Dit album wordt het meest getypeerd door zijn gebrek aan een orkest. Het gros van de nummers, waaronder enkele klassiekers uit het repertoire van de band, wordt door de band zelf gespeeld in de toenmalige bezetting: Brooker op zang en piano, Grabham als gitarist, Copping op het orgel, Cartwright op basgitaar en Wilson als drummer. Een formatie die zich prima staande wist te houden na het vertrek van oergitarist Robin Trower twee albums terug.
Door terug te keren naar een echt “band”-album klinkt het geheel net wat compacter en wordt de band gedwongen zijn grootsheid terug te vinden in Brooker’s composities. Er kan niet meer worden geschuild achter prestige en meeslependheid. Gelukkig lukt dit het merendeel van de (met om en nabij 37 minuten vrij korte) speelduur, en wordt de grandeur van zijn briljante voorganger zelden echt gemist.
Hoewel het album overwegend consistent is, zijn er enkele nummers die enigszins uit de toon lijken te vallen en net even de vaart uit het album halen. Het meest prominente voorbeeld hiervan is het wat onheilspellende The Thin End Of The Wedge en direct daarna Monsieur R Monde, dat toch net wat makjes en vergetelijk klinkt. Het is niet genoeg om echt afbreuk te doen aan een prima album, maar met de knallende opening Nothing But The Truth, het plezierig draaierige Beyond The Pale met haar gypsy-invloeden en As Strong As Samson als eerste drie nummers, is gewoon net te hoog ingezet om daarna de jackpot nog te kunnen winnen.
Al met al is “Exotic Birds And Fruit” een meer dan waardig “back to basics” album, dat bovenal bewijst dat deze Britse symfonisten niet hoeven te schuilen achter grootse orkestraties om de luisteraar te grijpen en te boeien. Maar stiekem…heeeel stiekem…maakten juist die orkestraties voorganger “Grand Hotel” zo’n briljante plaat.