In tegenstelling tot sommige lezers van dit webmagazine, heb ik weinig tot geen affiniteit met de Poolse progwereld van de laatste decennia. Naar mijn mening blijft de meerderheid van deze bands te vaak steken in het schaamteloos aaneenrijgen van allerhande aftandse muzikale banaliteiten, die mijn luisterplezier enorm kunnen vergallen. Zodra ik te horen krijg dat de band in kwestie uit Polen komt, loop ik dan ook – door schade en schande intussen wijs geworden – dikwijls met een enorme boog om deze band heen. Toch komt er ook in dit muzikaal barbaarse land af en toe een band aan de oppervlakte drijven, die wel aan deze middelmatige meuk weet te ontstijgen.
Ondanks de vreemde bandnaam beschikt het uit Gdansk afkomstige Proghma-C over de mogelijkheid om tot een van deze bevoorrechte bands uit kunnen groeien. Hoewel het raamwerk van dit gezelschap al sinds 2002 bestaat, debuteert het kwartet pas enige jaren later met de ep “Down In A Spiral”. De veelal positieve reacties op deze in eigen beheer uitgebrachte kortspeler leiden in 2008 tot de opnamen van het debuutalbum, dat pas in februari 2010 wereldwijd wordt uitgebracht.
Op deze eersteling, “Bar-do Travel”, brengen de heren een mengeling van ambient, death-metal, fusion, math-rock, post-metal en progressieve rock tot leven, die mij alleszins weet te bekoren. Na enkele beluisteringen blijkt namelijk dat Proghma-C min of meer in hetzelfde straatje als A Perfect Circle en Tool opereert. De plaat bevat namelijk enkele kenmerkende ingrediënten die we intussen van beide bands gewoon zijn. De verschillen in dynamiek en kracht en de zonderlinge maat- en snelheidswisselingen zijn slechts twee van deze karakteristieke handelsmerken die ook hier te horen zijn.
Hoewel deze invloeden zich af en toe (helaas) iets te nadrukkelijk willen manifesteren, probeert het viertal op het negen nummers tellende debuut toch een eigen geluid te verwezenlijken. Dit laatste is grotendeels toe te schrijven aan de manier waarop de band genoemde referenties tracht te vermengen met allerlei andere invloeden uit de (vooral metalen) muziekgeschiedenis, waaronder bands als Battles, Don Caballero, Isis, Mastodon, Meshuggah, Neurosis, Pelican of Porcupine Tree. In tegenstelling tot het leeuwendeel van zijn landgenoten trapt Proghma-C dientengevolge niet opzichtig in allerhande valkuilen, maar weet het ensemble deze behendig te ontwijken.
Ook heeft de band in de persoon van Piotr Gibner een meer dan verdienstelijke zanger in huis. In contrast met veel Poolse bands uit de metalen hoek, kent zijn zangstem namelijk geen overdreven melancholische, ‘ik-zit-op-het-toilet’-achtige snik, zodat de zangpartijen – ondanks een stevig accent – niet irriteren. Ofschoon zijn zang enige invloeden van Maynard James Keenan (Tool) verraadt, doet zijn manier van zingen me ook denken aan Scott Kelly (Neurosis) of Jens Kidman (Meshuggah). Er wordt dus flink geschreeuwd op deze plaat, maar de voortdurende wisseling met gewone zang spreekt mij zeer aan.
Hoewel “Bar-do Travel” zowat uit zijn voegen barst van testosteron, weet het kwartet zijn muzikale driften uitstekend te beteugelen. Middels zweverige ambientgeluiden en dito soundscapes haalt de band namelijk af en toe zijn voet van het gaspedaal om op deze manier een tegenwicht te kunnen bieden aan de stortvloed aan muzikale agressie. Omdat de Polen de kunst van het doseren meer dan uitstekend beheersen, weten de vier te verhinderen dat bij beluistering een soort ‘Rage Against The Machine-achtige moeheid’ kan optreden. Dat Proghma-C zijn plaat met een cover van de IJslandse progressieve popnimf Björk afsluit, spreekt dan ook wat mij betreft boekdelen.
Ondanks dat de band naar mijn mening nog iets te weinig een eigen geluid laat horen, denk ik dat Proghma-C met dit debuutalbum een uitstekende basis heeft gelegd voor de toekomst. Met “Bar-do Travel” bewijst het kwartet immers dat er zelfs in Polen fatsoenlijke, progressieve muziek gemaakt kan worden. Nu maar hopen dat de heren in de nabije toekomst niet met een trilogie op de proppen komen.
Frans Schmidt