Het Finse Rantama Trio bestond bij de oprichting in 2014 uit drie musici die een instrumentaal powerhouse trio vormden dat op het debuutalbum “Catching The Mystery Train” grossierde in instrumentale fusion-achtige gitaarrock. In 2017 werd het trio uitgebreid met zanger Taavi Kiiskinen en kon er aan verbreding van de horizon worden gewerkt. Tevens werd de naam van de band uiteraard teruggebracht tot Rantama.
De heren worden geïnspireerd door het dunbevolkte Finse landschap met zijn onmetelijke naaldwouden, rotsvlakten en mistige moerasmeren. Het muzikale palet raakt, naar eigen zeggen, aan flarden stadion-rock van Journey, fusion van Weather Report, prog-rock van King Crimson en de sombere kleuren van Opeth en Radiohead. Ik zou daar als buitenstaander de jonge Allan Holdsworth ten tijde van Tempest en Alex Lifeson uit de beginjaren van Rush aan toe willen voegen. Deze laatste namen hebben vooral betrekking op het gitaarspel van bandleider Timo Rantama. Het organische retro bandgeluid van zijn band komt echter ook vrij goed overeen met de beginjaren van Holdsworth en Lifeson.
Opener Bird Nest begint met een The Edge-achtige intro om vervolgens flink door te stampen. Na een kleine minuut komt zanger Taavi Kiiskinen met zijn heerlijk galmende stem de gelederen versterken. Zijn catchy melodielijnen staan in schril contrast met de jazzy psychedelische sfeer van vooral de gitaar. Het nummer gaat bijna naadloos over in Roaring Rapids. Na een aantal onstuimige watervallen van gitaar, bas en drums neemt Kiiskinen deze track overtuigend op sleeptouw met opnieuw catchy melodielijnen. De band ondersteunt hem daarbij met accenten, lekkere groove en mooie gitaarlijnen, af en toe aangevuld met vleugjes toetsen. Topnummer!
Het donkere Dying Star kent een afwisseling tussen een loom en een hoekig funky tempo. Het verhaal wordt verteld met breed uitwaaiende vervormde jazzy akkoorden en natuurlijk de sterke stem van Kiiskinen. In de gitaarsolo horen we weer The Edge-achtige licks die overgaan in een heerlijk jankende solo met een flinke portie techniek. De ‘stervende ster’ komt zwaar psychedelisch aan zijn einde.
Het instrumentale Ground Frost Forger is ingegeven door de lange, donkere en vooral, koude winter, waarin de ‘Nordic’ bevoking altijd in afwachting van de zomer is. Sfeervol Gungfly-achtig gitaarwerk met ook hier weer vaak vervormde jazzy akkoorden.
Het eveneens instrumentale Splendid Sun was eigenlijk als intro voor het daaropvolgende schitterende We Are bedoeld. De heren vonden het als intro echter te lang en koppelden beide nummers los.
We Are wordt vooral gedragen door de mooie melodieuze zang van Kiiskinen. Wat een zanger! Het inspireert Timo Rantama tot een schitterende gitaarsolo in het tweede deel.
Het hectische gitaarspel in A Small Blink of Light doet me een beetje denken aan Lifeson in La Villa Strangiato. Verder zingt Riiskinen weer poppy melodielijnen over een lekker groovende band.
Ook in The Pond Of No Return weet Kiiskinen weer zeer toegankelijke melodieën te zingen. Maar zoals in veel voorgaande tracks wordt hij door de akkoordkeuzes van Rantama met regelmaat in onbekende en lastig te traceren hoeken gedwongen. Gelukkig weet hij zich daar meestal weer knap uit te redden. De band weet dit melancholieke nummer sfeervol naar het einde te brengen, al was iets meer variatie in de vorm van een solo wel op zijn plaats geweest. Misschien toch een toetsenist toevoegen?
Rantama is een nog enigszins ruwe diamant in het prog-genre. Het eigenzinnige gitaarwerk van Timo Rantama dwingt respect af maar duwt de band ook af en toe in moeilijk te volgen paden. Zanger Taavi Kiiskinen geeft de band met zijn rock-vocalen een heel andere kleur. Wanneer deze twee aspecten meer in evenwicht zouden komen, misschien met toevoeging van een inventieve toetsenist, heeft deze band zeker potentie.
Had ik al gezegd dat de ritmesectie geweldig is?