[Door een miscommunicatie lagen daar in eens twee recensies van hetzelfde album op de plank maar in dit geval zou je het een geluk bij een ongeluk kunnen noemen omdat de meningen van beide recensenten, Hans Ravensbergen en Govert Krul, bijna loodrecht tegen over elkaar staan. En daarom dus plaatsen we hier eerst de recensie van Hans gevolgd door die van Govert. De Progwereld Redactie]
Hoe hardleers kan iemand zijn?
Die Hugo Flores zal er zo langzamerhand wel goed ziek van zijn geworden, altijd maar worden vergeleken met onze Arjen ‘Ayreon’ Lucassen. Je kan natuurlijk ook zeggen ‘eigen schuld, dikke bult’, want je vraagt erom wanneer je een album als “Floating World” aflevert. Na twee jaar is er dan het vervolg “Dawn On Pyther”, het 2e deel van een trilogie (dat begint toch een hardnekkig modeverschijnsel te worden). En wéér is Ayreon zijn inspiratiebron.
Na het genoemde debuut was ik best wel benieuwd of onze Portugese vriend in deze twee jaar progressie had geboekt. Laat ik er maar niet lang om heen draaien: helaas is dat niet het geval. De goede man heeft vrijwel zeker de recensie van “Floating World” niet gelezen. Had hij dat maar wel gedaan, want collega Casper Middelkamp deed hem daar enkele zeer goede en bruikbare tips aan de hand.
Maar alvorens deze tips door te nemen, eerst wat over het verhaal van deze schijf. Daarmee zijn we snel klaar. Het verhaal borduurt immers voort op de SF-achtige geschiedenis over mensen, draken, aliens en zelfs een levende piramide (hoe ver kan fantasie gaan?) op de planeet Pyther.
Maar nu terzake. De eerste tip is de kunst van het weglaten. Deze plaat heeft een speelduur van dik 75 minuten. Hiervan had een groot deel weggelaten kunnen worden. Natuurlijk is het enthousiasme van Hugo Flores, die bijna voor alles op dit album verantwoordelijk is, te prijzen maar helaas maakt hij zich schuldig aan iets waar wel meer muzikanten in ons wereldje last van hebben: overdaad. Dus hier ook veel muzikaal gedoe en gefröbel. Waarom moeten die 80 minuten toch altijd worden volgeplempt?
De tweede tip gaat over de zang en de bombast. Ook dit album kent een te grote dosis bombast, die soms wordt onderbroken door wat rustige (instrumentale) tussenstukken. De bombast wordt mede veroorzaakt door de vier (!) vocalisten die soms ook nog eens tegelijk de microfoon ter hand nemen. Het nummer I Am (The Restless One) is daar een ‘goed’ voorbeeld van.
Verder beheerst Hugo Flores het vermogen bijna het hele instrumentenpark tegelijk te laten spelen. Meer dan eens ontstaat zo een enorme brei van muziek, zoals op Flying Thoughts en Voyage Of The Dragonfly. Productioneel is er dus ook veel mis.
Tip drie handelt over het gebrek aan melodieën. Net als de eersteling ontbeert de plaat lekkere melodieuze stukken die het geheel wat aangenamer en beter te verteren maken. Alleen Growing Feeling klinkt lekker melodieus en stevig. Het rustige en goed gezongen Dragonfly Garden heeft zelfs een leuk en aanstekelijk pianoloopje.
Zelf ben ik zo vrij om er ook nog maar een vierde tip aan toe te voegen: opbouw en structuur. Vrijwel alle nummers beginnen rustig, maar gaan vervolgens nergens heen. Ook zijn de contrasten binnen veel nummers te groot. Ze hebben nog wel een kop maar geen staart en monden niet zelden uit in een ware kakofonie van geluid, zoals op Sons Of The Stars. Wanneer je ook nog eens onbegrijpelijke tempowisselingen wordt voorgeschoteld, zoals in The Voice Of Cheops en Voyage Of The Dragonfly, zinkt je de moed stevig in de schoenen. Het album sluit geheel in stijl volkomen onverwacht af met The Dusk On Pyther. Waarom in hemelsnaam geen outro in dezelfde stijl als het begin van de plaat?
Vaak heeft een matig album nog wel wat lichtpuntjes. Helaas heb ik slechts één spaarzaam lichtje in de duisternis kunnen ontdekken: zangeres Zara Quiroga. Ze heeft een mooie krachtige stem, maar wordt helaas overdonderd door het geweld om haar heen. Deze recensie is misschien zuur voor Hugo Flores en zijn kornuiten, maar wij zijn er ook om de luisteraar te behoeden voor dit soort muzikale brevetten van onvermogen.
Laten we hopen dat deze recensie hem wél bereikt, dan is er misschien nog hoop voor het slotepos van deze trilogie. Hij zal mij dan vast dankbaar zijn.
Deze quote van ‘Margaret Wolfe Hungerford’ uit het jaar 1878 kwam bij mij op nadat ik verschillende reacties had gelezen op de cd die ik hier recenseer. Liefhebbers die regelmatig op zoek zijn naar nieuwe muziek en dus vaak iets op de trommelvliezen loslaten waarvan op voorhand niet gezegd kan worden of het ook gaat bevallen, zullen dit gevoel herkennen. Op een mooie dag schuif je iets nieuws in de lade en al binnen één minuut voel je dat je wat unieks in handen hebt. Waarbij je je direct afvraagt waarom je het niet eerder hebt gehoord en hoe het toch kan dat je de voorganger van het betreffende album nooit hebt opgemerkt? En waarom – terugkomend op de quote – deze cd zulke wisselende kritiek ten deel valt?
Het zal u niet verbazen dat “Dawn On Pyther” van Project Creation een album is dat voor ondergetekende tot de bovengenoemde categorie behoort. De uit Portugal afkomstige multi-instrumentalist Hugo Flores is een actief persoon en houdt zich naast dit project onder andere bezig met Sonic Pulsar, waarvan in 2005 het voorlopig laatste album verscheen. Nadat eveneens in 2005 met “Floating World” het eerste deel van het inmiddels voltooide Project Creation-concept werd uitgebracht, volgt nu dus deel twee in een serie van in totaal vier albums. Op deze vier concept- albums wordt het verhaal verteld over de ontwikkeling van leven op een levenloze planeet, ondersteund door werkelijk prachtig artwork. Blijkbaar heeft de beste man tijd nodig zijn verhaal te doen maar mij hoor je niet klagen.
Bij beluistering van het album schieten direct verschillende referenties te binnen. Zo is de aanpak met een reeks van ingehuurde zangers, zangeressen en muzikanten alsmede de futuristische verhaallijn natuurlijk koren op de molen van elke Ayreon liefhebber. Ook muzikaal gezien valt deze link niet te ontkennen, hoewel ik het woord kopie absoluut niet in de mond neem. Verder zullen liefhebbers van Eloy zich thuis voelen. Tenslotte, we moeten natuurlijk niet gaan overdrijven met referenties, wil ik Emerson, Lake & Palmer en met enige fantasie Gary Numan niet onvermeld laten. Aanvullend kan ik nog toevoegen dat Hugo Flores zich veelvuldig bedient van etnische invloeden. Dit zal geïnteresseerden voldoende kader geven.
Opener The Dawn On Pyther geeft direct een geweldig visitekaartje af en laat machtige symfonisch/progressieve rock horen met een bovengemiddeld complex karakter. De breed uitwaaierende gitaarpartijen gecombineerd met ambiënt invloeden geven je een gevoel daadwerkelijk boven een vreemde planeet te vliegen zonder dat hier geestverruimende middelen aan te pas komen. Een heerlijke sensatie! Later op deze song gaan muziek en zanglijnen door elkaar heen lopen waardoor opperste concentratie vereist is om de draad niet te verliezen; de volhouder wordt beloond bij de finish waarna men vervolgens heerlijk relaxt overgaat in middeleeuwse klanken die het begin vormen van Flying Thoughts. Een song die zich verder ontwikkelt tot een soort van ethnic-folk-prog (bestond dit al?) die we vaker tegen zullen komen.
I Am begint ‘spacy’ maar pakt al snel lekker door met akoestische begeleiding. Rustige en heftige, zelfs licht agressieve partijen wisselen elkaar af. Dragonfly Garden verdient warme aanbeveling met geluiden van vogels, harp en watervallen die in geen enkel new-age centrum zullen misstaan. De prachtige vocalen zijn werkelijk hemels…
Om te voorkomen dat deze recensie al te lang gaat worden en elke verrassing weggenomen wordt, laat ik de overige songs graag over ter ontdekking aan de nieuwsgierigen onder u. Ik hoop van harte dat ik mijn enthousiasme over Project Creation voldoende heb overgebracht en dat velen zich zullen verdiepen in haar verrichtingen. Ik ga in elk geval mijn collectie aanvullen met het oudere werk van Hugo Flores en adviseer een ieder deze parel te gaan ontdekken. Ik voeg dit album op de valreep toe aan mijn top 10 voor 2007!!