De St. James Church is de oudste kerk van het centrum van de Australische stad Sydney. Het gebouw aan de King Street bestaat sinds 1824. Het kerkorgel aldaar werd in 1827 voor het eerst bespeeld. In 1870 werd het orgel gemoderniseerd en vergroot. Het enorme pijporgel is de belangrijkste troef van de uit Sydney afkomstige formatie Resonaxis. Ik kan me niet herinneren dat er een andere (prog)band bestaat die een heus pijporgel in het instrumentarium heeft.
Resonaxis is het geesteskind van Brooke Shelley. Deze aan het conservatorium van Sydney geschoolde dame wilde muziek uit de renaissance en de barok samenvoegen met hedendaagse metal, jazz en symfonische rock. Op dit album is ze verantwoordelijk voor de muziek én de teksten. Ze haalt haar inspiratie onder andere uit oude hymnen, motetten, psalmen en gezangen. Bij vlagen doet de band aan landgenoten Dead Can Dance denken, maar verder zijn er weinig referenties te noemen.
Prog met een eeuwenoud kerkorgel zal menig symfoliefhebber, met voorliefde voor toetsen, van de stoel laten glijden. De mix van stijlen, de geweldige uitvoering en indrukwekkende productie zorgen ervoor dat we hier met een uniek stuk symfonische rock in de puurste zin van het woord te maken hebben. Het kerkorgel heeft in elk nummer een duidelijke rol. De ene keer is dit meer op de achtergrond, zoals in het stevige Dustward en op andere nummers eist het een hoofdrol op. Neem het majestueuze Wachtet Auf waarin het orgel heerlijk bombastisch uit de verf komt. David Drury laat hierin het orgel riffen en de kerk schudden op zijn grondvesten. Dit nummer moet zo hard mogelijk gedraaid worden! De combinatie van zang, orgel en een heerlijk solerende en riffende gitaar zijn zeldzaam mooi. In het uptempo Mysterium klinkt het orgel de ene keer bijna sereen om daarna weer enorm bombastisch uit te pakken. Geweldig hoe hij alle registers opentrekt en met bombastische akkoorden de muziek een enorme boost geeft.
De stem van Brooke Shelley is even wennen. Haar klassieke benadering zal misschien niet iedereen waarderen. In het openingsnummer Monsignor Loss komt haar zang ronduit matig uit de verf. Als je aan de andere kant hoort hoe ze vocaal weet uit te pakken in bijvoorbeeld Chorus Angelorum, is bewondering op zijn plaats. Haar hoge uithalen in combinatie met het scheurende orgel in het op en top proggy Deathdamp Allemande zijn schitterend. Wanneer ze zacht en ingetogen moet zingen, klinkt haar stem mooi breekbaar. Feit is dat het uitstekend bij deze muziek past én dat het meerde luisterbeurten vereist om het geheel goed op waarde te kunnen schatten.
De rest van de muzikanten nemen wat meer afstand. Gitarist Richard Hundy kan prima riffen en weet ook solerend zijn weg prima te vinden. Zijn puntige solo in Dustward roept om meer. Ook bassist Adam Bodkin weet zijn basloopjes uitstekend door het geheel heen te weven.
In het interview dat ik met zangeres Brooke Shelley had, gaf ze al aan hoe moeilijk het was om dit album te mixen. Wanneer je aandachtig luistert hoor je inderdaad dat de gitaar iets achterblijft in het geheel, maar het stoort nergens. De prioriteit is wat dat betreft gelukkig bij het orgel gebleven. De unieke akoestiek is gelukkig bewaard gebleven, waardoor het pijpenorgel zijn originele galm heeft behouden. En wat klinkt dat gaaf zeg! Een uniek album dat het verdient (veelvuldig) beluisterd te worden.
Maarten Goossensen