De Canadese band Red Sand is alweer aan zijn elfde album toe. Ook op “Pain’t Box” krijg je wat je kunt verwachten: klassieke neo-prog die gefundeerd is op het ‘oude’ Marillion. En daar is niets mis mee, zeg ik als liefhebber van het genre. Spil van Red Sand is oprichter Simon Caron, die gitaar, basgitaar en toetsen speelt. In de persoon van Michel Renaud is een nieuwe zanger gevonden.
Red Sand houdt de neo-prog in ere die in de jaren 90 veel werd gemaakt. Denk aan de platen van Pendragon en Arena uit die tijd. Ik mocht voor Progwereld ook de vorige plaat recenseren, “The Sound of the Seventh Bell” uit 2021. Ik vind “Pain’t Box” in elk geval beter. Dit album is met name consistenter. Wederom strooit Caron met gitaarsolo’s die ergens tussen Andy Latimer (Camel) en Steve Rothery (Marillion) in zitten. Ook vind ik het qua composities sterker. Het album start met Wake Up The Child. Het is een wat dreigend nummer met licht bijtende zang van Renaud. Het compacte Breaking Wings is een heel aardig nummer. Ook door het aansprekende refrein blijft dit liedje goed hangen. De wat melancholieke inslag bevalt mij wel.
Het bepalende nummer op “Pain’t Box” is de epic Tie van ruim een half uur. Ik vind (helaas, helaas) dat Red Sand zich vergaloppeert. En wat is dat jammer. Want Tie bevat zeker elementen die mij aanspreken. Wederom de melancholieke sfeer, gitaar- en toetsensolo’s, Mellotron-stukjes en aansprekende melodieën. Maar omdat de stukjes aan elkaar zijn geplakt, klinkt het wat richtingloos en weet je aan het eind van de epic niet meer wat er aan het begin gebeurde. En dat is nogmaals jammer, want Tie heeft zijn momenten wel. Persoonlijk denk ik dat als Red Sand de goede ideeën ‘gewoon’ had uitgebouwd tot ‘gewone’ nummers, dit de zeggingskracht enorm ten goede was gekomen. Er is niks mee om een nummer te maken in de lijn van Supper’s Ready van Genesis, alleen is het in mijn ogen slechts weinigen gegeven om te zorgen dat het boeiend en interessant blijft.
Aan het eind van mijn vorige recensie gaf ik Simon Caron een welgemeend advies. En dat doe ik nu weer. Ook omdat ik vermoed dat er veel meer in deze band zit. De goede ideeën zijn er wel. Bouw die uit. Houd de muziek (enigszins) compact. Ik moet hier bijvoorbeeld denken aan een band als Jadis, ook behoorlijk gitaar-gedomineerd met ruimte voor toetsen. Nummers van meestal zo’n vijf tot zeven minuten, met hier en daar een uitschieter. Liedjes die cirkelen rondom een paar ideeën. Want op de beste momenten is er zeker te genieten van Red Sand. Voor nu kan ik er niets anders van maken dan dat, om in voetbaltermen te spreken, Red Sand een leuke middenmoter is in het neo-proggenre.