Dit Engelse elektronicatrio bestaat uit Steve Dinsdale, Duncan Goddard en Gary Houghton. De heren werken al sinds het begin van de jaren tachtig in verschillende hoedanigheden met elkaar samen, maar richten pas eind 1993 het experimentele Radio Massacre International op. Ogenschijnlijk niet weerhouden door enig gebrek aan creativiteit en inspiratie, brengt het erg bedrijvige trio vervolgens vanaf het debuut “Frozen North” uit 1995 een karrenvracht aan albums op de markt. Inclusief de cdr’s die de band in eigen beheer uitbrengt, staat de teller namelijk inmiddels op meer dan twintig verschillende titels.
“Emissaries” is de titel van het meest recente broedsel. Dit is tevens het eerste album van het trio op het Cuneiform-label en bestaat uit twee afzonderlijke discs. De eerste, “The Emissaries Suite” genaamd, is in feite de nieuwe studioplaat opgenomen in 2004. Het album telt zes fonkelnieuwe composities die gebaseerd zijn op een stripverhaaltje van Matt Howarth. Deze strip is trouwens als PDF-file als extraatje aan deze eerste disc toegevoegd en kan bijgevolg op praktisch elke computer bekeken worden. De tweede cd, “Ancillary Blooms” getiteld, bevat een opname van het concert op 9 mei 2004 in Philadelphia, dat werd opgenomen voor Chuck van Zyl’s ‘Star’s End’ radioshow.
Met “Emissaries” maakt Radio Massacre International tot op zekere hoogte opnieuw gebruik van een bekend en beproefd recept. Gingen de drie heren op enkele voorgaande albums zich meer dan eens behoorlijk te buiten aan hun experimenteerdrang middels het interpoleren van allerlei vreemde, doch verwante muzikale stromingen in hun muziek, op deze nieuwe dubbelaar is het weer de Duitse elektronische muziek van begin jaren zeventig die grotendeels met de scepter zwaait.
Op beide cd’s brengt de band namelijk verrukkelijke, enigszins ouderwets klinkende, doch bijzonder hoogstaande elektronische muziek ten gehore, die mij terstond doet denken aan Tangerine Dream ten tijde van “Phaedra” of “Rubycon”. Nu zijn er oneindig veel artiesten en bands die deze Duitse elektronicapionier van weleer als inspiratiebron gebruiken, maar slechts weinigen halen daarbij het hoge niveau van deze drie heren. Ik moet me bedwingen niet over schitterende rollende sequencer-patronen en magistrale golvende Mellotron-koren te spreken, maar wat Radio Massacre International hier laat horen zal de liefhebber van elektronische muziek dan ook gegarandeerd gelukkig maken.
Dat laatste is echter dan ook meteen het grootste minpunt van dit elektronisch gezelschap, want ik vermoed dat de lange, vaak geïmproviseerde muziekstukken van Radio Massacre International voor de gemiddelde progfan niet of amper te behappen zullen zijn. Omdat de nummers in de regel uit verschillende, vaak voortkabbelende en repetitieve klanklagen zijn samengesteld, is een heldere structuur immers in geen velden of wegen te bekennen. Ook kan de muziek door het gemis van een aansprekende of pakkende melodie ogenschijnlijk wel eens vaak en langdurig stuurloos ronddwalen, waardoor de luisteraar werkelijk totaal geen idee heeft in welke richting de stukken zich zullen voortbewegen.
Dit neemt evenwel niet weg dat ik occasioneel beslist van deze instrumentale muziek kan genieten. Radio Massacre International weet namelijk als één van de weinige binnen dit (sub)genre epische, elektronische improvisaties te vermengen met elementen uit de krautrock, psychedelische rock en spacerock zonder daarbij overigens aan de essentie van elektronische muziek voorbij te gaan. Naast de voornoemde verwijzing naar Tangerine Dream, hoor ik immers ook duidelijke referenties aan Ash Ra Tempel, Can, Richard Pinhas, Pink Floyd of White Noise. Het is juist deze benadering waarmee het trio zich onderscheidt van de rest.
Al met al is deze zeer fatsoenlijk geprijsde dubbelaar een regelrechte aanrader voor liefhebbers van elektronische muziek in het algemeen en die van Radio Massacre International in het bijzonder. Ook fans van experimentele, zwaar geïmproviseerde instrumentale muziek kunnen “Emissaries” absoluut eens aan een kritische luisterbeurt onderwerpen. De overgebleven groep muziekliefhebbers kan dan weer deze cd maar beter links laten liggen…
Frans Schmidt