Rainbow Face is een band rond gitarist en zanger Jake Rose en bassist Dominique Reveneau, een band die zijn inspiratie net zo makkelijk haalt uit de prog van de jaren zeventig als uit de New Wave van de jaren 80. Het resultaat, hun tweede wapenfeit, “Enjoy This Ruin”, is uniek te noemen.
Met de opening van Left Behind lijkt er nog niets aan de hand, want dit had zo van Pink Floyd kunnen komen. De muziek gaat vervolgens een heel andere kant op, een soort van progressieve circusmuziek. De muziek kan heel bombastisch zijn, en door de (bewust) ongepolijste zang gaan mijn gedachten geregeld uit naar The Cardiacs. Laten we de ongepolijste zang buiten beschouwing, dan kan ook het Amerikaanse Echolyn als referentie dienen. De nieuweling in de band, Connor Reilly, blijkt een lekkere roffelaar die de band van een goede drive voorziet.
Automation is een apart nummer, gedomineerd door de synthesizers van Salvador Altamirano-Farrell, een beetje als de progressieve New Wave van Random Hold, maar dan veel urgenter. De urgente, door een vocoder getrokken zang, gaat eerder richting de punk dan onderkoelde New Wave.
Op Virus klinkt de dreiging van de latere King Crimson door, met name in de creepy toetsen.
Na al die Crimsoniaanse tegendraadsheid wordt het kalm, waarna het nummer weer langzaam opbouwt in snelheid, uitmondend in een agressief zangdeel, en worden we uitgeluid met fuzz-gitaar en klokgeluiden. Een live versie van dit nummer was op moment van schrijven het enige werk van dit album dat is terug te vinden op YouTube.
My Crusade kan dan best lief openen, maar ook hier komt snel die typische Cardiacs bombast en energie bovenborrelen, iets dat ook geldt voor het navolgende Borders, met daarin enkele prachtige proggy tempoversnellingen.
In Ransom laat King Crimson van de jaren tachtig zich uitvoerig groeten, met van die repeterende patronen. De band giet echter over dat van oorsprong steriele geluid een flinke dosis melodie en bombast. De groeiende paniek van de zanger in het slot is aanstekelijk.
Afsluiter Drown is ook het langste nummer, met typische proggy herhalende patronen die uitmonden in meeslepende bombast; heerlijk meeslepend orgelwerk in de refreinen, en dan nog een wel erg fijne gitaarsolo.
Een voor de hand liggende combinatie is het niet: de repetitieve patronen van het King Crimson van de jaren tachtig, de bombast en gekte van The Cardiacs en de zang van de postpunk/New Wave, maar dat is Rainbow Face en daar is niks mis mee.