Hebben we het over landen met een rijke traditie in progressieve muziek, dan denken we natuurlijk als eerste aan… Portugal! Hoewel… nou ja, een handvol progressieve bands loopt er toch nog rond. En dan nog een soort Portugese Arjen Lucassen, genaamd Hugo Flores. Een korte studie leert dat deze multi-instrumentalist bij bijna de helft van de hedendaagse Portugese projecten uit ons aller favoriete genre betrokken is.
Reden om een parallel met onze lange landgenoot te leggen is naast het wezen van instrumentaal wonderkind en de veelheid aan projecten toch ook wel het type muziek: ook Project Creation beoogt een mix te brengen tussen progmetal en verlichte geluiden (wereldmuziek, ambient etc.). Ik zou zeker niet zo ver willen gaan om “Floating World” een kloon van “The Human Equation” te noemen, maar wie van die referentie sowieso niet warm wordt, kan hier wellicht toch beter stoppen met lezen.
Floating World vertelt het enigszins Ark van Noachiaanse verhaal over de bevolking van een uitstervende planeet die een ruimteschip ter grootte van die planeet bouwt (aha, juist…) om met dat schip op zoek te gaan naar nieuwe planeten waar nog wel leven mogelijk is. En passant willen ze onderweg andere dode planeten weer tot leven wekken (nobel…). De details over de bouw van een zon zal ik achterwege laten. Tot overmaat van ramp is “Floating World” ook nog eens het eerste deel van een trilogie… nog een onfrisse parallel met Riverside erbij ook!
Meer dan genoeg over het verhaal dacht ik zo… de muziek dan maar. De spacy atmosfeer, benodigd voor het thema, wordt aardig opgeroepen door de muziek. Verder vinden we het drammerige van Riverside en het gekunsteld veelzijdige van Ayreon beide wel wat terug, al worden deze twee bands ten minste nog net naar de kroon gestoken.
De muziek is grotendeels erg bombastisch van aard, maar krijgt ademruimte in een aantal tussenstukken, zoals The Desert Planet en Intervening. Het nadrukkelijke gebruik van fluit en cello naast de bekende gitaarmuren en synthesizertapijten houdt hier en daar de clichés redelijk op afstand. Op andere momenten echter (Living Under A Blue Sky, Mechanical Dragonflies, Artificial Satellite etc.) is met name de (samen)zang opdringerig en vermoeiend (een aspect dat zijn dieptepunt bereikt tijdens Cheops). Wellicht herkennen we hierin de hand van Henning Pauly (o.a. Frameshift, Chain), aangezien hij de mastering op zich genomen heeft.
Met een totale lengte van meer dan 70 minuten is de drijvende wereld sowieso topzwaar. Weglaten is ook een kunst! Naast de bezwaren over de zang en de bombast is namelijk een voornaam bezwaar een gebrek aan memorabele melodieën. Multi-instrumentalisme is leuk en een verhaal is nooit weg, maar zonder de aanwezigheid van wat liedjes die een zekere intrinsieke waarde hebben (met andere woorden: die hun aankleding in principe niet nodig hebben om te overleven), blijft 99% van de platen nergens. Enigszins in dezelfde hoek als Project Creation kwam Area 39 in 2004 met het briljante “Stand Alone Together”, maar een deel van de kracht van die plaat (die ook op betrekkelijk weinig basismelodieën dreef) was dat hij niet langer dan een half uur duurde.
Resumerend: sterke musici, een ietwat flauw verhaal en te weinig muzikale substantie om meer dan een uur te kunnen boeien. Maar volhardende fans van Ayreon, Riverside of de Henning Pauly projecten kunnen het wellicht eens proberen.
Casper Middelkamp