Weet u hoeveel synoniemen er zijn voor de woorden langdradig, slaapverwekkend, saai, eentonig en vervelend? Ik ook niet, maar na het beluisteren van “3 Months In Fat City!” van het uit de Verenigde Staten afkomstige gezelschap onder de naam Pseudo Buddha heb ik wel wat meer uitdrukkingen van gelijke strekking leren kennen. Zelden was het beluisteren van een cd zo’n ontluisterende ervaring!
Volgens de voor mij volslagen onbekende groep handelt het zich hier om een livealbum uit een reeks van onafgewerkte audio-opnamen onder de titel “Hooka-Jooka Series”. Daarbij introduceert dit vierde deel het zogenaamde concept van ‘Listeners Digest of Condensed Hearing’. Dit houdt in dat Pseudo Buddha, in plaats van een gewone liveregistratie uit te brengen van één enkel optreden, de beste stukken van verschillende concerten geselecteerd heeft. Deze zijn vervolgens aan elkaar geplakt waardoor de lengte van deze cd ruim zestig minuten bedraagt.
Dit klinkt allemaal uitermate veelbelovend, maar valt in de praktijk helaas buitengewoon tegen. De in de herfst van 2002 opgenomen muziek op deze vierde volume van de serie “Hooka-Jooka” kan de verwachtingen namelijk absoluut niet waar maken. Het collectief met Bobdog, James Cobb, John Cortez en Quinn als permanente leden, heeft immers een product afgeleverd dat de term geneuzel een heel nieuwe dimensie geeft.
“3 Months In Fat City!” bestaat uit vier lange, doch ongemeen saaie en voorspelbare improvisaties, te weten September 6, October 4, November 1 en November 14. Bij ieder nummer (met het woord compositie is de band waarschijnlijk niet bekend) wordt het fundament gevormd door enkele zware bastonen in combinatie met tamelijk fantasieloos percussiespel. Deze erg monotone basis dient als uitgangspunt voor enkele lang uitgesponnen solo’s, voornamelijk op gitaar, saxofoon en fluit. Helaas zijn deze bijzonder clichématig en zelfs slaapverwekkend te noemen.
Doordat er vaak enkele Oosterse invloeden hoorbaar zijn, doet de muziek vooral op die momenten denken aan een band als Ozric Tentacles. Met weinig fantasie, en aldus geheel in overeenstemming met het gebodene op dit kleinood, zou je de muziek enigszins kunnen vergelijken met het werk van deze psychedelische formatie rond Ed Wynne. Daarbij dient echter wel aangetekend te worden dat Pseudo Buddha duidelijk een aantal versnellingen lager speelt dan deze Engelse groep.
Evenals bij de meeste albums van Ozric Tentacles slaat ook op “3 Months In Fat City!” de verveling al gauw toe. Dat komt vooral omdat de geïmproviseerde stukken onderling nauwelijks van elkaar verschillen. Omdat het gezelschap tevens weinig variatie in deze zeer langdradige stukken ten toon spreidt, is het geenszins bij machte om mijn aandacht lang vast te kunnen houden. Af en toe zijn er om die reden waarschijnlijk enkele vreemdsoortige geluiden te horen, maar echt afwisselend wordt het nooit.
Al met al is het beluisteren van dit schijfje voor mij een regelrechte beproeving gebleken. De vier improvisaties op “3 Months In Fat City!” blinken immers stuk voor stuk uit met hun ongeëvenaarde saaiheid. Met een minimale lengte van ruim negen minuten is de speelduur hier dus duidelijk (weer) een nadeel te noemen. Op November 1 duurt deze ongeïnspireerde kwelling zelfs ruim dertig minuten!
Doe uzelf een plezier en laat dit wanproduct gewoon liggen. U zult mij later dankbaar zijn! Tenzij u precies wil weten hoeveel synoniemen er zijn voor woorden als langdradig, saai, slaapverwekkend, eentonig en vervelend…
Frans Schmidt