Prognosis is een nieuw festival dat zich richt op prog, en dan met name progmetal. Dat de organisatie dit breed neemt, wordt duidelijk als we de line-up bekijken. Daarin zijn enkele bands te vinden die we eerder onder rechttoe rechtaan metal zouden scharen (Letters From The Colony) of onder jazz (Alex Skolnick Trio). Naast de line-up met bands, die allemaal spelen in de Effenaar, is er ook een randprogramma in het naburige Dynamo, bestaande uit een conferentieprogramma en clinics van enkele artiesten of bandleden uit de line-up. De combinatie van dat alles, plus het feit dat het een festival van beperkte omvang is (de grote zaal van de Effenaar heeft een capaciteit van 1300 mensen), maakt dit tot een zogeheten ‘boutique-festival’, waar kwaliteit gaat boven massaliteit. En wat een geweldig festival was dit. De kleinschaligheid maakt dat iedereen bijzonder benaderbaar is, van organisatie tot artiest. En gedurende twee volle dagen loop je voortdurend in de gangen dezelfde mensen tegen het lijf, leer je elkaar automatisch kennen en maak je hier en daar een praatje met iemand die verder eigenlijk helemaal onbekend is. Het waren twee dagen vol ontmoetingen met interessante, bevlogen en gelijkgestemde mensen.
Conferentie
Laten we beginnen bij de start van het programma op de vrijdag. De ochtend was ingeruimd voor het conferentieprogramma. Eerste sessie was al direct opmerkelijk, waarbij Devin Townsend zijn eigen manager Andy Farrow interviewde. Het ging over de relatie van de artiest met zijn manager, maar mondde al snel uit een aaneenschakeling van anekdotes over artiesten, die angstvallig niet met naam en toenaam werden genoemd. Het viel op dat Farrow ook bij de andere twee sessies aanwezig was en tijdens de laatste sessie, over touring (de relatie tussen agent, promotor, en artiest bij het succesvol plannen van een tour), werd duidelijk dat Farrow zelf de initiatiefnemer is van Prognosis. Een beetje onduidelijk bleef wie nu eigenlijk de doelgroep was van het conferentieprogramma. Ik concludeer voorlopig maar even dat het vooral betrokkenen uit de muziekwereld zelf moeten zijn geweest. Ik volgde ook een van de kleinere sessies in de kelder van Dynamo, waarbij Jerry Ewing, hoofdredacteur van Prog Magazine, vertelde over het ontstaan van het Engelse tijdschrift. Vervolgens liep ik hem twee dagen lang overal tegen het lijf en hebben we aardig wat gekletst over het festival, de bands en prog in het algemeen. Graag had ik nog de sessie gevolgd over het concept achter de cover art van Steven Wilson’s album ‘Hand.Cannot.Erase’, maar helaas was ontwerper Lasse Hoile op het laatste moment verhinderd.
Clinics
Wat is er mooier dan een bandlid van een van je favoriete bands een nummer te zien ontleden? Ik mocht een aantal van de clinics bijwonen en ik koos onder meer voor die van Haken-toetsenist Diego Tejeida. Hij fileerde het instrumentale nummer van het laatste album Nil By Mouth en dat was niet toevallig, aangezien hij aan de basis ervan stond, zodat het sterk op de toetsenpartijen leunt. Tejeida heeft een muziekstudie gedaan in Londen, waarna hij zich vooral is gaan toeleggen op sound design, wat goed te horen is in de muziek van Haken. Het blijkt een uitdaging te zijn om de bas en de heftige gitaren niet in de weg te zitten, qua frequentie en timbre, legde hij uit.
Mijn tweede sessie was van celliste Jo Quail. Deze Londense speelt solo, elektrisch, met behulp van een loopstation, zodat ze voortdurend over zichzelf heen speelt. Ze haalt er van alles aan geluiden uit, tot percussie aan toe, daarover meer verderop in een korte bespreking van haar concert. Het levert donkere, spannende muziek op. Geen wonder dat Quail vooral in de metalscene erg wordt gewaardeerd en al veel samenwerkingen met diverse (folk)metalbands op haar naam heeft staan. Dit jaar is ze ook nog te zien op Roadburn, samen met de Japanse postrockband Mono en de deathfolkmetal (!) formatie Myrkur.
Mijn laatste clinic was die van drummer Baard Kolstad van Leprous. Hierbij was de zaal het volst. Leprous heeft een actieve fanbase op Facebook en van over de hele wereld kwamen ze voor het concert van Leprous op vrijdagavond naar Eindhoven en velen pikten ook de clinic mee. Het was vooral heel gezellig. Kolstad deed een paar rondjes drumsolo’s, legde uit wat het basisritme is van specifieke nummers en beantwoordde vragen uit het publiek, kennelijk voornamelijk uit drummers bestaand.
Vrijdag 22 maart
Wheel
Tijd voor de concerten. De Fins/Engelse band Wheel mocht in de kleine zaal het festival aftrappen met een set vol passie en energie. De band is heavy, maar met voldoende dynamiek in rustige passages. Zanger-gitarist James Lascelles kwijt zich behoorlijk van zijn vocale taak, maar ik mis toch een beetje de meerstemmigheid van de in februari uitgekomen plaat “Moving Backwards”. De gitaren spelen regelmatig samen een solo en dat doet dan sterk denken aan Wishbone Ash.
The Gathering
Van The Gathering is eigenlijk niet helemaal duidelijk of de band nog bestaat. In elk geval zijn ze niet heel erg actief meer. Het eerste wat me aan dit optreden opviel, was dat het allemaal zeer gedateerd klonk. The Gathering had zijn hoogtepunt in de jaren negentig, en het lijkt alsof het allemaal niet meer zo anno 2019 past. Het was bij tijd en wijle erg sloom en het wilde niet goed op gang komen. Misschien was het beter geweest om de band in de kleine zaal te laten spelen, en zo een iets intiemere sfeer te creëren. Anneke van Giersbergen was de hele vrijdag aanwezig – onder andere vanwege een clinic – maar een gastoptreden zat er kennelijk helaas niet in.
Jo Quail
Enkele uren nadat de Engelse celliste Jo Quail een clinic verzorgde (zie boven), kon ik haar aan het werk zien op het podium in de kleine zaal. Na een technisch probleempje helemaal aan het begin, kreeg Quail de zaal helemaal op haar hand en zette ze een weergaloos optreden neer. Het publiek was ademloos en ook in de zachtere passage vrijwel helemaal stil. Waar krijg je dat tegenwoordig nog voor elkaar? Jo Quail lukte dat en zorgde voor oprecht en gul applaus tussen de nummers door. De muziek van Quail piept en knarst, beukt en bonkt, en ontroert tegelijkertijd. En dat allemaal met één cello, weliswaar met behulp van elektronica, maar toch.
Leprous
Zoals boven ook al beschreven, heeft Leprous inmiddels een trouwe aanhang verzameld. In groten getale waren deze op het festival afgekomen. De grote zaal was dan ook ramvol bij het optreden van de band uit Noorwegen. Voor mij was het de tweede keer dat ik Leprous zag. De eerste keer was in het nog oude Doornroosje in Nijmegen, vlak na het uitkomen van “Coal”. Ik werd ook nu niet teleurgesteld. Het was hard, maar strak en energiek. Wat een geweldige liveband. De zang van Einar Solberg: you love it or hate it, maar om een optreden van deze jongens kun je niet heen. De setlist bestond overigens uit het gehele album “The Congregation” uit 2015, met als toegift een nummer van “Coal” (The Cloak) en twee van “Malina” (Stuck en From The Flame).
Soen
Vanaf hier was het op de vrijdag niet meer mogelijk om alle bands te zien vanwege de overlappende programmering. Jammer, ik had Soen graag gezien, het laatste album is echt een flinke stap voorwaarts in geluid en productie, maar er was een flinke overlap met Haken. En hoewel ik Haken best een keer (gedeeltelijk) wilde overslaan, omdat ik ze een week hiervoor in De Boerderij zag, werd de keuze voor mij bepaalt: al ruim tevoren was de zaal afgeladen vol en kon er echt niemand meer bij. De organisatie had de belangstelling voor de Zweedse band duidelijk verkeerd ingeschat. Soen had met gemak ook de grote zaal vol gekregen. Er was het nodige aan gemor te horen, ook al vanwege de overlap met Haken.
Haken
Bij Haken ga ik het kort houden. Het ging nagenoeg om dezelfde set als de week ervoor in de Boerderij. Enige uitzondering was dat hier ook Cockroach King werd gespeeld. En bij de toegift ontbrak Africa van Toto. Het is wel duidelijk dat Haken inmiddels met speels gemak ook een grote zaal aankan.
Zaterdag 23 maart
Golden Caves
De enige Nederlandse inbreng op Prognosis kwam van de jonge band Golden Caves uit Rotterdam. In Engeland zijn ze al bekender inmiddels, en ze werden daar genomineerd voor de Limelight bij de Prog Music Awards, de onderscheiding voor beste nieuwe band. De nummers en vooral de stem van zangeres Romy Ouwerkerk komen live wat mij betreft beter over dan op de plaat. Maar vooral de samenzang met toetseniste Elise Polman klinkt fantastisch. Aan het einde van de set speelde de band twee nieuwe nummers van het eind dit jaar te verschijnen album, en die beloven veel. Beetje heavier en duidelijk een stap voorwaarts ten opzichte van het eerdere werk.
Devin Townsend
De Canadese gitarist Devin Townsend is momenteel op tour door Europa met zijn An Evening With Devin Townsend-tour, waarin hij solo speelt, alleen op de akoestische gitaar en ondertussen de highlights van zijn carrière aan elkaar praat. Wat is deze man een entertainer! Moeiteloos rijgt hij de ene anekdote aan de andere, en ondertussen speelt hij een aantal songs. Akoestisch is in dit geval maar een relatief begrip. Met behulp van elektronica (véél galm) weet hij net zoveel bombast uit dat ene instrument te halen als in een bandsetting. De grote zaal was ook nu weer helemaal gevuld. De man is echt een belevenis op het podium. Overigens werd direct na Prognosis bekend gemaakt dat tijdens het Europese deel van de ‘Empath Volume I’-tour in het najaar de support wordt verzorgd door Haken (met uitzondering van Finland). Bij die tour gaat het overigens dus wel om Devin Townsend met volledige band. Op 11 april kun je Townsend ‘An Evening With’ nog zien in de St. Bavokerk in Haarlem.
Nosound
Op het kleine podium speelde vervolgens Nosound, het project van de Italiaanse zanger/gitarist Giancarlo Erla. Vooraf weet je bijna nooit wat je te wachten staat bij Nosound, maar deze keer was het een min of meer gewone band – twee gitaren, toetsen, bas en drums – met min of meer gewone rock. Dat gezegd hebbende, blijft het apart. Erla zingt niet altijd even vast, maar dat kan net zo goed onderdeel zijn van het geluid. Je weet het niet. De band is helaas niet echt een eenheid en men lijkt zelfs achter de rug van de baas grapjes te maken. De bassist krijgt van mij een speciale vermelding. Die kan wat! Verder geen onverdienstelijk optreden overigens.
Cog
De Australische band Cog is momenteel op tour met het eveneens van Down Under afkomstige Sleepmakeswaves (zie verderop). Progrock is breed blijkt ook hier weer, want het is onvervalste postrock. Drie man maken een geluid voor vijf. De zang viel een beetje tegen vergeleken met de plaat, maar muzikaal zit het allemaal super strak in elkaar. Dit is het soort optredens waarvoor je naar de zaal komt en niet gewoon een cd opzet.
Tesseract
Een tesseract is een meetkundige figuur, een hyperkubus, en de representatie daarvan in een lijnenfiguur zweefde boven het podium tijdens de show van Tesseract, de progmetalband uit Milton Keynes. Het was tekenend, want het leek wel of alle bands tot nu toe zonder eigen omlijsting moesten spelen, maar Tesseract mocht kennelijk wel zijn eigen lichtshow meebrengen. Dat zag er gelikt uit en het was daardoor met afstand de mooiste show van het festival. Gelukkig was dat niet het enige waarvan kon worden genoten. De band klinkt als een klok, dan weer zwaar en headbang-stimulerend, dan weer ingetogen en zweverig. De nadruk lag uiteraard op het vorig jaar verschenen “Sonder” en het viel op hoe – excusé le mot – ‘poppy’ de band soms klinkt.
Sleepmakeswaves
Het festival beginnen is altijd wat ondankbaar, maar een festival afsluiten nadat de hoofdact (Tesseract in dit geval) al voorbij is, moet wel nog erger zijn. Maar daar had Sleepmakeswaves in de kleine zaal helemaal geen last van. Ze werden niet gehinderd door enige kennis van plaats (“Hello Progfest!”) of omgeving (“We hebben eigenlijk geen idee wat progrock is, maar als het betekent dat wij hier mogen spelen, hey, geweldig”). Het was dan ook vanaf het begin gewoon gaan met die banaan. In het begin nauwelijks enig contact met het publiek – altijd een nadeel als instrumentale band – maar toen ze er goed inkwamen, gooiden ze de schroom van zich af en werd het toch nog gezellig. Een waardige afsluiter, die de zaal nog één keer goed plat speelde.
Niet gezien, om diverse redenen (overlap, niet prog genoeg, etc): Alex Skolnick Trio, Prognosis (!), Green Carnation (achteraf spijt van, iedereen bleek lyrisch), Letters From The Colony, Witchcraft.
Wat mij betreft is dit festival voor herhaling vatbaar. Ik heb twee dagen enorm genoten van de bands, de atmosfeer, het internationale gezelschap, en het contact met veel, heel veel gelijkgestemden, zowel op als voor het podium. Hopelijk tot volgend jaar!
Foto’s en tekst: Marcel Debets