“Music For Sharks”, het vierde album van de Canadese progband Red Sand, is net als z’n voorgangers in eigen beheer uitgebracht. Dat had gitarist en componist Simon Caron uiteraard graag anders gezien want ja, al jaren gaat geen enkele platenmaatschappij met zijn bandje in zee. Enigszins gefrustreerd schrijft hij dan ook de volgende woorden in het cd-boekje van het hier te bespreken album: “This album is dedicated to all of these Sharks of the Music industry. Some of them are greatly influential and have great success in destroying your dream just because you haven’t sign a contract with them. They won’t get back for any reason, they are ready for anything! Some of theme already have recognised themselves here. My believe is that bands like Red Sand, even with their weightless impact, have their place in this world full off shit! To all of you, fans of the band, I would like to say a ‘Big thank you’ for your support“. Het lijkt me dat Caron hiermee z’n eigen glazen behoorlijk aan het ingooien is. Ik begrijp die labels eigenlijk wel, zulke clichématige muziek als die van Red Sand zou ik ook buiten de deur hebben gehouden.
Wat “Music for sharks” mist zijn goede composities. Te vaak is een nummer opgehangen aan een idee dat hooguit redelijk valt te noemen. Er is een jammerlijke hoeveelheid aan herhalingen en over de gehele linie is hetzelfde vaatje nogal eens aangesproken. Wel wordt er op het album vol verve en met de nodige overtuiging gemusiceerd. Voor liefhebbers van neo-prog is het toch regelmatig genieten. Het is Caron zelf die met zijn Steve Rothery-achtige spel nadrukkelijk aanwezig is. Wat een heerlijke gitarist. Caron weet in elk van de zes nummers flink over zijn eigen lat te gaan en met zijn solo in het openende Empty Calendar heeft hij de gouden plak al meer dan verdiend. Toch heb ik het idee dat er solo’s zijn om de nummers te rekken en boeiend te houden daar het materiaal zelf weinig interessant is. Zo bevat Empty Calender een fraaie bassolo van Mathieu Gosselin.
Het toetsenwerk van die zelfde Gosselin klinkt deels neo en deels retro met z’n vlotte loopjes en statige akkoorden. De mede ‘roodzander’ legt een fijne basis neer voor de gitaarpartijen van collega Caron. Een kilo machtige Mellotronklanken doet het natuurlijk altijd goed. Het is opmerkelijk dat voor een band als Red Sand hetzelfde geldt als voor bands als The Watch en Neuswanstein: hoe platter het pad, hoe beter de band. Mooi voorbeeld hiervan is het relatieve hoogtepunt Sad Song, een ballade waar Pink Floyd en Genesis voor heel wat inspiratie hebben gezorgd.
Een en ander draagt bij aan de clichématigheid van de muziek. Zo ook de prestaties van zanger Hemel. De man heeft een fijne stem met een aandoenlijke melancholie die wat richting Peter Gabriel gaat. Hiermee brengt hij aardige melodielijnen naar voren maar wat is hij voor de hand liggend met zijn daden. Het lijkt wel of het geheel in een weekje in elkaar is geflanst en dat er vooral niet te hard over de liedjes en hun inkleuring mocht worden nagedacht. Hoe valt de aanwezigheid van een draak als How Can You Help Me?anders te verklaren? Ook weet de band precies waar Abraham de lijm vandaan heeft gehaald getuige het vele geknutsel in het epische Shark Man.
“Music for Sharks” is een album met een beperkte houdbaarheid. Gedurende vijf draaibeurten zul je nog wel plezier aan het schijfje beleven, maar daarna zakt de cd steeds meer af richting `zwak`.
Dick van der Heijde