Een stevig verandering in het geluid van een band kan soms verfrissend werken, maar pakt in een band’s evolutie soms forser uit dan voorzien.
De Noorse formatie Progatom is een band die onvervalste progmuziek produceert, maar opmerkelijk aan deze band is dat zanger Tore Christer Storlid in zijn eigen taal zingt. Dat is net als voor Nederlandse progbands voor Noorse begrippen eveneens uniek, want het werpt toch altijd een beetje een beperking op. De band is in beginsel geformeerd door toetsenist Arild Sveum en bassist Åsmund Mjelva, maar gitarist Mattis Sörum haakt al vroeg aan tijdens het produceren van het debuutalbum “Sagittarius A”. Hij is daar wel actief als muzikant, maar hij schrijft nog niet actief mee aan de songwritting, iets wat op dit nieuwe album wel zo is.
Want als luisteraar van de twee Pictorial Wand cd’s herken ik in “Spiral” een duidelijke hand van de artiest Mattis Sörum, die liefhebber is van rockopera’s. Die invloed van Sörum is gelijk al in de openingstrack Åpent Hav te horen, met koortjes, toetsen en akoestische gitaar, een opbouw die Sörum ook veel gebruikte in zijn Pictorial Wand periode, en daardoor soms ook doet denken aan Ayreon. Maar bijvoorbeeld ook het veelvuldig gebruik van de akoestische gitaar op het album is een kenmerk in Sörum’s spel en dan met name de passages die regelrecht uit de middeleeuwen lijken te komen. Subtiel aangebracht, maar duidelijk een trademark van de Noorse gitarist.
Å Være is een track die gedomineerd wordt door het samenspel van toetsen – en wederom – de gitaar. De piano in de compositie doet soms een beetje denken aan een compositie van Philip Glass, evenals de opbouw van de song, maar waar proginvloeden zich ook hier niet onberoerd laten. Hier kan je een duidelijke stempel van Sörum horen, maar tegelijkertijd kan je ook merken dat er andere componisten aan het werk zijn geweest.
Het toetsenspel van Arild Sveum op “Spiral” is van even grote waarde als het gitaarspel van Sörum. Hij bestrijkt met zijn beroeringen een rijke variatie, van piano tot Mellotron, Moog en Hammond. Hoewel Sveum ook gebruikt maakt van gesampelde toetsen kan je dat door de rijke productie gelijk trekken met het originele geluid.
Den Neste Veg is het muzikale klapstuk van de cd. Hier komt alles samen wat de band over het hele album heeft laten horen. Mooi gearrangeerde progmuziek tot in de kleinste details, uiteraard met een fijne opbouw, tempowisselingen, gevarieerde toetsen, een weergaloze gitaarsolo, koortjes en zo kan ik nog wel even doorgaan met het benoemen van typerende progelementen.
De evolutie die er is ontstaan tussen het debuutalbum “Sagittarius A” en dit album “Spiral” is even wennen. Onomwonden kan ik zeggen dat het voor mij in eerste instantie niet heel gunstig uitpakte, maar dat komt vooral omdat beide albums kort na elkaar beluisterd zijn en er weinig tijd zat tussen de beoordeling van de twee cd’s. De benadering van de twee albums is ook totaal anders, het debuut was een typisch conceptalbum met maar liefst negentien songs, dit is een regulier album met enkel acht (lange) songs. Heb je een voorkeur voor cd’s waarin je smaakvolle progressieve rock inclusief jaren zeventig invloeden kan vinden, prachtige gitaarsolo’s en een rijk toetsenpallet, dan is dit absoluut jouw ding. En de onverstaanbare Noorse teksten? Daar luister je zo doorheen…
Ruard Veltmaat