Procol Harum

Live In Concert With The Edmonton Symphony Orchestra

Info
Uitgekomen in: 1972
Land van herkomst: Verenigd Koninkrijk
Label: Chrysalis
Weblink: https://www.blueraincoatmusic.com/chrysalisrecords/
Website: www.procolharum.com
Tracklist
Conquistador (5:02)
Whaling Stories (7:41)
A Salty Dog (5:34)
All This And More (4:22)
In Held ‘Twas In I (19:00)
a) Glimpses Of Nirvana
b) ‘Twas Teatim At The Circus
c) In The Autumn Of My Madness
d) I Know If I’d Been Wiser
e) Grand Finale
Dave Ball: gitaar
Gary Brooker: zang, piano
Alan Cartwright: basgitaar
Chris Copping: orgel, klavecimbel
Keith Reid: teksten
Barrie James (B.J.) Wilson: drums

Met medewerking van:
Edmonton Symphony Orchestra, dirigent: Lawrence Leonard
Da Camera Singers
Live In Concert With The Edmonton Symphony Orchestra (1972)
Broken Barricades (1971)
Home (1970)
A Salty Dog (1969)
Shine On Brightly (1968)
Procol Harum (1967)

Het concert, waarvan we de registratie terugvinden op dit album, was niet het eerste dat Procol Harum uitvoerde in samenwerking met een symfonieorkest. Dat was twee jaar daarvoor, in 1969, in Stratford, Ontario, ter gelegenheid van het Stratford Festival. De organisatoren van dit festival waren onder de indruk van de release van “A Salty Dog”, waar ook een orkest op te horen was. Gitarist Robin Trower had een nare nasmaak overgehouden aan deze samenwerking. Hij mocht slechts over een piepkleine versterker spelen omdat de band zeer zacht moest spelen. Toen een herhaling van een dergelijk concert in Edmonton zich aandiende, zou dat wel eens het laatste zetje kunnen zijn geweest dat Trower ertoe bracht de band te verlaten.

In 1969 was Procol Harum de absolute pionier in de live samenwerking met een symfonieorkest. Ze werden daarin al snel opgevolgd door Deep Purple met echter een volstrekt andere benadering. Waar Procol Harum koos voor eigen repertoire dat voor de gelegenheid voor symfonieorkest werd gearrangeerd, schreef Jon Lord voor Deep Purple een “Concerto” voor rockband en orkest in een klassieke driedelige vorm.

Toen Brooker een aantal songs moest uitkiezen voor de samenwerking met het Edmonton Symphony Orchestra kon hij, naast A Salty Dog, Whaling Stories en All This And More alleen nog de suite In Held ‘Twas In I van het “Shine On Brightly”-album uit 1968 bedenken. Dat bleken allemaal vrij langzame, gedragen nummers. Daarom werd uiteindelijk Conquistador als up-tempo compositie toegevoegd. Brooker legde tijdens de vlucht naar Canada de laatste hand aan het arrangement van dit nummer. Opvallend is wel dat de succesvolle debuutsingle A Whiter Shade Of Pale ontbrak op dit concert, maar Brooker wilde het publiek laten horen dat de band zoveel meer te bieden had dan deze grote hit.

Dat Procol Harum twee jaar na Stratford opnieuw in Canada, maar nu in Edmonton, terechtkwam is niet vreemd omdat bandleider Gary Brooker in zijn vroege jeugd een aantal jaren in Edmonton had gewoond. Inmiddels hadden muzikanten van het eerste uur Matthew Fisher, Dave Knights en Robin Trower de band verlaten en hun vervangers, inclusief drummer B.J. Wilson, stonden nu bij Brooker en Reid op de loonlijst.

Een week voor het concert werd op verzoek van Brooker besloten om het concert op te nemen voor een release op lp. Aldus werd een mobiele opnametruck naar Edmonton gereden.
In de aanloop naar het concert was er nog een aantal hobbels te nemen. Er leefde nogal wat scepsis onder de musici van het orkest ten aanzien van de samenwerking met een rockband. Er was zelfs een violist die tijdens de repetitie met een valhelm op zijn hoofd speelde zodat hij minder last van het harde geluid zou hebben.
Brooker had in de partituur van Conquistador aanwijzingen genoteerd als: “the trumpet should have a Mexican bullfight type sound” en “rough & edgy”. Dat waren aanwijzingen die in klassieke werken hoogst ongebruikelijk waren.
De apparatuur van de band kwam veel te laat aan in Edmonton waardoor de repetitietijd flink werd beperkt. Het overleg tussen Brooker en dirigent Lawrence Leonard over de muzikale uitvoering liep uit op een hooglopende ruzie, waardoor de uitvoering nog even op losse schroeven kwam te staan. Gelukkig kwam uiteindelijk alles in kannen en kruiken.

Het concert opent met een licht nerveuze Brooker die het ijs probeert te breken met een paar grapjes, waarna het orkest inzet met het speciaal voor de gelegenheid door Brooker geschreven intro van Conquistador. Zo te horen heeft de trompettist de aanwijzingen van Brooker ter harte genomen. Wanneer de band invoegt blijkt het nummer met het arrangement voor orkest en koor een prachtige facelift te hebben ondergaan. Wat meteen opvalt zijn de krachtige, majestueuze drums van B.J. Wilson, die met zijn karakteristieke spel naadloos aansluit bij het orkestrale arrangement. Deze versie zou later op single worden uitgebracht, met hoge verkoopcijfers.
Whaling Stories opent verrassend met een kreet van het koor. Het bluesy gitaarspel is hier volledig ontdaan van de rauwe randen uit de originele versie met Robin Trower. Ik moet zeggen dat deze versie wel mooi klinkt in de warme context van de strijkers. Zij geven hier een ietwat dramatische draai aan het nummer. In de verdere opbouw heeft Brooker de expressieve mogelijkheden van de koor- en orkestkleuren op fantastische wijze benut om tot een fraaie climax te komen, met een ongehoorde spanning, compleet met onweersbuien. Zijn geweldige stem mag daarbij niet onvermeld blijven. Het slot, met koor, is een en al bombast, Wagneriaans, schitterend, kippenvel…

De geluiden van meeuwen leiden sfeervol A Salty Dog in. Ook in deze track komen de klassieke elementen van dit nummer extra tot uiting door de toevoeging van het volledige orkest. Een sublieme symbiose van pop en klassiek.
Het iets lichtvoetigere All This And More, wordt per couplet uitgebreider ingekleurd met orkest en koor. Het laatste couplet is heerlijk met die zeurende gitaar eroverheen.




En dan, het pièce de résistance, de prog-epic avant la lettre uit 1968, In Held ‘Twas In I. Deze lastig te spelen suite maakte destijds al veel indruk bij de liefhebbers van de ‘progressievere’ popmuziek. Het ietwat psychedelische Glimpses Of Nirvana; het vaudeville-achtige ‘Twas Teatime In The Circus; het donkere, klassieke, en op het eind psychedelische In The Autumn Of My Madness, het progressieve, maar ook klassieke I know If I’d Been Wiser; en de majestueuze, bijna religieuze Grand Finale, samengebundeld tot één lange compositie.

De titel is gevormd door van elk deel het eerste woord uit de tekst te nemen en die achter elkaar te zetten. In de dichtkunst noemt men dit een acrostichon.
Het voorlaatste deel, I know If I’d Been Wiser, droeg in de originele versie uit 1968 nog de titel Look To Your Soul.
Het moet gezegd dat het psychedelische aspect uit het origineel in deze versie met koor en orkest grotendeels verloren gaat. Daarvoor komt een ongekende diepgang in de muzikale uitvoering in de plaats. De compositie blijkt in deze versie sterke raakvlakken met de klassieke en laat-romantische orkestmuziek te hebben. Daarnaast blijft er voldoende ruimte om de band alleen aan het werk te laten. Een waar genot is het, al eerder vermelde, krachtige drumwerk van B.J. Wilson, maar ook het gitaarwerk van Dave Ball is uitstekend.
In het geheel vormt de Grand Finale, waarin het koor mag shinen, en met het slot vol heerlijke bombast, een ware apotheose, die menig luisteraar al tot tranen heeft bewogen.

Dit “Live In Concert With The Edmonton Symphony Orchestra” vormt in mijn ogen het onbetwiste hoogtepunt van de eerste zes albums van deze legendarische band.
Procol Harum heeft daarna nog diverse keren met een symfonieorkest opgetreden. Daar circuleert een aantal opnames van op YouTube. Er is er echter geen één die kan tippen aan deze opname. Daarbij zal de opnamekwaliteit zeker een rol spelen.
In november 2010 hebben band, orkest en koor de uitvoering nog twee keer herhaald in Edmonton.

Send this to a friend