Protos is een Engels duo met een interessante geschiedenis. De oprichters waren schoolvrienden Ridley-Duff en Anscombe. Ze noemden de band Protos omdat dat Grieks is voor ‘eerste’ en Genesis nu eenmaal het eerste boek uit de bijbel is. In 1982 bracht de band het debuutalbum “One Day A New Horizon” uit, maar in 1984 ging de band uit elkaar. De plaat bleef echter een eigen leven leiden, werd een collectorsitem en werd in 2006 opnieuw uitgebracht. Door het succes van die plaat kregen de vrienden weer zin om wat nieuws te maken. Dat werd “The Noble Pauper’s Grave”.
Hoewel de website CD Baby, waar de plaat te koop is, rept van muziek voor liefhebbers van Spock’s Beard, Genesis, Camel en Pink Floyd, slaat die vergelijking eigenlijk nergens op. Protos maakt intens symfonische muziek, denk aan “Tarka” van Anthony Phillips, denk aan Gordon Giltrap, denk aan filmmuziek. Progressief is de muziek zeker niet. Er wordt niet gerockt, gitarist Anscombe stelt zich bijzonder dienstbaar op. Als hij al een Andy Latimer in zich heeft, dan komt-ie op deze plaat niet naar buiten. Wel hoor je wat folkinvloeden en kun je merken dat hoofdcomponist Ridley-Duff ook musicals en balletten schrijft. Ik heb in mijn jonge jaren wat RP-games gespeeld waar dit soort muziek altijd onder zit.
De meeste muziek op deze cd komt uit een synthesizer, net als de drums. Desondanks is de band bij vlagen wat onstrak en rommelig, wat wel eens een opzettelijke poging zou kunnen zijn een al te steriele plaat te voorkomen. Dat lukt maar ten dele, een hobo uit een synthesizer blijft nep, de drums zijn toch echt van kunststof. Het orgel in de intro is zo digitaal dat het wat kinderachtig wordt.
“The Noble Pauper’s Grave” vertelt het verhaal van een edelman die zich inspant om het lot van de armen te verbeteren. Hij gaat strijdend ten onder. Dat verhaal wordt – min of meer – vertelt in zes korte stukjes gesproken woord, die de muziekstukken afwisselen. Wie het album zou downloaden, dat kan legaal bij CD Baby, kan die babbelstukjes overslaan. Dat zou ik zeker aanbevelen.
Protos heeft bijzonder filmische muziek gemaakt die hier en daar wat knullig klinkt maar voor het grootste deel prettig in het gehoor ligt. De composities hebben diepgang, de arrangementen zijn doordacht en de plaat klinkt erg goed, ondanks al die synthesizerklanken. Af en toe, zoals in slotstuk Departures, overschrijden de heren echter de grens van de muzak en gaat de muziek kabbelen. Dit is dan ook een plaat die je oma ook zou kunnen waarderen, vooral als ze ooit Baldur’s Gate heeft uitgespeeld.
Erik Groeneweg