‘Eindelijk!’ zou ik bijna willen uitroepen. Ruim zeven jaar na het uitbrengen van hun eerste mini-album “Watching The Closing Sky” en bijna drie jaar na het winnen van het Dutch Exposure Project is er het langverwachte nieuwe album van de Nederlandse band Profuna Ocean. En om maar meteen met de deur in huis te vallen: dit album is het wachten meer dan waard geweest.
Het album bevat acht nummers, variërend in lengte van 1:11 tot 13:30 minuten, en een totale duur van net iets boven een uur (62:28). De band trekt de variatie door in alle facetten van hun muziek, niet alleen in de lengte van hun nummers, maar ook in de afwisseling in melodieën, emotie en complexiteit. Drie nummers klokken boven de tien minuten, die juist door hun afwisseling blijven boeien en tot de sterkste kenmerken van Profuna Ocean behoren. De band heeft zo’n vijf jaar aan dit album gewerkt, zodat een aantal nummers bekend in de oren zou kunnen klinken. Losing Ground verscheen eerder op de single What Is Your Alibi? en ook de nummers Thousand Yard Stare, Hanging In The Balance en Beautiful Sunrise hebben ze in 2013 al live gespeeld.
Het album opent met Thousand Yard Stare, een recht toe recht aan nummer dat in zijn eenvoud het meest toegankelijke nummer van het album is geworden. Openend met een stevige roffel en een sterke gitaar, om vervolgens – tijdens de zang – een pakkende melodie neer te zetten. Dit nummer blijft opveren tussen heftige gitaarmuziek en meeslepende en pakkende zang. Raoul Potters heeft een zuivere en heldere stem, prettig in het gehoor liggend en nergens overheersend. De zang staat duidelijk in dienst van de muziek. Het geluid is professioneel neergezet, dat natuurlijk mede te danken is aan de mastering door de Zweedse producer Jens Bogren, die onder andere ook verantwoordelijk is voor albums van Opeth, Katatonia en Symphony X. Dat het geluid van de band een stuk steviger is geworden ten opzicht van hun debuut is wellicht ook daaraan te danken.
Bij Awakening laat Profuna Ocean een andere kant van hun muzikale spectrum zien. René Visser lijkt met zijn toetsen en technische speeltjes een hoofdrol te spelen. Invloeden uit de alternatieve en elektronische hoek zijn duidelijk aanwezig. Maar ook dit op een na kortste nummer kent de nodig afwisseling en tempowisselingen, met schitterde gitaarsolo’s – waarbij je soms zou denken dat Steven Wilson mee doet – en bijzonder mooi is de tweede stem van zangeres Nancy Bijland.
Het langste nummer is Hanging In The Balance. Bij een nummer van ruim dertien minuten is het belangrijk om de interesse van de luisteraar vast te houden. Profuna Ocean heeft met S.C.I.T.S. van “Watching The Closing Sky” al eens bewezen hier heer en meester in te zijn en deze reputatie maken ze ook op dit album weer helemaal waar. Het nummer start relatief normaal als een stevig progressieve gitaargedreven popsong. En dat houdt voor zo’n drieënhalve minuut ook zo aan, waarna de spanning langzaam wordt opgebouwd om plotsklaps in alle hevigheid uit te barsten.
In het middenstuk krijgen alle muzikanten ruimschoots de tijd om de luisteraar van hun kwaliteiten te overtuigen. Zo weet Arjan Visser een erg overtuigende bassolo uit zijn dikke snaren te halen, laat Fred den Hartog horen hoe de drumstokken gehanteerd moeten worden en bouwt René Visser – Ã la Richard Barbieri – een dromerig sfeertje op. En over de gitaarsolo’s van Potters had ik het al gehad. Het gehele middenstuk toont grote gelijkenis met een muziekstuk van Porcupine Tree, waar ook het symfonische van Epica doorheen klinkt. Tenslotte keert het nummer weer terug naar zijn oorsprong, om vergelijkbaar met het begin te eindigen.
Het volgende lange nummer is Beautiful Sunrise en dit is het meesterstuk van het album. Het heeft een paar draaibeurten nodig, maar daarna laat dit nummer je niet meer los. De invloed van Steven Wilson had ik hiervoor al genoemd, maar hier wordt ook in de voetsporen van zijn grootste invloed, Pink Floyd, getreden en de emotie van Anathema wordt opgezocht. Echt bijzonder is de kippenvel trekkende solo die het gehele middenstuk beheerst. Beautiful Sunrise wordt naadloos afgesloten met het kortste nummer van het album, het titelnummer In Vacuum.
In deze recensie kan ik niet alle nummers van het album uitgebreid bespreken. Ghost is een vrij basic semiakoestisch nummer, Losing Ground een experimenteel, elektronisch, space-rock achtig nummer en Clean Slate is het derde nummer boven de tien minuten met wederom de nodige variatie. Alle nummers laten de veelzijdigheid van deze sferische, melodische progressieve rockband horen, die op tijden ingetogen, rustig en emotioneel overkomt en dan weer stevig uit de hoek komt met heftige overgangen, complexe structuren en symfonische composities, veel ruimte latend voor toetsen, (bas)gitaar en drumsolo’s. We hebben zo’n drie jaar moeten wachten voordat deze band hun belofte – met het winnen van Dutch Exposure – inlost, maar dit hebben ze met “In Vacuum” waar gemaakt.