Richard Barbieri heeft er natuurlijk al een hele carrière op zitten. Hij was zowel bij Porcupine Tree als bij Japan actief en ook solo heeft hij enkele sterke platen op zijn naam staan. Desalniettemin is het bij zo’n sterke teamspeler nog maar de vraag of hij even succesvol de frontrol kan innemen. Die vertwijfeling blijkt bij “Planets+Persona” niet geheel onterecht.
Dit album doet enigszins denken aan Kashiwa Daisuke en Nils Petter Molvear, maar ook oud-collega David Sylvian lijkt invloedrijk te zijn geweest. Op deze plaat vermengt Barbieri elektronische muziek met akoestische wereld- en jazzmuziek. Qua toon wisselt “Planets+Persona” tussen zoete melodieën en ietwat duistere passages. Op zich is het spel tussen deze twee sfeerbeelden goed gekozen. Het zou op papier de composities ook diepgang kunnen geven, maar helaas klinkt dit album erg vlak. Het haalt dan ook niet het niveau van de eerder aangehaalde artiesten. Hoewel de nummers veel mooie klanken bevatten en Barbieri nog steeds een uitstekend toetsenspeler is, komt de muziek vaak niet tot een meeslepende spanningsboog. Ondanks alle franje, is het album vooral saai.
Neem bijvoorbeeld Night Of The Hunter. Het nummer begint erg liefelijk, maar kent een ietwat bedrukkend middengedeelte. De overgangen voelen echter geforceerd aan. Het stukje gesproken woord op de achtergrond is daarentegen wel erg fraai. Deze compositie, die met mooie passages geen sterke eenheid weet te creëren, is exemplarisch voor de rest van het album. Zo is Shafts Of Lights ook weer een nummer dat, met name tijdens de subtiele intro, bijzonder goed klinkt. Aan het eind blijf ik desondanks ongeroerd achter. Deze compositie voelt me net iets te rommelig aan. Zo zitten de akoestische en de elektronische instrumenten weliswaar elkaar niet in de weg, maar de mengelmoes is ook weer niet zo geslaagd dat een gelijkmatig arrangement wordt gevormd.
Een nummer dat wel overtuigd, is New Found Land. Dit is te danken aan het nostalgische sfeertje dat aan thuiskomen doet denken. Met name de trompet van Lucá Calabrese klink hier erg mooi en warm. Het is jammer dat dit het enige nummer is dat geen steek laat vallen. Het voelt nog het meest aan als een afgeronde compositie en het minst aan als een aaneengeregen collage van, op zichzelf niet onprettige, sfeertekeningen. Afsluiter Solar Storm is ondanks een teleurstellende climax ook best een aardig nummer, maar daar blijft het dan ook wel bij.
De composities op Planets+Persona ontstijgen kortom niet de som der delen. Het is een beetje als een goede hordeloper een fractie voor de finishlijn zien struikelen. Een frustrerende ervaring. Een tegenvaller van een rasartiest die doorgaans consequent kwaliteitsplaten aflevert.
Luke Peerdeman