Pymlico is een project van Arild Brøter, inderdaad een Noor, uit Oslo. Met “Meeting Point” levert Brøter alweer zijn vierde album af. Bij de drie vorige schijven was het deze Brøter die steeds een gezelschap van gastmuzikanten om zich heen verzamelde. Gezien de bezetting (een vijfmansformatie) en de nodige optredens kunnen we inmiddels wel van een band spreken. De muziek is volledig instrumentaal en we horen een mix van neoprog en fushion, met uitstapjes naar pop en filmische muziek.
De mannen verstaan hun vak, want stuk voor stuk weten ze wat het is om een instrument naar behoren te bespelen. De composities zitten ook goed in elkaar. Het gaat er soms stevig aan toe, zeker wanneer Arild de gitaar eens goed ter hand neemt, daarbij ondersteund door een degelijke ritmesectie. Het meest sprekende voorbeeld hiervan is NOL861613060, waarbij rockend gitaarwerk wordt afgewisseld met een rustgevende saxofoon en juist spetterend blazerswerk. Het flinke aantal gastspelers draagt hier nog eens aan bij. Niet minder dan vier blazers blazen letterlijk hun partijtje mee. En dan zijn inderdaad de fushion-invloeden niet ver weg. First Light kunnen we rustig een tegenhanger van dit nummer noemen met new age-achtige klanken en een hoofdrol voor de piano.
Arild en broertje Øyvind zorgen samen voor het klaviergedeelte en maken dat het klaviergehalte eraan bijdraagt dat we zeker van een progplaat kunnen spreken. Weer Arild en / of Stephan Hvinden vertrouwt de heerlijkste gitaarsolo’s toe aan het geduldige schijfje.
Als we het over invloeden hebben… de muziek gaat een beetje alle kanten op. Bij een pianoriedeltje hoor ik Coldplay, in zweverige stukken klinkt Magus & The Wintertree door, maar ook Alan Parsons en een ietsje Pink Floyd in de gitaarsolo’s, ja en zelfs Supertramp. Ik kan me zo voorstellen dat iedereen er weer iets anders in hoort. Dat maakt het aan de ene kant boeiend, het zorgt er ook voor dat Pymlico een eigen stijl lijkt te missen.
Gek genoeg mis ik de zang niet bij deze band, wat vaak wel het geval is bij instrumentale groepen. Dat pleit voor Pymlico. Het is zeker niet zo dat de muziek veertig minuten voortkabbelt. Arild stopt er voldoende goede ideeën in om de aandacht vast te houden. Afwisselende ritmes, symfonische passages, rock & roll gitaarwerk, sferische geluidstapijtjes, ferm of juist subtiel blazerswerk, het levert een soort muzikaal ‘progpatchworklapje’ op. Het geheel ziet er wel vrolijk en goed gemaakt uit, maar ik mis iets en ik kan er niet goed de vinger op leggen…
Fred Nieuwesteeg