Gedurende m’n middelbare schooltijd heb ik heel wat uurtjes wiskunde gehad waarbij ik samen met m’n geodriehoek de nodige euclidische ruimten aan het ruitjespapier heb toevertrouwd. Toch heb ik hierin nooit een mozaïekwerk gezien totdat de Belgische spacerockformatie Quantum Fantay me daar met hun zevende album op wees. “Tesselation Of Euclidean Space” heet de nieuwe schijf en gelukkig is de progressieve muziek die erop te horen valt niet met een wiskundige formule gebrouwen. Nou, dat denk je dan maar. De kolkende klanken waar de muziek op drijft zijn op z’n minst met hart en ziel neergezet.
Het uit Lokeren afkomstige Quantum Fantay komt hier met een lichtvoetige variant op datgeen de band al vijftien jaar doet, het maken van gedreven spacerock van het instrumentale soort. Hierbij laten melodie en groove zich op dit album aftekenen in een bezwerende setting die te omschrijven is als toegankelijke psychedelica. Dat is misschien wat kort door de bocht, maar goed, de muziek komt niet voor niets lichtvoetig over. Tussen alle reggae-ritmes, pulserende partijen en zinderende herhalingen blazen nieuwkomers Jorinde Staal en Nette Willox een heleboel lucht in het geheel op respectievelijk fluit en sax. Vooral de fluit van Jorinde is veelvuldig aanwezig en dat is beslist geen straf. Haar dartele spel is overal welkom en lijkt zich niets aan te trekken van de variatie die de muziek rijk is. Neem wat dat betreft de eerste drie nummers en hoor hoe Jorinde in deze melange zichzelf blijft. Quantum Fantay zelf boet ook al niks in. Onder de laser verschijnen achtereenvolgens de vrij toegankelijker opener Tessalate die veel weg heeft van de instrumentale kant van het vroegere Alan Parsons Project, het gitaar gerichte Manas Kavya dat soms een iets te vlot ritme kent en het af en toe wat grimmige Astral Projection dat met z’n fraaie synthesizer- en gitaarlijnen de meest proggy trekjes heeft. Hoor ook hoe toetsenist Pete Mush bezig is lucht in de muziek te pompen door al zijn toetsenlagen zo op te stapelen dat er een transparant geheel ontstaat. Hij heeft een subtiele manier van spelen en zijn gevoel voor melodie is goed ontwikkeld volgens mijn normen. Enige Tony Banks-affectie is hem dan ook niet vreemd. De creatieve Mush zorgt voor een mooie driedimensionaliteit in het geheel en weet zich daarin geruggesteund door gitarist Tom Tas. Deze snarenberoerder mag dan minder prominent aanwezig zijn dan op voorganger “Dancing In Limbo” uit 2015, het resultaat is er niet minder om.
Het album vervolgt met de bijna twintig minuten durende epic Skytopia welke voor het gemak opgedeeld is in vier tracks. Het eerste deel heet Azure en gaat verder waar de band qua sound gebleven is. De smakelijkheden zijn er niet onder stoelen of banken gestoken en dat geldt zeker ook voor het ritmisch sterke Laptura. Het laat goed horen dat Mush een ware tovenaar is achter zijn arsenaal. Op een bepaald moment komt hij met een didgeridoo-achtig geluid dat pijlsnel op en neer gaat. Het zijn zulke passages die dit album zijn aantrekkelijkheid geven en ook de frivole sax van Empyrean valt die eer te beurt. Tot zover de epic. Het album sluit af met het stemmige Anahata en hoewel de band geen milliseconde jazzrock speelt beeld ik me regelmatig in hoe het album met een dergelijk arrangement zou klinken. De muziek heeft in elk geval dezelfde intensiteit en bevlogenheid.
Met woorden als ‘lichtvoetig’ en ‘toegankelijke psychedelica’ geef ik naar mijn idee precies de juiste plaats aan waar je “Tesselation Of Euclidean Space” kan zoeken, zeker als je het album wil vergelijken met z’n zes voorgangers. Wel is het een absolute voorwaarde dat je niet vies bent van een potje spacerock, anders zal je het mozaïekwerk in deze ruimte nooit en te nimmer waarnemen.
Dick van der Heijde