Altijd fijn wanneer je op basis van de allereerste track al een aardige indruk krijgt van een compleet album. The Hivemind & The Cockroach maakt meteen duidelijk dat Quantum een potpourri van progressieve rock en metal over ons uit gaat strooien. Een Porcupine Tree-gitaarloopje (ik hoor “In Absentia”-bonustrack Drown With Me) gaat over in een groovende Mastodon-riff. Dan krijgen we een klassiek strijkersarrangement als rustpuntje, gevolgd door een ietwat onorthodoxe gitaarsolo van Haken’s Richard Henshall. En om de progcirkel rond te maken keren we tot slot nog even terug naar de metalriff die de ruggengraat van de track vormt. Ruim vijf minuten bezig, en we hebben al een rits uithoeken van het muzikale spectrum bezocht. Welkom bij “Down The Mountainside”, het full-length debuutalbum (na een ep uit 2020) van Quantum.
Drijvende kracht, hoofdcomponist en zanger is Anton Ericsson, ook actief als contrabassist bij onder andere Het Koninklijk Zweeds Orkest. Het persbericht rept dan ook over invloeden van componisten als Berlioz en Rachmaninoff. Ik ben onvoldoende thuis in de klassieke romantische periode om die stelling te kunnen toetsen, maar het is duidelijk dat Ericsson een breed scala aan invloeden en (klassieke) instrumenten in zijn composities verwerkt. Eerste single On The Verge is ook gebouwd om zo’n typische Mastodon-stuiterriff boven roffelende drums. Hier worden de banden met Haken nog maar eens aangehaald, want voormalig bassist Tom MacLean draagt een fijne melodieuze gitaarsolo bij.
Elders op de plaat is het geluid meer gebaseerd op klassieke progressieve rock. Dots zit met zijn zwevende melodieën ergens tussen Genesis en Spock’s Beard in, ook door de ietwat geknepen zang van Ericsson. Hij zet zijn stem over de lengte van “Down The Mountainside” gevarieerd in, in lijn met wat de individuele nummers van de zang vragen. Hij is technisch gezien geen wereldzanger, maar zijn geluid is prettig en sluit goed aan bij de muzikale omlijsting. Ook het lange The Last Stone ademt progressieve rock, maar dan de iets modernere variant. Het middenstuk doet door zowel de (vocale) melodie als de gitaarsolo denken aan het vroege werk van Riverside. Het begin van Down The Mountainside pt. 2 verwijst dan weer naar de titeltrack van Opeth’s “Deliverance”. Ten slotte wordt in de persbio nog over The Dillinger Escape Plan gerept, wat met een beetje fantasie naar de hectische uitspattingen in een track als Abstract Bliss valt te linken.
Ik zet de muzikale referenties bewust zo uitvoerig neer, om te illustreren hoe divers en afwisselend “Down The Mountainside” is. Het is knap hoe Quantum erin slaagt uit al die invloeden een coherent geheel te smeden. Het maakt de muziek spannend en niet altijd direct te doorgronden. Daar staat tegenover dat de band zich in al zijn ambitie soms nog een beetje vergaloppeert. Er worden zoveel ideeën in een track gestopt, dat die soms te weinig ruimte krijgen om zich te ontvouwen. Net wanneer je meegaat in een fijne melodie of een dikke groove, gebeurt er alweer iets nieuws. Mede daardoor ontbreekt op “Down The Mountainside” ook die ene “Übersong” die na een luisterbeurt meteen op repeat moet. Maar goed: binnen ons geliefde genre valt een overambitieuze benadering wat mij betreft veel meer te waarderen dan op safe spelen.
Quantums ambitie blijkt ook in bredere zin. “Down The Mountainside” bevat een interessant tekstueel concept rond de maskers die we dragen om de druk van het dagelijks leven aan te kunnen. De video van Abstract Bliss intrigeert door zijn beklemmende sfeer vol paranoia. Zo is niets aan “Down The Mountainside” eenvoudig te verstouwen, maar bijna alles uitdagend en belonend. Ik probeer met alle macht het cliché van de “groeiplaat” te vermijden, maar met elke luisterbeurt vallen er meer stukjes op hun plek. Het zou me daarom niet verbazen als mijn beoordeling van dit album tegen het einde van het jaar nog positiever uitvalt. Een prettige verrassing van een veelbelovende nieuwkomer.
CD:
LP: